MaWeKaFloInAzie.nl 2010


Weer op reis!
Zomer 2009. Nederland.
Met onze reisverhalen willen we familie, vrienden, collega's en andere geïnteresseerden op de hoogte houden van onze grote reis in 2010. We gaan namelijk zes maanden met z'n vieren rondtrekken door Azie.

We hebben gemerkt dat we enerzijds niet de enigen zijn die hiermee bezig zijn maar aan de andere kant dat het voor veel mensen toch een vraag is: Hoe regel je dat nu, 'zomaar' een half jaar met kinderen rondreizen? Via de voorbereidingen pagina's willen we jullie dan ook op de hoogte houden van alles waar we in de aanloop naar ons sabbatical project tegenaan lopen. Zodra we weg gaan, geven we uiteraard iedereen de mogelijkheid om online met ons mee te reizen en onze avonturen mee te beleven.

We gaan deze reis 'op de bonnefooi' doen. Het woord bonnefooi komt van het franse a la bonne foi wat 'in goed vertrouwen' of 'op goed geluk' betekent. Eigenlijk wel een hele goede omschrijving van onze reis. We gaan inderdaad 'in goed vertrouwen' en overtuigd van ons 'goed geluk' deze reis met het hele gezin aan.

THAILAND

De eerste indrukken
Dinsdag 5 januari 2010. Bangkok, Thailand.
Eindelijk zijn we er dan! Na bijna een jaar voorbereiden zitten we dan eindelijk in Zuidoost Azië. Thailand om te beginnen. Na de vliegreis met belabberd eten (KLM) kwamen we aan en voelden ons meteen thuis. De Thaise gastvrijheid had blijkbaar ook zijn weerslag op de piloten, want de meiden mochten zomaar in de cockpit komen kijken. Dat was natuurlijk érg interessant!
Voor de eerste dagen een superluxe hotel aan de Khao Praya rivier (Navalai Hotel) met alles erop en eraan. Stel je zo'n hotel voor waar de Chardonnay 2003 Sublime wordt aangeprezen in de lift met een advertentie... Na onszelf gesetteld te hebben in de kamer, zijn we eerst een drankje gaan drinken op het terras met uitzicht over de rivier. De eerste Chang beer smaakte voortreffelijk! Daarna naar de rooftop swimmingpool om een beetje af te koelen en ons in de namiddagzon te laten opdrogen. Floortje probeerde zo lang mogelijk onder water te zwemmen en nam in het gedeelte met bubbels een watermassage.




Hoewel het restaurant een ‘zeer chique dinerkaart met alle westerse geneugten’ serveert (met bijbehorende westerse prijzen), kozen wij ervoor om de omgeving te gaan verkennen. Zo'n vijftig meter van ons hotel vonden we een klein smoezelig zijstraatje dat er wel gezellig uitzag dus daar wilden we naartoe. En jawel hoor, helemaal wat we zochten. rijen met kleine restaurantjes, booking offices, massagesalons, en backpackerfaciliteiten. Aan het eind kwamen we zelfs op een nachtmarktje terecht waar vrouwen in Hmong klederdracht houten kikkers verkochten naast een kraam met tweedehands Lonely Planets of T-shirts, gescheiden door foodstalls met saté, meloen en fruitjuice. Natuurlijk ontbraken ook de restaurantjes niet met een dak van plastic waaronder verschoten pastelkleur krukjes aan een formica tafeltje. We waren thuis!





In een van de betere restaurantjes met terras zijn we neergestreken en genoten van loempia, wontons met kaas, sticky rice en meer van dat lekkers. Toen Floortje echt begon in te storten (BKK tijd en bijna zestien uur onderweg met een dutje in het vliegtuig) zijn Wendy en Floortje naar het hotel teruggegaan en hebben Ka en ik nog even genoten van een wandeling over de nachtmarkt waarna we bij Wendy thuis kwamen met saté, kippenpootjes, sticky rice en verse meloen. Op ons eigen terras nog even genoten van een Sang Som (rum) met cola en de snacks en toen om 08:30 uur heerlijk naar bed.
Op zondag (4/01) zijn we met de boot over de Khao Praya naar het eindstation (Taksin Bridge) gegaan en vanaf daar met de skytrain naar het MBK, een GROTE shopping mall. om al die dingen te kopen die we al maanden uitstelden zoals sandalen voor de meiden, bikini's, een digitale videocamera, broeken, SIM card, etc. Terug naar Hotel Navalai namen we de tuktuk, dus hebben we drie vervoersmiddelen gehad vandaag. Een mooi begin! 's Avonds weer terug naar de nachtmarkt om te genieten van het eten en hebben we gebeld naar huis.


Maandag (05/01) een rustige dag met voornamelijk een tripje naar de wasserette (4 kilo voor 2€) en een tuktukritje naar Chinatown. Daar was het weer een drukte van jewelste en een heerlijke chaos. We hebben nog wat inkopen gedaan zoals haarelastiekjes. deze werden alleen per pakje van 36 verkocht voor 20 Bath, dus de meiden hebben weer genoeg ‘stiekjes’ dachten we. Bij thuiskomst bleken het alleen wel ‘stiekjes’ te zijn waarbij de beide uiteinden nog met een ijzertje aan elkaar moeten worden gezet. Totaal waardeloos dus. Tja, dat heb je als je goedkoop bij de ‘groothandel’ wilt slagen.




Die middag weer in het zwembad doorgebracht wat de meiden helemaal niet erg vonden. Terwijl de meiden alvast naar het dakzwembad gingen, ruimde ik nog wat in de kamer op. Toen ik boven kwam werd ik met enthousiasme ontvangen want de meiden hadden al lopen opscheppen tegen een paar andere gasten: ‘Mijn papa kan het hele zwembad heen én terug onderwater zwemmen!’. Ik mocht dus meteen de belofte van de meiden inlossen om te laten zien dat ze écht zo'n stoere papa hebben...
De late middag en vroege avond bestond uit borrelen op een terras met springrolls en chicken wings waarna we weer heerlijk Thais hebben gegeten. Nu inpakken, want morgen is het een grote reis van zes tot zeven uur naar Koh Chang. Wat zullen we daar weer beleven.


Thaise werkgelegenheid
Woensdag 6 januari 2010. Koh Chang, Thailand.
Vanmorgen werden we op z'n Thais opgepikt bij het hotel. We hadden echt nog zó goed afgesproken. ‘Pick up at hotel! Yes? No problem, pick up at hotel. No problem!’ Ja, we werden opgepikt maar door een meisje dat ons eerst vijftien minuten door Bangkok sleepte naar de bus. Met voor vier personen rugzakken... Bij de bus was het weer typisch Thais. Gele tickets inleveren en daar witte voor terug krijgen die we vervolgens aan de buschauffeur moesten laten zien. In de bus hebben we ons snel aangepast aan de rest van de backpackers door na een half uur in een soort halve coma te raken en hangend in de stoel de uren door te zitten. De meiden hebben zich weer heerlijk gedragen met de DS en MP3 en door met een blackboard marker op de ramen te schrijven. Kathy zei onderweg zelfs: ‘Pap, het voelt nu tenminste echt als reizen’. We hebben er weer een wereldreiziger bij.
Bij aankomst in de haven (dachten we) moesten we de witte papiertjes weer inleveren voor blauwe papiertjes en vijftien minuten wachten. Ondertussen konden we eten kopen. Daarna vijftien minuten terug met de bus naar de echte haven, waar we de blauwe papieren konden inleveren tegen boottickets. In een safaripark-de-beekse-bergen-busje naar de boot (dertig meter) en de tickets weer inleveren. Je kunt je er druk om maken maar het houdt wel tien man aan het werk.
De boottrip naar Koh Chang ging perfect. Rustige zee en lekkere koffie aan boord. Aangekomen zeiden we tegen de meiden: ‘Nu even niet zeuren want als we aankomen, komen meteen een heleboel mannen naar ons toe die een taxiritje aan ons willen verkopen’. De meiden stonden netjes bij de rugtassen te wachten en wat denk je. Geen taxi te bekennen. Gelukkig kwam er na een minuut of vijf een rij met taxi-pickups die ons naar ons huisje bracht.


Kathy op de duikschool
Vrijdag 8 januari 2010. Koh Chang, Thailand.
Vandaag was dan de grote dag voor Kathy, ze mocht eindelijk aan haar duikbrevet beginnen. Toch wel een beetje gespannen ging ze vanmorgen (veilig samen met Papa) naar de duikschool om zich daar de eerste beginselen van de edele duiksport eigen te maken. Twee uur film kijken en daarnaast theorie vond ik al wel een beetje droog worden maar Kathy was nog steeds alert en geïnteresseerd aan het luisteren en leren over drukverschillen, regulators, squeeze, materiaal verzorging, eerste trap, tweede trap. vijfpunts afdaling, etc, etc.
Aan het eind van de middag was het dan zover dat ze echt onder water de eerste ‘bijzondere verrichtingen’ mocht laten zien. Masker op en af onder water, mondstuk uitgooien en weer terugzoeken voor je adem op is. Erg spannend, maar het meeste ging toch in één keer goed. Toen ze terugkwam had ze dan ook honderduit te vertellen en was ze helemaal ‘kapot’ aan het einde van de dag. Vanavond hebben we aan een soort tafel BBQ bij ons guesthouse (Sanook Sanang) gegeten, erg leuk en gezellig. Toen de meiden op bed lagen, hebben wij nog even genoten van een cola met Sang Som (Thaise rum) en ijs. Erg lekker!


rekenwonder
Zaterdag 9 januari 2009. Koh Chang, Thailand.
Kathy was om 9.00 uur weg naar de duikschool en wij mochten met Floortje aan de studie. Ze mag zelf plannen wat ze eerst wil doen maar alles op het lijstje moet wel gedaan worden. Eerst samen met papa spelling en begrijpend lezen, daarna handschrift (de 'p' in aan-elkaar-schrijf-letters) en als laatste rekenen. Het ging als vanzelf. Floortje wist van tevoren goed waar ze op moest rekenen en wij hadden haar goed voorbereid. Soepel begin dus!




De rest van de middag rustig aan gedaan aan het strand, lekker Pad Thai eten. Floortje had de smaak te pakken en werkte een halve kip naar binnen met ook nog de nodige rijst! Vervolgens in het zwembad met Floortje spelen en om vijf uur kwam Kathy weer thuis. Doodop, maar nog steeds enthousiast. Vandaag was ze in de zee gaan oefenen maar daar viel het masker af en op doen onder water helemaal niet mee. Dat zoute water maakt het extra lastig. Maar ze wil door! 's Avonds na het eten de lessen voor morgen geoefend. Daar moest ze ook de maximale duiktijden en diepten uit rekenen. Grappig hoor, zij wist het beter dan ik... (excuus, voor mij is het elf jaar geleden?). Grote hilariteit natuurlijk. Ik kon alleen maar zeggen: ‘Hmmff, morgen eerst maar eens aan je divemaster laten zien of je het wel echt goed hebt gedaan’. (Tsja, ik moest toch wat om mijn autoriteit overeind te houden…).


Duiken en lezen
Dinsdag 12 januari 2010. Koh Chang, Thailand.
De afgelopen dagen hebben vooral in teken gestaan van het duiken. Kathy moest 's ochtends om 08:30 uur klaarstaan en kwam vaak pas na 18:00 uur ‘thuis’. Daarna moest ze nog leren voor de volgende dag. Voor een volwassene is dat al heavy, dus voor een meid van elf... Niet zo gek dat ze de elfde even een pauzedag nodig had. De tiende ging het niet zo goed; spugen, misselijk, een rotdag terwijl ze zo graag wilde. De elfde zijn we dan ook lekker gaan zwemmen, gewoon rustig aan doen en even genieten.
Eerst uitgeslapen tot negen uur en na het zelfgemaakte ontbijt in onze bungalow, (Ja, ze hebben hier stokbrood, boter en kaas) op het strand gezeten en gechilled bij een loungebar met de naam 'Porn'. (Een hele gewone achternaam hier, hoor. Niet dat jullie denken dat we de meiden aan verkeerde denkbeelden helpen.).
Floortje heeft trouwens ‘ineens’ het lezen uitgevonden. Of het nu komt door dat weekje les dat ze van papa en mama heeft gehad? Maar zodra ze even tijd krijgt, pakt ze haar boek (AVI 2) en duikt erin, bladzijde na bladzijde verslindt ze, en ze kan daarna ook nog exact vertellen wat er in stond. Zo riep ze ineens (enthousiast): ‘Mam, dit verhaal gaat over raaf die zout in de pap deed Dat ken ik al hoor, dat heb ik op school al gelezen...’ Allebei de meiden zijn boekverslaafd, van wie zouden ze dat nu hebben? Een ‘normaal’ kind gaat lekker zwemmen, die van ons liggen een uur met een boek naast het zwembad. Helemaal van de wereld…
Morgen is een spannende dag want dan is het examendag voor Kaatje. Zowel theorie als praktijk met drie duiken. Vandaag ben ik met haar mee geweest op de boot, morgen ga ik weer mee om haar te supporten ( en daarnaast natuurlijk om zelf ook weer een paar fundives te doen!)
Vandaag hebben we nog voor drie dagen bijgeboekt in Sanook Sanang om alles te doen wat we willen op het eiland. Morgen gaan We en Flo op een olifant rijden maar daar horen jullie later nog over!


Verslag van Floortje
Donderdag 14 januari 2010. Koh Chang, Thailand.
Vandaag heb ik op de olifant gereden! Daar had ik voor gespaard. Het was heel leuk. De olifant was de grootste van alle olifanten! En hij heeft ook een drol laten vallen. Die stonk joh!





Sooo, en wat grappig, mama viel eraf, zo in het water!! Hihihihi, dat was grappig! En ik heb gezwommen met de olifanten met mijn onderbroek aan, want mijn bikini geeft af. Ik heb de olifant helemaal schoon geborsteld. De olifant had zijn oor op mijn been gelegd, nou die is net zo groot als een deken op mijn bed!!! En het was heel leuk met de olifanten want ik heb de olifanten bananen gegeven.



En wat ook leuk was... de hele klas is mee geweest op de olifant, kijk maar naar mijn T-shirt.
Liefs Floortje.


Verslag van Kathy
Vrijdag 15 januari 2010. Koh Chang, Thailand.
Zo, daar ben ik weer. Da's lang geleden! Ik heb hellemaal geen tijd meer gehad. het was heel druk deze week. Maar het is me wel gelukt: ik heb mijn B.R.E.V.E.T.! Echt zoooo cool, nu kan ik samen met papa duiken.




En omdat ik mijn brevet heb gehaald, zijn we bijzonder uit eten geweest. Aan het water met echte vuurmannen (mannen die met vuur aan stokken heel veel rondjes maken) en toen kwamen er hele mooie vrouwen met speciale kleding aan en hoge hele hoge kronen.




Nog twee dagen op Koh Chang en dan gaan we naar Cambodja. Eigenlijk wel een beetje spannend want daar ben ik nog nooit geweest. Een Nederlands stel dat hier ook was, zei dat we niet moesten schrikken van de armoede die er is. Vandaag ben ik naar een boer geweest die hier aan de overkant zit en ik heb een echte vechthaan vastgehouden!
PS: Die mooie vrouwen waar ik tussen sta zijn eigenlijk mannen ;-)


CAMBODJA


Grensverleggende trip van dertien uur
Zondag 17 januari 2009. Siem Reap, Cambodja.
De dag begon vroeg, om zeven uur staan we klaar voor de reis naar Cambodja. Na een licht ontbijt van fruit en reistabletten gaan we op weg. Een half uur later staan we op de ferry van Koh Chang naar het vaste land (nog aangemeerd). Kathy zegt geen woord, buigt voorover en daar gaat het ontbijt... Snel weer een beetje opgefrist en we zijn er dan nu toch echt klaar voor. Aan de overkant snel weer in de minivan om in een uur of vier naar de grens (Poipet) met Cambodja te rijden. Onderweg hadden we één stop van een half uurtje om even snel wat te eten (dat dan weer wel...).
Voor we de grens over kunnen moeten we natuurlijk wel eerst een visum hebben en dat word in een soort ‘visumproductiehal’ geregeld. Niks geen vriendelijke Thai meer. Zitten! Hier een stapel papieren. Invullen. 1300 Bath p.p. betalen. Paspoort inleveren. Een roze sticker op je shirt plakken. Iets te eten bestellen. Kop dicht en geduld hebben! Je zit daar met zo'n veertig man die allemaal door andere busjes hier naartoe gebracht zijn en hun visum moeten regelen. Iedereen zit in hetzelfde schuitje en moet eraan mee doen dus gaan wij maar mee in de flow. Na z'n 45 minuten is het ineens: ‘Instappen! We gaan! Nu!!’ In konvooi naar de grens, daar met je bagage eruit gegooid worden, allemaal opstellen achter het touwtje en ‘Wait here’. Opeens komt er een man naar ons met een hele stapel paspoorten en begint ‘de roze stickertjes’ te tellen, blijkbaar was hij tevreden. Hij stelde zich voor als onze Cambodjaanse gids die ons over de grens zou gaan begeleiden.
Allemaal in ganzenpas. Wij natuurlijk met voor vier man bagage en angstvallig op de meiden lettend: ‘Hand vast, hand vast!!’ naar het Thaise grenskantoor. Daar opstellen in rijen om ons vertrek uit het koninkrijk vast te laten leggen. (een half uur wachten totdat iedereen erdoor is want we moeten als ‘roze groep’ bij elkaar blijven). Dan door niemandsland de brug over waar we vervolgens letterlijk anderhalf uur hebben moeten wachten voor we met z'n allen door de douane waren en de benodigde stempels erop stonden. En de meiden? Die gingen gewoon rustig in een hoekje zitten lezen of DS’en tot we riepen dat we weer een paar meter naar voren moesten. Na de douane worden we in een kleine bus gepropt die ons naar het centraal busstation brengt. Daar kunnen we weer alles overladen in een andere (grotere!) bus voor de laatste vierenhalf uur naar Siem Reap.
Daar aangekomen staat er gelukkig meteen een roedel driewiel-motor-chauffeurs klaar om de volledig murw geslagen reizigers met z'n vieren tegelijk een ritje te verkopen. We hadden zelfs de kracht nog om van vier dollar naar twee dollar af te dingen en zaten uiteindelijk na meer dan dertien uur reizen aan een welverdiend Angkor biertje/witte wijn/Icetea peach/lemonshake en een portie loempia's te genieten van Siem Reap bij avond. De meiden hebben van ons tweeën ter plaatse een staande ovatie gekregen omdat ze werkelijk geen kik hebben gegeven en aan het einde van de reis NOG enthousiast hun eigen rugzakken voor de zoveelste keer die dag overlaadden in een nieuw vervoermiddel. We hebben die nacht heerlijk geslapen!
Opmerking van de dag: Ik had vanavond na aankomst een pakje sigaretten gehaald en zei: ‘Nou, dat kost dus 4.000 Riel, oftewel € 0,75 per pakje’. Waarop Kathy zegt: ‘Nou, dan kun je beter in Nederland die 27,5 miljoen winnen dan hier!’


Natúúrlijk staat Angkor Wat in de steigers
Dinsdag 19 januari 2010. Siem Reap, Cambodja.
Gisteren, de 18e, hebben we niet veel meer gedaan dan uitrusten en genieten van de eerste indrukken van Cambodja. Het is wel een stuk armer dan Thailand, dat zie je wel tussen de toeristenetablissementen door. Siem Reap is dan nog zo'n beetje het centrum van Cambodja waar iedereen naartoe moet om Angkor Wat te zien. Als je iets verder kijkt, zie je echter wel de armoede.
Ook zo apart is dat hier alles, maar dan ook alles in USD gaat. Menukaarten in dollars, als je een tuktuk neemt vragen ze dollars, een blikje cola in dollars, echt alles. Je kan ook betalen met de lokale munt Riel maar dan moet je de rekening altijd zelf omrekenen (1USD = 4.000 Riel) maar om de prijzen te weten moet je dus ook zelf weer terug gaan rekenen naar USD. Het gekke is dat ik het na twee dagen al helemaal gewend ben, in zoverre dan dat ik vaak dollar met euro verwissel en al snel denk, dat ik teveel betaal. Een maaltijd plus drinken met z'n vieren is gemiddeld 15 USD, oftewel maar 11,25 Euro.
Gisteren heeft Kathy weer eens aparte dingen gedaan. Eerst lopen we over een nachtmarkt en wil ze een ‘vismassage’. Stel je voor, een badkuip of rubberen boot waar een paar honderd visjes in zwemmen. Je gaat er met je blote voeten in en die vissen vreten de dode huidcellen van je voeten af. Je betaalt dus om iemand anders zijn vissen te voeren. Maar goed, papa strijkt met zijn dollarbiljet over zijn hart en je dochter is gelukkig. Daarna gingen we eten en staan er op de menukaart allemaal foto's. ‘DIE zien er lekker uit, die wil ik’. Ik: ‘Maar schat, dat zijn kikkers!’ Reactie: ‘Oh, dan neem ik die! Ik ben benieuwd!’ Wat blijkt, ze smaken net als kip, en die was zeker 0,50 Euro goedkoper!
Vandaag zijn we met de tuktuk naar Angkor Wat geweest. Een drie-dagen-pas (die je binnen een week moet gebruiken) is 40 USD p.p. Voor Cambodjaanse begrippen een fortuin. Het is dus echt een goudmijn als je bedenkt dat voor hen een volledige maaltijd 0,10 USD in een foodstal kost. Voor ons (en die duizenden andere toeristen die Angkor gezien moeten hebben) een goede investering om al dat moois drie dagen te mogen bezoeken.




De tuktuk is een ideale manier om van de ene naar de andere tempel te gaan omdat het complex zo gigantisch groot is. Natuurlijk beginnen we bij Angkor Wat zelf dat natúúrlijk als wij er komen voor een deel in de steigers staat. Hebben we nu altijd... Maar dat doet niets af aan de grootsheid van het complex, hoewel het ons veel doet denken aan Ayutthaya en Sukhothai in Thailand. Stelletje verwende reizigers. Nee, dan het Banyon met zijn schitterende gezichten uitgehouwen in de stenen of Ta Promh waar de wortels van de jungle de tempel hebben overwoekerd. Prachtig om te zien, kijk zelf maar!
Oh, ja de opmerking van de dag: We lopen in een prachtig versierde tempel waar bijna duizend jaar geleden allemaal vissen, schildpadden en krabben op de muur gebeeldhouwd zijn door arme boeren voor een of ander rijke heerser. Kathy kijkt er naar terwijl ik vertel uit de Lonely Planet welke koning het was en zij zegt alleen maar: ‘Oh, dat zal dan wel een koning zijn geweest die net zijn duikbrevet had gehaald!’ Hoe verzin je het?




Kennen wij jullie niet ergens van?
Donderdag 21 januari 2010. Siem Reap, Cambodja.
De afgelopen dagen was het regenachtig dus hebben we onze plannen wat moeten bijstellen. Dat wil zeggen dat we gewoon wat langer blijven. We hebben de dagen dus benut om extra les te geven.



Gisteren zijn we na de les als verrassing naar een zwembad bij een ander hotel gegaan (voor een paar USD mag je daar gebruik van maken). Het was 22 graden, maar in de regen kregen we het toch wel koud. Ik heb daar de beloofde zwemles van Floortje en Kathy gekregen. We hadden namelijk, nadat Floortje haar C-diploma had behaald, gezegd dat als ik hen als meester les zou geven, zij mij zwemles zouden geven omdat ik nooit verder ben gekomen dan mijn B.diploma.
Vandaag hadden we plannen om na het onverwachte bezoek aan de Cambodjaanse opticien (het pootje van Wendy’s bril brak af, voor 50 USD heb je een nieuwe design bril, nieuwe glazen plus meting en binnen 30 minuten is het klaar) naar een vlindertuin te gaan.
’Butterfly garden is only ten minutes, two dollar, oké?’ Wat bleek, Butterfly Garden Hotel is inderdaad tien minuten, maar de vlindertuin waar wij naartoe wilden was 35 kilometer verder. Dat doen we dan liever de volgende keer als we weer naar Angkor Wat gaan en er in de buurt zijn. Dus maar even shoppen in een Westerse supermarkt hier. Echte koffie, kaas, van Houten chocolade, vleeswaren verpakt in de koeling, net of je in de ‘Le Clerq’ loopt. Staan we bij de kassa, horen we ineens achter ons: ‘Hé, jullie zijn toch van Verre Reizen met Kinderen? MaWeKa of zo?’ Ja hoor, komen we mensen tegen die net als wij met het gezin een half jaar aan het reizen zijn en die we op de website verrereizenmetkinderen.nl zijn tegengekomen. Met Danielle (http://www.kakakee.nl) heb ik zelfs nog gemaild vanuit Nederland omdat zij toen al onderweg was en wij info zochten! Met hen hebben we dan ook 's middags nog wat gedronken en ervaringen uitgewisseld.
's Avonds zijn we naar een fluorescerend, kitscherig verlichte nachtmarkt/kermis geweest waar een paar ouderwetse kermisspullen stonden en kraampjes waar je met dartpijltjes ballonnen kon kapot gooien. Ze hadden er echter heel veel foodstalls waar je eten kon halen en daarna op een matje langs de kant van de weg kon nuttigen. Erg leuk én lekker.
Opmerking van de dag. Wendy: ‘Die eetstalletjes komen op zo'n kermis af als vliegen op de stroop’. Kathy: ‘Nou ze komen er volgens mij eerder op af als vliegen op een gloeilamp!’



Niets hebben, alles delen?
Vrijdag 22 januari 2010. Siem Reap, Cambodja.
We hebben een trip gemaakt met de jeep van ons guesthouse (Baca Villa). De eigenaar, Jan, heeft een vijftal jaren geleden zijn bedrijf verkocht en ging reizen door Zuidoost Azië. In Cambodja kwam hij in contact met een gezin waar hij een zwak voor kreeg. Ze hadden niets hier in de stad en kwamen oorspronkelijk van een dorpje Chhuk, 35 kilometer van Siem Reap. Hij ging daar op bezoek en van het een kwam het ander. Nu werkt de familie in het guesthouse en ondersteunt hij het dorp met een school, gezondheidszorg (afgestudeerde vrijwilligers uit NL) en is bezig met de bouw van een ziekenhuisje. Wij zijn met een van de familieleden in een Jeep op bezoek geweest in het dorp. Je zit maar bijna drie kwartier in de auto en je bent in een totaal andere wereld. Natuurlijk zien ook wij op TV genoeg ellende en armoede om er murw van te raken, maar om er midden in te zitten...



De mensen hier leven echt met bijna niks meer dan hun rijstakkertje, leven daar hun hele leven en zijn dolgelukkig met bezoek vanuit de buitenwereld. Niet één keer werd er om geld of spullen gevraagd, de mensen vonden het gewoon leuk dat we op bezoek kwamen. We hebben de schooltjes, het ziekenhuis en de hut van de vrijwilligers bezocht en verder vooral door prachtig landschap gereden. Natuurlijk ging onze jeep onderweg kapot, (de accu zit onder de bijrijderstoel die iedere keer omhoog en omlaag geklapt moet worden bij het in- en uitstappen, een van de kabels had klem gezeten onder mijn 85? kilo, krak, dus konden we niet meer starten. Aanduwen dus!).



Vooral de kinderen waren allemaal enthousiast en kwamen letterlijk de huizen uitrennen om die blonde meiden te zien en ‘Hello!!!’ te roepen. In de schooltjes zijn de meiden gewoon aangeschoven in de banken en deden mee met de Engelse les. De klassen bestaan uit tien tot dertig kinderen (afhankelijk van wie er komt opdagen, want nummer 1 prioriteit is eten. Dus moet er gewerkt worden? Dan geen school!). Om ze wat hygiëne bij te brengen is het na de school tandenpoetsen aan de pomp, dus ook daaraan moesten de meiden mee doen.
Wat ons behalve de armoede het meest heeft geraakt, is de ongedwongen en open vriendelijkheid van de mensen. Ze hebben niks maar willen alles WAT ze hebben graag delen met iedereen die interesse in ze heeft.


Verslag van Floortje:
Vrijdag 22 januari 2010. Siem Reap, Cambodja.
We zijn naar een schooltje geweest en daar heb ik lekker gezeten op een bankje. Het was een leuke maar wel andere school. De kinderen moesten als ze antwoord wilde geven hun vinger opsteken maar ook opstaan als ze tegen de meester praten. Ook
moesten we met z'n allen tandenpoetsen bij de waterpomp buiten op het schoolplein. In sommige ramen zit geen glas maar tralies en andere zijn alleen maar gaten met een dichtklap-luik ervoor.
We hebben Engels geleerd en een rijmpje:

Wan tats jor tang
Toe tats jor sjoe
Tree tats jor knie

(One, touch your tongue. Two, touch your shoe. Three, touch your knee )

Het was leuk en we deden het allemaal tegelijk! Ik heb ook een vriendinnetje in de klas gemaakt, we deden grapjes uithalen. Na school hebben we nog tikkertje gedaan op de weg. De kindjes hadden wel allemaal vieze en oude kleren aan maar waren lief. In de auto als we langsreden riepen alle kindjes "hello" en dan riep ik terug "Li Hai" en dan zeg je gewoon doei eigenlijk.
Li Hai en tot de volgende keer, liefs Floortje




Picknicken in een tempel
Zaterdag 23 januari 2010. Siem Reap, Cambodja.
Vandaag zijn we weer naar Angkor Wat geweest voor de ‘verre’ tempels oftewel de Grote Route. Hadden we de eerste dag de (meest bezochte) tempels die bij elkaar in de buurt lagen bezocht, nu gingen we voor de wat meer afgelegen tempels. Een stuk minder bezocht maar wel veel in de tuktuk gezeten en de meiden vonden het dan ook geen straf. Voor we weg gingen eerst naar de ‘Angkor Market’ bij ons om de hoek. Dat is een westerse supermarkt waar we eerder al over schreven. Pain du chocolat en croissant voor ontbijt met melk (wat later een soort yogidrink bleek te zijn... maar de meiden klaagden niet). Stokbrood en La Vache qui Rite erbij voor de lunch en we zijn weg.




Vandaag is het weer warm en zonnig dus op de ‘bekende’ plaatsen stikte het van de toeristen die we in onze tuktuk zo voorbij reden. De tempels van vandaag schitterden in pracht en (relatieve) rust. In een van de tempels zijn we aan de zijkant op een muurtje van bijna twee eeuwen oud neergestreken met uitzicht op een Khmer-tempel en hebben daar onze picknick gehouden. Is weer eens wat anders dan het Poelbos zullen we maar zeggen. Onderweg terug naar de ‘stad’ kwamen we nog de nodige buffels in het veld, varkens op de brommer en fietsen beladen met twee meter hoge balen rijststro tegen, dus genoeg te zien.





Thuisgekomen hebben we gedoucht, heb ik de rugzakken weggebracht om de Cambodja vlaggen erop te laten naaien en hebben de meiden lekker gerelaxt. Daarna weer naar de nachtmarkt waar we aan de kant van de straat voor 12,00 USD met z'n allen hebben gegeten en gedronken. (Oke, als je LIMEshake besteld en je krijgt PINEAPPLEshake, en als je CHICKEN besteld en je krijgt SHRIMP, moet je niet al te moeilijk doen. En ach, het is toch allemaal lekker?!)


In de hoeven
Maandag 25 januari 2010. Siem Reap, Cambodja.
Kathy is blij. Heel blij want ze mocht om 07.30 uur uit haar bed om... paard te rijden, samen met mama. We zagen in de stad een advertentie voor de Happy Ranch waar je een paard (eigenlijk meer pony's) kunt huren voor een buitenrit door het Cambodjaanse landschap. Kathy’s Balou was een bruine hengst die graag in galop ging en dat vond Kathy helemaal niet erg. Samen met mama en een begeleidster hebben ze zo'n uur rondgereden en daarna natuurlijk nog het afzadelen, wassen, verzorgen, etc etc. Helemaal glunderend kwam ze terug. Floortje en ik hebben de ochtend relaxed doorgebracht met uitslapen, stoeien, ontbijten en toen naar het Butterfly Garden restaurant om daar te chillen onder genot van een kopje koffie, een sprite en honderden vlinders. Samen met een boekje op de ligbanken weggezonken in de kussens rustig een uurtje hangen terwijl de vlinders om je hoofd vliegen is echt rustgevend, dat zouden meer mensen moeten doen :-)




's Middags zou Wendy even de weektaken voor Kathy en Floortje uit gaan printen. Het heeft haar bijna anderhalf uur gekost. Halverwege kwamen ze er in de printshop achter dat de PC waar ze achter zat eigenlijk toch niet op een printer was aangesloten. Toen ze op de goede PC helemaal opnieuw was begonnen kwamen ze zich er iedere keer mee bemoeien. Wat ook niet echt helpt als je je wilt concentreren. En als klap op de vuurpijl, bleek de afgesproken 100 Riel per pagina ineens 500 Riel te zijn en kleurenprints, waar we niet om hadden gevraagd, 2.000 Riel, of we even 25 $ wilden betalen. NOT!)
Om bij te komen nam Wendy toen in een restaurantje een lekkere lemonjuice with ice en prompt kreeg ze buikpijn. Het gevolg? 's Avonds toen we net wilden gaan eten MOEST Wendy terug, meteen naar de wc en vervolgens in bed gekropen waar ze vandaag bijna de hele dag ook niet uit is geweest. Gelukkig gaat het nu al wat beter en kunnen we waarschijnlijk overmorgen naar Battambang.
We hadden daarvoor tickets geboekt (en betaald) voor morgen, maar gezien Wendy's conditie ging ik maar even terug naar het boekingskantoortje om te kijken wat de mogelijkheden waren om dat een dag te verzetten. Moet je in Nederland eens proberen om een geboekte en betaalde reis van een hele dag met aansluitende taxibus, daarna boot, en vervolgens bus te gaan wijzigen een dag van tevoren. Hier gaat dat heel eenvoudig. ‘May I have your ticket please?’ Ze krast de ‘6’ van 26 januari door, zet daar een ‘7’ boven , ze brabbelt nog even iets in de telefoon waarvan ik ‘Baca Villa’ en ‘26th is now 27th’ versta en ze zegt: ‘Have a nice day sir, hope the miss will feel better soon’. Klaar!! Niks geen 25% refund regels of moeilijk doen. Kun je morgen niet? Dan kom je toch overmorgen!


Dertien uur op de slowboat
Donderdag 28 januari 2010. Battambang, Cambodja.
Na een dagje relaxen om Wendy nog een beetje rust te gunnen, zijn we 's avonds met Danielle, Norbert, Naoussa en Idanika (dat andere ‘vreemde’ gezin dat ook een half jaar met hun kinderen rondtrekt) nog een afscheidsdiner gaan eten in de buurt van Pubstreet waar het allemaal gebeurt in Siem Reap. Erg lekker en uitgebreid voor ‘weinig’. De volgende dag gingen wij namelijk weg en zij bleven nog even voor ze verder trekken. Erg leuk geweest om een paar keer met zielsverwanten te kunnen praten over dingen die iemand anders ‘toch niet snapt’.
De oppiktijd bij ons guesthouse was weer lekker op zijn Cambodjaans, tussen 06.00 en 07.00 uur. Om 05.30 uur waren we dus al uit de veren om op tijd klaar te staan. Alles was al ingepakt, onze zak met reisvoer (Veel water, noten, mueslikoek en ander powerfood want je weet nooit hoe lang je moet overleven) stond klaar dus laat maar komen! Het ene ticketbureau had gezegd dat de reis zes uur zou duren, de ander vier uur en beiden zeiden ze dat de ander loog. Kathy zei dan ook: ‘Nou dan rekenen we maar op een uur of tien’.
De ene bus na de ander reed voorbij. Als we ons ticket lieten zien was het: ‘No, wrong company’. Ondanks dat we dit vaker hebben gedaan vragen we ons toch weer af of het wel goed is gegaan. We hebben de vertrekdag veranderd, hebben ze dat wel goed begrepen? Maar ook nu maken we ons zorgen om niks. Om 06.30 uur komt ons busje voorrijden en weg zijn we. Eerst een tour door de stad om anderen op te pikken van diverse hotels en guesthouses en dan naar de pier voor de slowboat. Daar aangekomen worden we meteen bestormd door mensen die zeggen dat er op de boot niks te koop is, dus hebben ze baguettes en smeerkaas in de aanbieding voor ontbijt en trossen bananen. Voor de zekerheid (en omdat banaantjes hier zo lekker zijn, toch bijna niks kosten en goed vullen) maar een tros meegenomen. (Wijsheid, bleek achteraf…)
Op het gemakje zakten we de rivier af en na vijftien minuten bleek het al de moeite waard. We vaarden langs dorpjes waar de mensen allemaal echt van en op de rivier leven. Huisjes op vlotten, schooltjes gesticht door Unicef op vlotten, winkeltjes, naaiateliers, garages, visverwerkingsfabriekjes zelfs varkenshokken op vlotten en vlotten volgestort met aarde waar mensen wat groenten of bloemen op proberen te telen. Overal lagen kleine bootjes bij de huizen en in ieder dorp werd ons aankomst met luid getoeter aangekondigd waarop we midden in het dorpje stopten en diverse bootjes onze kant op kwamen om mensen en spullen op of van de boot te zetten/halen.


Daarna het Tonle Sap meer op, wat te vergelijken is met het IJsselmeer maar dan een keer of tien groter, zo ook de golfslag... De reispillen werkten gelukkig prima!
Na drie kwartier gingen we weer de rivier op richting Battambang. Niet alleen is de rivier hier veel smaller, maar ook (nog) een stuk armoediger. Hier kwamen we echt mensen tegen die, behalve een paar stokken met een zeiltje erover op een krakkemikkig bootje waar ze wat visjes mee konden vangen, verder echt niets bezaten. Kinderen die alleen in een kapot en vuil T-shirtje liepen zonder verdere kleren, vaak niet eens een onderbroekje. Maar allemaal zo enthousiast! Allemaal zwaaien, jong en oud! De kinderen die meerennen met de boot over de oever en maar roepen ‘Hello, Hello’, en helemaal in een deuk liggen als wij in ons beste Cambodjaans ‘Soe Sadai’ (hallo) of ‘Li Hai’ ( Doei) riepen.
De rivier is nu wel op een laag niveau en dat zie je ook. De oever is soms bijna drie meter hoog en in de boomtoppen lagen verdorde waterplanten. Ongelooflijk dat er zo'n verschil in waterhoogte kan zijn!


De rivier was hier, zoals ik zei, een stuk smaller en dat betekende dan ook dat we regelmatig bij bochten moesten steken om er doorheen te kunnen. Voor we bij een bocht kwamen werd er al luid getoeterd om het tegemoetkomende verkeer te waarschuwen dat het aan de kant moest. Een paar keer werd de bocht verkeerd ingeschat en zaten we met de neus in de oever geboord. Een hoop geschreeuw, een paar keer steken en we konden weer verder tot... de motor uitviel en we stuurloos tegen de kant dreven. Het mooie is dat iedereen die deze boottocht maakt, al meerdere tijd/weken rond moet reizen anders kan je bijna niet op deze boot terechtkomen. Niemand was dan ook erg ongerust en iedereen ging door met lezen, muziek luisteren, hangen, slapen of wat dan ook. De ‘crew’ dook de motorkamer in en na drie kwartier deed-ie het weer en konden we verder. De meiden hebben die tijd benut door op het gemakje wat huiswerk te doen. Hangend op wat rugzakken of liggend op een leeg plekje op het dek maken de meiden gewoon hun ‘Pluspunten’ of ‘Taal op Maat’.
We hadden daar ook meteen de opmerking van de dag te pakken. Een andere gast op de boot: ‘Het duurt wel lang hè, voor ze het hebben opgelost’. Wendy: ‘Dat is het risico als je met ons reist, wij hebben altijd pech met de boot of bus’. Gast: ‘Oh, hoe lang duurt het dan meestal’. Wendy met een knipoog: 'Nou, meestal een halve dag’. Waarop Kathy even van haar boek opkijkt en zegt: ‘Tsja, het heet ook niet voor niks de SLOWboot’.
Na een prachtige reis kwamen we dan uiteindelijk om 18.30 uur aan in Battambang. Nadat we in de tuktuk naar ons guesthouse The Bungalow waren gebracht en lekker zaten was het inmiddels half acht dus waren we in totaal dertien uur onderweg geweest. Zelf Kathy was dus nog te optimistisch geweest. We waren inderdaad moe maar ook allemaal voldaan. Ook Kathy en Floortje hebben de reis heel mooi en leuk gevonden door alles wat er te zien was. Letterlijk zonder één wanklank. ‘Dit vond ik zelfs nog leuker dan vier uur in een bus zitten!’ Ze hebben natuurlijk weer een staande ovatie gehad bij aankomst. Van tevoren hadden we hier gereserveerd en konden we kiezen tussen twee bungalows voor 35,00 USD tezamen of een familiekamer voor 55,00 USD. Bij aankomst zag hij ons echter met de twee meiden en zei: ‘You get the familyroom for 35,00 USD, is better for you’. Zie je wel dat het nut heeft om je kinderen mee te nemen op zo'n reis!




Scheuren met de bamboetrein
Vrijdag 29 januari 2010. Battambang, Cambodja.
De vrijdag stond in het teken van onze excursie en de toetsen van de meiden. Om met het tweede te beginnen, de meiden hadden weer prima scores. Floortje drie leesfoutjes in de mondelinge en een in de schriftelijke opdrachten van Leeshuis. Kathy had rekenen (pluspunten) en had één echt foutje. De Wereldschool kan weer trots zijn! (Wij ook!)
Onze excursie begon een beetje té toeristisch naar onze smaak en ik dacht: ‘hmmm, misschien toch zonde van die 15,00 USD’. Eerst gingen we naar een krokodillenfarm waar de oorspronkelijke eigenaren van de handtasjes, koffers en schoenen van volgend jaar rondliepen. Natuurlijk vond de gids het ‘leuk’ om ze met een bamboestok te porren zodat ze boos hun bek open deden. (Dieren hebben hier nul waarde behalve als gebruiksartikel of voedsel. Nu lust ik zeker ook een stukje vlees en weet dondersgoed dat die dieren ook alleen voor het eten worden gefokt maar om ze nou te gaan pesten…) Daarna naar een fabriekje waar ze de rijstvellen voor loempia's maken en vervolgens naar een paar mensen die sticky rice nog op de oorspronkelijke manier in een holle bamboe boven het vuur maken. Leuk om te zien hoor, maar niet om nou over naar huis te schrijven. (Wat ik nu dus juist WEL doe.) Vervolgens naar een Rode Khmer monument wat wel confronterend was omdat de schedels en botten voor de ramen liggen opgestapeld en in sprekende beeldhouwwerken de gruwelen van die tijd werden verbeeld. Maar ja, dat is hier wel de werkelijkheid dus word je
er ook mee geconfronteerd.
Als laatste hadden we echter iets dat alles weer goed maakte want we zijn op de bamboo train geweest. Je hebt er niet veel voor nodig, een bamboe plank, twee stellen kleine treinwielen, een motor met een V-snaar die je op de achteras aansluit, een vervallen oud spoorlijntje, ‘een machinist’ en een paar Nederlanders met kinderen die wel van spanning houden! Er ligt maar één spoor en je moet daarover heen en terug, dus bij tegenliggers is het opletten en op tijd remmen geblazen! Natuurlijk kwamen wij er een paar tegen en dan wordt er dus één treintje afgebroken en naast de rails neergelegd, de ander rijdt door. Je bouwt het treintje (in twee minuten) weer terug op en je gaat weer verder. Lachen en gillen, die meiden!
Floortje had bij het avondeten dan ook de conclusie: ‘Volgens mij heeft niemand van de klas vandaag op zo'n leuke trein gereden als wij!’ Dat avondeten was trouwens vanavond ook wel weer iets aparts. We werden (omdat ons guesthouse rustig maar wat afgelegen ligt) door onze tuktukchauffeur afgezet bij ‘Battambang BBQ & Buffet’, een aanrader als je hier eens een keertje bent, zeker met kinderen! Hoe het er uitziet? Een stenen tafel met een gat in het midden waar ze een BBQ met gloeiende kolen in hangen, daarover wordt een ijzeren rand overheen geplaatst waarop een soort wok wordt gezet maar dan met de bolle kant naar binnen geslagen. In die bolling sla je wat spleten met een schroevendraaier en onderin hou je een gootje over. In dat gootje gooi je flink wat water en op de bolling met de spleten wordt een flink stuk reuzel (varkens buikvet) gelegd om de bolling goed vet te houden tegen het aanbakken. Ga naar het buffet en kies je vlees, vis, groenten of wat je maar wilt om op de BBQ te leggen en kies groenten, mie, et cetera om in het water te laten koken als een soepje.Hoe langer je bezig bent, hoe kruidiger en lekkerder de bouillon onderin wordt. Het is ‘eat as much as you want’ en de heren obers rennen heen en weer om je van ijs en drinken te voorzien. Heel leuk om te doen met kinderen en met z'n allen mochten we voor deze maaltijd inclusief drank 22,50 USD afrekenen. Voor hier een dure maaltijd, maar zo leuk en lekker om te doen!




Leuke attractie
Zaterdag 30 januari 2010. Battambang, Cambodja.
We hebben besloten dat vandaag de laatste dag Battambang wordt en we willen nog een paar dingen zien. Met de tuktuk eerst naar een Cambodjaanse wijnproeverij (had van ons ook aan het einde gemogen…). Om 09.30 uur smaakt zo'n wijntje niet echt. De wijn was dan ook niet erg goed, hier zijn ze er trots op maar nee, ‘erg hoog in het zuur en een te droge nasmaak’. Het druivensap kan de meiden echter wel bekoren dus daar maar twee kleine flesjes van meegenomen voor de vitamientjes.
Ook gingen we naar een tempel waar ook vliegende honden (Fruitvleermuizen) in de bomen hingen en waar een marktje was. Altijd met volle maan wordt deze markt gehouden en dat het volle maan is merken we ook wel. Nu, om 22.16 uur, horen we nog steeds boeddhistisch gezang uit de luidsprekers van de tempels komen en we hadden vuurwerk vanavond. Daarna nog naar een andere tempel hoog op de berg. Floortje heeft ze geteld: 236 ongelijke treden van duizend jaar oud. En dat rond twaalf uur, het warmste uur van de dag! Waarom ze dat ding nou niet gewoon beneden bouwen? Ik zag een prachtig vlak plekje dat er prima geschikt voor was. Maar goed, we hadden wel een mooi uitzicht hoewel de meiden mopperden dat de tempel niet eens mooier was dan Angkor Wat.



Als laatste nog op een brommertje (het was te steil voor de tuktuk) naar de ‘killing caves’ waar tijdens het Pol Pot regime, duizenden intellectuelen zoals monniken, leraren en architecten bovenop een grot zijn doodgeschoten en geslagen waarna ze door een gat in de grot gegooid zijn. De meeste lichamen zijn na de oorlog naar boven gehaald en alsnog gecremeerd en in een monument bijgezet. Later hebben ze nog ongeveer honderd skeletten dieper in de grot gevonden. Deze zijn nu in een glazen kubus naast een tempel in de grot bijgezet. We hebben de meiden (afgewogen) zo eerlijk mogelijk verteld wat er was gebeurd (zonder de gruwelijke details) en ze waren er wel stil van maar niet geshockeerd.
Terug moesten we over de weg van Pailin naar Battambang. We wilden in eerste instantie via Pailin Cambodja binnen komen maar dat was ons afgeraden en niet voor niets bleek nu. We moesten maar een stukje van tien kilometer, maar we kregen van de tuktuk chauffeur eerst mondkapjes om voor te doen. Ze noemen de weg ‘Road to hell’ en dat was het ook. Héél erg stoffig en vol met kuilen. Als we een auto of vrachtwagen zagen die ons tegemoet kwam of in ging halen riepen we al: ‘Ogen dicht!’. Werkelijk één grote stofwolk die over ons heen blies. Zelfs met mondkapjes was het nog pittig. Op deze weg kwam de grap van de dag. Wendy zat hotsend en schuddend in de tuktuk. Kathy zei: ‘Nou mam, leuke attractie voor je borstjes!’.
Na een snelle douche bij thuiskomst waren wij gelukkig weer verlost van het stof. Naast die weg wonen ook veel mensen, zij zitten daar dus 24 uur per dag in!



Loopt een man door Phnom Penh...
Zondag 31 januari 2010. Phnom Penh, Cambodja.
Wat een relaxte dag eigenlijk. De busreis die volgens de touragenten zes uur zou duren, heeft maar zes-en-een-half uur geduurd en dat met vier stops terwijl we er normaal maar een hebben op zo'n reis. Ik verdenk de chauffeur er dan ook van een uitgebreide familie te hebben die zich strategisch langs de weg naar Phnom Penh opstelt om overal drinken en eten te verkopen. Maar goed, we waren er dus op tijd en gingen, nadat we eerst vijf brommers uit het laadruim van de bus moesten laden, met een tuktuk op weg naar het Casa Hotel. Dat hadden we gevonden via Agoda en beloofde voor 22,00 USD per nacht een hotel met zwembad! Boeken van tevoren lukte niet dus op de bonnefooi ernaartoe. Daar bleek dat de kamers 50,00 USD waren en het zwembad was wegens onderhoud niet beschikbaar! Nou, dan zoeken we wel verder.
Uiteindelijk zijn we beland in het River Star hotel, 30,00 USD per nacht en aan de rivier, met een ruime kamer en balkon. Voor reizen met kinderen een vereiste want tot 23.00 uur in een kroeg hangen gaat niet, en om nu al om acht of negen uur naar bed te gaan is ook niet waarvoor we zijn gekomen. (Nu valt wel ineens het licht op het balkon uit. Even de schemerlamp uit de slaapkamer halen)
Zo, we zijn er weer, romantisch met avonduitzicht over de rivier met (nu) ook romantisch licht. We zitten midden in het centrum en gaan morgen de omgeving verder verkennen. (Dat we vanavond weer heerlijk met z'n vieren hebben gegeten voor 22,00 USD ga ik niet meer vermelden, dat wordt op de duur zo saai…)
Nog wel de opmerking van de dag, deze keer van Wendy. We zitten, nadat we de spullen in de kamer hebben gezet, even lekker aan de borrel op een terras. Komt er ineens, midden in Phnom Penh, een man met zijn olifant aan een touw voorbij. Marty: ‘Nou ja, de een laat zijn hond uit, de ander zijn olifant, verschil moet er zijn’. Wendy: Oké, maar dan moet je wel een enorm poepzakje bij je hebben!’.




Ook de minder leuke kanten
Woensdag 3 februari 2010. Phnom Penh, Cambodja.
De afgelopen dagen hebben we de omgeving verkend en excursies in de stad gemaakt. Nou ja, stad... Oké, het is dan de hoofdstad van Cambodja maar als je met een tuktuk een kwartier buiten het toeristencentrum gaat, lopen de koeien gewoon over straat hoor. In de stad zelf is het duidelijk merkbaar dat Cambodja een Franse kolonie is geweest; menukaarten in het Frans en de ‘supermarktjes’ verkopen baguettes en brie. Ik haal dus 's ochtends een stokbroodje en een pak melk, smeer ons ontbijt op het balkon en dit laten we ons smaken op ‘ons’ muurtje langs de rivier met uitzicht op de vissers. Niet alleen lekker en gezellig maar ook erg budgetvriendelijk!
Gisteren gingen we naar het Koninklijk paleis en kwamen daar iets na elven aan, maar tussen 11.00 en 14.00 uur is het gesloten... Dus dat maar bewaren tot morgen. Dan maar naar The Russian Market. Er is niks Russisch aan, maar waarschijnlijk werd deze markt vroeger gerund door voornamelijk Russen of misschien zat het Russische Consulaat daar, dat hebben ze me niet duidelijk kunnen maken. Vooral lekker goedkoop shoppen voor katoenen shawls, een pyjama voor Kathy en een overhemd voor mij.
Daarna zijn we gaan eten bij Boddhi Tree Umma, volgens de Lonely Planet een beroemd guesthouse annex restaurant gerund door voormalig straatkinderen. Nou, dat het beroemd was merkten we want alle tafeltjes waren bezet. Gelukkig bleek dat een buslading toeristen te zijn die ook allemaal weer tegelijk weg moesten naar de volgende attractie en toen was het restaurant weer bijna leeg. Prima gegeten. Omdat de Boddhi Tree recht tegenover het Tuol Sleng museum ligt, zijn we daar vervolgens naartoe geweest. Het is niet echt een museum waar je heen gaat voor de mooie kunst of gezelligheid, dit is het genocide museum. In de tijd van Pol Pot was deze voormalige school een van de belangrijkste gevangenissen en martelcentra. Vergelijkbaar met Auswich tijdens WO II.
Omdat we wisten dat er ook beelden werden vertoond die minder voor kinderogen geschikt zijn, ging Wendy of ik eerst een zaal binnen om te kijken of het kon. We hoefden maar drie zalen over te slaan. Voor de rest heeft het erg veel indruk gemaakt op de meiden. We hebben er dan ook nog uitgebreid over nagepraat en extra uitleg gegeven toen we na afloop op een terrasje zaten om bij te komen én bij het avondeten. Vooral Kathy zat vol vragen en wilde alles weten. Het is geen leuke materie maar aan de andere kant is dit ook een deel van Cambodja. Wij vinden het belangrijk dat de meiden tijdens deze reis niet alleen de mooie stranden van Cambodja leren kennen, maar (in zorgvuldig gedoseerde porties) ook de geschiedenis van het land. Het is leerzaam en allebei de meiden gaven aan dat ze het wel spannend vonden maar niet te eng.




Ook zijn we toch nog naar het Koninklijk Paleis geweest. Het lijkt wat op het Golden Palace in Bangkok maar dan veel kleiner en ook wel minder indrukwekkend. Het was zelfs zo erg dat ik er halverwege de route ontdekte dat we hét topstuk van het paleis, de Zilveren Pagoda, al in en uit waren geweest zonder dat we het echt in de gaten hadden gehad... Oké, mijn schuld want pas halverwege vond ik de Lonely planet ergens in de ‘altijd mee rugzak’ en kon ik nazoeken wat nu eigenlijk wat was. Teruggegaan naar de Zilveren Pagoda want daar moet de vloer belegd zijn met duizenden bewerkte zilveren tegels. Toen we er op letten, zagen we wel een stukje van de zaal (omheind) met wat zilveren tegels maar voor de rest werd de vloer bedekt met versleten tapijttegels. Dus niet zo vreemd dat we het niet in de gaten hadden.


Strandleven
Zaterdag 6 februari 2010. Sihanoukville, Cambodja.
Ik zit hier nu op het terrasje voor onze kamer, ‘n rood wijntje (uit de minimart) erbij, getjirpt van de krekels en het geluid van de branding op de achtergrond. We verblijven in het Tranquility Guesthouse, Serendipity beach, Sihanoukville. Maar voor ik verder vertel over al het heerlijks hier, eerst over de vorige dagen. Eigenlijk zouden we de 4 februari al naar Sihanouk gaan maar Kathy was een beetje ziekjes. Hetzelfde als mama, diarree, misselijk en gewoon ff niet lekker. We bleven dus maar een dagje extra en zijn de vijfde vertrokken. Die extra dag bleef ik bij Kathy terwijl Wendy en Floortje een ‘meidendag’ hadden. Ze gingen naar een zwemparadijs (erg ouderwets en toe aan renovatie maar er is water, er zijn glijbanen dus wat wil je als kind nog meer?) De volgende ochtend weer op tijd uit bed voor de bus naar Sihanoukville. De genoemde vier uur bleek maar vijf uur te zijn, een prima planning dus.
Daar aangekomen werden we niet bij het busstation afgezet maar een kilometertje daarvoor (schat ik in) op een soort uitvoegstrook midden in Sihanoukville. Erg ‘verassend’ stonden daar al een heleboel tuktuks te wachten. Toen we zagen dat de buschauffeur van alle vertrekkende tuktuks wat geld toegestopt kreeg, snapten we ook meteen waarom we daar werden afgezet. Het inmiddels standaardtafereel speelde zich af: nog voor je de bus uit bent word je in de uitgang al belaagd met aanbiedingen. Maar inmiddels net zo standaard spoed ik me naar het laadruim waar ze de bagage er uit fl*kkeren, alsof de bus zsm leeg moet. Ik vang onze rugzakken op, Wendy pakt ze aan en zet ze bij Kathy en Floortje neer die de boel bewaken en geduldig tegen iedereen zeggen: ‘No, thank you, later maybe!’ Voordeel is dat eer wij alles eruit, gecontroleerd en neergezet hebben de meesten al weg zijn. De achtergebleven tuktukkers beginnen hem al te knijpen en zijn meer geneigd tot onderhandelen dus in plaats van voor 5,00 USD gaan we met een volgepakte tuktuk voor 2,00 USD op weg.
Guesthouse Tranquility is, zoals de naam al aangeeft, rustig en relaxt, aan Serendipity beach, het mooiste en meest gewilde strand. We zitten aan het eind van het strand, wat rustiger en ze hebben familiebungalows. Ook zitten we op vijf tot tien minuten (door de branding) lopen van hét beachlife van Sihanoukville: BBQ's op het strand, een opblaasbaar waterparkje (glijbaan, klimtoren, springkussen, etc) waar de meiden voor 3,00 USD de hele dag in mogen, sunset in een lounge-stoel terwijl je Angkor Draft en pinacolada wordt geserveerd. Dat werk.
Bij vertrek uit Phnom Penh voelde ik me al niet zo 100% en, je raad het al, hetzelfde als de meiden. De eerste avond heb ik in bed doorgebracht met als diner twee paracetamol en een halve fles water. Het hoort erbij dat je het een keer hebt en gelukkig was ik vanmorgen weer helemaal het mannetje.
Voor morgen hebben we een duikdag voor Kathy en mij geregeld en Wendy en Floortje gaan mee om te genieten van een bijna onbewoond eiland.
Vanmiddag op het strand zijn we, na letterlijk tachtig mensen aan onze handdoek gehad te hebben (want het is hier echt wel 'erg'), gezwicht voor twee meisjes die voor ons alle vier een armbandje hebben gevlochten. Ieder zijn eigen kleur met erin gevlochten de naam ‘MaWeKaFlo’. We hebben dus meteen een familieyell: ‘MA!’ (Marty zijn hand naar voren), ‘WE!’ (Wendy haar hand naar voren), ‘KA!’ (Je snapt ‘m wel), ‘FLO!, Yyyyyeeeehhhhhh!!’ (handen omhoog)!





Duiken bij Koh Rong
Maandag 08 februari 2010. Sihanoukville, Cambodja..
Voor een dagje duiken moet je hier wel vroeg uit de veren! Om 07.15 uur moesten we ons met z'n allen melden bij de duikschool om vanaf daar in de verlenge tuktuk (zeg maar een tukousine) te vertrekken naar de haven. Natuurlijk bleek de boot waarmee we eigenlijk zouden gaan net gisteren stuk te zijn gegaan.. maar goed geen nood, een gecharterde grote vissersboot bracht ons in tweeënhalf uur naar het eiland Koh Rong. Floortje en Wendy gingen aan wal om te gaan relaxen, schoolwerk doen en genieten van het eiland. Op het eiland kwamen de meiden nog een (Duits) gezin tegen dat ook met hun kinderen aan het reizen was en waarvan de oudste ook schoolwerk moest doen. Naast elkaar op het terras met uizicht over de blauwe zee en plukjes eilanden hebben ze dan ook samen zitten 'zwoegen' op hun rekenen.
Kathy en ik gingen nadat alle duikspullen en flessen waren opgeladen naar de eerste duikspot van de dag. Voor Kathy enerzijds erg leuk omdat ze nu alleen nog maar hoeft te fundiven en geen 'bijzondere verrichtingen' meer moet doen. Aan de andere kant ook wel spannend omdat ze nu voor het eerst zonder haar instructeur, met alleen maar vreemden (en papa) gaat duiken.
Op Koh Chang, waar ze haar brevet haalde, hadden ze materiaal dat op kinderen is afgesteld. Bij een 'normale' duikschool zoals waar we nu gaan duiken hebben ze dat alleen niet. Wisten we van tevoren uiteraard. Een duikpak, vinnen en duikvest gaat nog wel. XXS past goed, maar de loodgordel kan bijna twee keer rond haar middel, haar masker beslaat bijna haar halve gezicht en de fles is dezelfde die ik ook krijg, dus groot en vooral zwáár. Ze geeft echter geen krimp en sjouwt alles naar achteren waar ze haar vinnen aan moet doen.
Op één been staan met alles aan op een deinende boot om je vinnen één voor één aan te doen is voor mij iedere keer al een knap staaltje evenwichtkunst, laat staan voor Kathy. Terwijl iemand van achteren haar fles vasthoudt en haar zo wat steun geeft, flikt ze het kunstje en hoppa, overboord! Zodra we met z'n allen klaarliggen is het 'duim omlaag' en verdwijnen we in de diepte. Eerst heeft Kathy nog wat problemen om haar oren te klaren tijdens de afdaling en ze dus wat druk op haar oren krijgt, maar zodra dat is gelukt zweven we hand in hand door de prachtige onderwater wereld. Onderweg zien we grote 'maanvissen' en 'hengelaars' van zo'n 40 cm doorsnede in groepen van vier tot zeven op een halve meter voorbij zwemmen, een trekkersvis van 60 cm die angstvallig de grenzen van zijn territorium in de gaten hield toen wij aan kwamen zwemmen maar ook hele mooie kleine dingen zoals een school tropische garnalen en mooi gekleurde zeeslakken. Na drie kwartier was het al weer tijd om naar boven te gaan, maar geen nood, want na een lunch aan boord gingen we op een andere plek voor een tweede duik. Weer een uur lang genieten van onze gezamenlijke natte hobby.
Intens voldaan maar ook volledig afgepeigerd zijn we de meiden op het eiland gaan ophalen en weer 2 1/2 uur varen terug naar de kust. Toen we rond zeven uur weer terug bij de duikschool waren, hadden we dan ook een twaalf uur durende, intensieve dag achter de rug. Snel een klein hapje eten, even kort skypen met het thuisfront en daarna... Slaap! Een heerlijke, diepe lange nachtrust, gevuld met mooie dromen. We hadden het verdiend.



Don Bosco Hotelschool
Dinsdag 9 februari 2010. Sihanoukville, Cambodja.
Een lekkere rustige dag waarbij we de morgen hebben besteed aan schoolwerk. De meester begon de dag met twee kinderen; één uit groep drie en één uit groep zeven die snel aan het werk gezet werden. De juffrouw moest namenlijk de stad in om voor de volgende week de lessen uit te printen en had dus een ATV-tje genomen. Gelukkig was ze snel weer terug en heeft ze op haar vrije dag toch nog wat gewerkt met groep drie.
Nadat we klaar waren hebben we de tuktuk genomen naar de 'Don Bosco hotelschool' in Sihanoukville. Deze is opgezet en wordt gesponsord door Zeeuwse middenstanders waar vooral Wendy er veel van kent. Vergeleken met de overige horeca hier ligt het als eerste een eind weg van de zee en is het vervolgens meer een echt clean hotel dan een gemoedelijk guesthouse. Bij aankomst zien we een kale verlaten weg en een, met hoog beton omheind, terrein waar de tuktukker eerst een paar keer moet roepen en toeteren voor we iemand zien die de grote stalen poort komt open doen (meteen voor de terugweg maar een deal gesloten met de tuktukker want er was verder geen vervoer te zien).
Binnen werden we hartelijk ontvangen maar leken ze wel geschrokken van het feit dat er mensen waren die ineens 'zomaar' langs kwamen. Er bleken in het hele complex twee gasten te zijn en die waren naar het strand, dus waren we helemaal alleen als bezoekers. We kwamen om te lunchen en zwemmen in het zwembad maar het restaurant was binnen: een soort 'Van der Valk'. Niks mis mee maar in een tropisch land willen we lekker buiten aan het zwembad eten. Natuurlijk kon dat maar vanwege de weinige bezoekers bleek de helft van de kaart 'Sorry, no have' te zijn. Uiteindelijk lekker gegeten en gezwommen en zeker prima geholpen door de leerlingen die daar een opleiding en werk hebben. Voor ons was het allemaal wat te steriel en teveel 'westers hotel' Toen Wendy wat ging navragen over de sponsoring en liet weten dat ze een hoop van de sponsoren op het plakaat in de foyer kende (Loontjes, de Stadsschuur, Rosa reisbureau, Sawasdee uit Driewegen, de PZC, etc) werden ze helemaal enthousiast: 'Hector Loontjes is my personal sponsor, Miss Rosa is mine.' Leuk al die reacties! Na terugkomst lekker gerelaxed met een boekje plus de onvermijdelijke BBQ op het strand.
De opmerking van de dag? Floortje leert hier meer en meer Engels en gebruikt dat op haar eigen manier in haar Nederlandse taalgebruik. Zo heeft ze nu de uitspraak, als ze vindt dat zíj genoeg heeft gegeten: 'Hey Mummy, I sit kaai and kaai full hor!' ( oftewel, Mam, ik zit keivol).


Op een onbewoond ei-ei-eiland...
Donderdag 11 februari 2009. Sihanoukville, Cambodja.
De laatste update vanuit Cambodja want morgen gaan we verder naar Vietnam. Toch wel een beetje vreemd dat we nu een land 'gehad' hebben en gedurende deze reis hier waarschijnlijk niet meer terugkomen. Het afscheid hebben we dan ook in stijl gevierd maar daarover straks meer.
Gisteren zijn we namelijk naar Koh Ru (Bamboo island) geweest en hebben daar een nachtje doorgebracht in een luxe kippenhok op het strand. Luxe omdat er een spaarlamp in hing, en er dus elektriciteit was, maar verder gewoon een houten hok van vier bij vier meter op palen met daarin twee kisten van 1.80 x 2 meter waar ze een dubbel gevouwen deken met een schim van piepschuim (het matras) op hadden gelegd. Daarboven twee muskieten netten en op het verandaatje twee hangmatten. That's it! De wc/badkamer in één was verderop voor algemeen gebruik.

Op ons strand stonden een stuk of tien van die hutjes plus een bar/restaurant/chillplek. Verder is er niets behalve de azuurblauwe zee en een prachtig zandstrand. Meer hadden we ook niet nodig en dat gold voor iedereen die er verder verbleef. Die sfeer proefde je meteen na aankomst en er viel dan ook een collectieve rust over ons. We hebben er echt niks gedaan dan alleen wat lezen, in de hangmat doen waar hij voor bedoeld is, hangen dus, en wat over het strand en in de zee slenteren op zoek naar schelpen. Samen met de meiden heb ik keihard 'op een onbewoond eiland' gezongen, 'met je billen bloot' (even echt doen natuurlijk door je zwembroek van achteren naar beneden te trekken) 'melk uit een kokosnoot!' We hebben de zonsondergang bekeken zittend op het zand. 's Avonds wat gegeten en een paar 'mekong buckets' later lekker samen, toen de meiden op bed lagen, op een sarong aan de branding naar de sterren gekeken.
Na een korte en harde nacht zijn met z'n allen vanuit ons hutje zo de zee in gerend om wakker te worden, daarna nog wat gegeten en op het gemakje (boot was een uurtje later) weer terug naar Sihanouk om de spullen in te pakken voor de grote reis morgen naar Vietnam. Na het eten hebben we dan ook Cambodja gedag gezegd door een romeinse kaars te kopen van een van de kinderen op het strand en hebben letterlijk knallend afscheid genomen. Cambodja en vooral de Cambodjanen, bedankt! Bedankt voor alle mooie, indrukwekkende, vertederende, schokkende maar vooral vriendelijk en vrolijke momenten die we bij jullie hebben mogen meemaken.


VIETNAM


Chinees nieuwjaar
Zaterdag 13 februari 2010. Ho Chi Minh City, Vietnam.
Om 07.00 uur zijn we in Sihanoukville begonnen aan onze reis naar Ho Chi Minh City (i.v.m RSI preventie voortaan aan te duiden als HCMC) en om 22.15 uur zetten we onze rugzakken met een plof in de kamer van het Sophia Hotel, District 1, Thai van Lungstreet 36-38, HCMC. Inderdaad een lange reis van vijftien uur, maar prima verlopen. Als ik zeg dat we maar twee keer: 'Mama, hoe lang is het nog?' ( Floortje) hebben gehoord en Kathy bij aankomst opmerkte: 'He pap, kijk eens, we zijn er al', zegt dat genoeg denk ik. Weer een welgemeend en staand applaus aan de meiden gegeven en om 22:30 zijn ze dan ook lekker getrakteerd op de Pizza Hut!! Een vette Pizza pepperoni met kaas vlak voor het slapen gaan is toch heel verantwoord, niet dan?. Nou na zo'n dag smaakte hij heerlijk. Prima om de 'bussmaak' uit je mond te krijgen, vonden de dames.
Natuurlijk hebben we de traditie ook onderweg in stand gehouden en was het een echte reis met MaWeKaFlo: Ergens onderweg kwam er ineens een hoop rook en stoom achter de bus aan walmen en stonden we aan de kant van de weg. Laconiek merkten we dan ook op: 'Gelukkig, we hebben pech, ik was al bang dat we in de verkeerde bus waren gestapt!'. Wat bleek, de dop was onderweg van de tank met koelvloeistof geknald dus waren we wat oververhit, liters fluoriserende vloeistof liepen over de weg in de goot. De moterkap open, snel water bij een nabij gelegen pomp halen en nadat de chauffeur tien emmers water sissend over het motorblok had gegooid om de ergste warmte af te voeren, werd de koelvloeistof met een emmer of twee troebel water weer aangevuld. Een natte handdoek in de vulopening gepropt, wat ducktape er om- en overheen en we zijn weer klaar om verder te rijden!
Omdat het zo'n lange busrit was, hadden we wel de luxe versie genomen met een wc aan boord, gratis water en wat snacks plus een host aan boord. Leuk, want in het begin kreeg ik echt zo'n schoolreisjesgevoel met een meneer die door de microfoon vertelt wat de regels aan boord zijn en regelmatig vertelt wat er te zien is. Left you see the statue of a holy person, in fifteen minutes we will arive in Phnom Penh, the capital of Cambodia, founded in 460 after Christ by king... etc etc. Maar ook handig, want de grensovergang was weer een gedoe, (alhoewel een stuk sneller en makkelijker dan Cambodja ín komen). Alles moet wel uit de bus en je moet zelf je spullen Cambodja uit en vijftig meter verder Vietnam weer in brengen. Onze host regelde alle stempels en formaliteiten met de Vietnamese grenswachten in onze paspoorten. Alles weer in de bus geladen en verder naar HCMC.
Na aankomst hadden we alleen meteen weer wat. Overal word je gewaarschuwd, en ook in de bus werd het nog een keer benadrukt, de taxichauffeurs in Ho Chi Minh zijn berucht om hun oplichtings- en afzettingspraktijken! (vooraf overeen gekomen prijzen blijken bij aankomst ineens te verdubbelen vanwege een 'onverwachte file', ze dumpen je na tien minuten midden in HCMC en zeggen dat je hotel 'daar om de hoek' is maar hij daar vanwege eenrichtingsverkeer niet in mag rijden. Als je betaald hebt en buiten staat, blijk je aan de andere kant van de stad afgezet te zijn, etc etc, dat soort praktijken). Onze host geeft dan ook (via zijn microfoontje in onvervalst 'Cambodjaans Engels') aan dat de taxi's met 383838 erop of 272727 de betrouwbaarste zijn en als je dat vraagt op de meter rijden.
Wij, als ervaren reizigers hebben dus een 383838 taxi genomen en inderdaad, hij rijdt netjes op de meter, spreekt een beetje Engels en wil best even bij een ATM stoppen onderweg om wat Dongs te pinnen. Een Dong is niks waard (100.000 = 3,75 Euro) dus pin je zo even een paar miljoen. We moeten wel een eind rijden maar worden netjes bij het Sophia hotel afgezet en er staat 600.000 Dong op de meter. Als we de spullen eruit hebben gehaald betaal ik de brave man en omdat ik alleen maar briefjes van 500.000 van de PIN automaat heb gekregen geef ik hem 1.000.000. Hij stopt mij twee briefjes van 20 met een heleboel nullen in de hand en weg is hij. De KL**TZ*K...! Heb ik natuurlijk (nadat ik alle nullen een beetje heb kunnen tellen) 40.000 terug gekregen in plaats van 400.000! Nou ja, weer een les wijzer en ik troost me maar met de gedachte/illusie dat bij één gezin in HCMC een paar hele blije meisjes zijn omdat papa voor het Tet feest tóch nog die mooie, maar o zo dure nieuwe jurkjes heeft gekocht, de schat...
Het is inderdaad vanavond oudjaarsavond en dus morgen Chinees nieuwjaar oftewel Tet. Dat hebben we na een goede nachtrust dan ook met eigen ogen kunnen zien. Aan de ene kant zijn straten nu prachtig versierd met bloemen en is er veel muziek. Aan de andere kant zien we ook dat nu al de helft van de winkels gesloten is van 13 tot 17 februari vanwege Tet en alle familiereizen die daarvoor moeten worden afgelegd. En Tet is nog niet eens echt begonnen. Uiteraard hebben wij hier in HCMC geboekt van 12 tot (precies) 17 februari. Hoe we vanaf morgen nog ergens naartoe kunnen gaan en of we überhaupt nog wel aan eten voor onze kinderen kunnen komen? We zullen het vast wel overleven en jullie horen er nog wel van! Vanavond gaan we in ieder geval genieten van een spetterend vuurwerk en feesten in de straten.




Chuc Mung Nam Moi!
Zondag 14 februari 2010. Ho Chi Minh City, Vietnam.
Oftewel, Gelukkig Nieuwjaar allemaal! De eerste dag van het nieuwe jaar begon laat en we hebben er niet veel van meegekregen. De meiden sliepen een gat in de dag tot een uur of tien. Je begrijpt er toch niks van, ze lagen al om 01.30 uur op bed! Onze avond van de 13e begon na een gezamenlijk middagdutje rond een uur of zes. Daarna dwars door hectisch HCMC op weg naar het centrale plein waar hét allemaal moest gebeuren. Echt duizenden scooters waren tegelijk op de weg naar dezelfde plek en het was dan ook een hectische bedoening toen we daar aankwamen. Eerst op een terrasje in de buurt van het Rex Hotel (waar de journalisten tijdens de Vietnamoorlog in Saigon waren gevestigd en het decor voor menig Amerikaanse film over die tijd) een hapje gegeten en daarna stortten we ons weer in de mensenmassa. Rond een uur of elf kwamen we bij de rivier in de buurt en zagen daar honderden Vietnamezen midden op de weg op de grond zitten. (Kathy: ‘Moet je al die zwarte kopjes zien, het ziet zwart van de mensen hier!’) Daar dus een plekje tussen gezocht en gezellig een uurtje met de daar aanwezige mensen gepraat. Floortje had natuurlijk binnen een kwartier al weer een ‘vriendin’ gevonden van veertien die haar blonde haar zoooo schattig vond dat ze bij haar op schoot mocht zitten. Haar buurvrouw(tje) heette Mai en dat betekent ‘bloem’ net als ‘Floortje’… Nog een vriendin erbij.
Rond 24.00 uur was het dan zover, aftellen en vuurwerk. Maar wat voor vuurwerk zeg! Ongelooflijk hoe groots en spectaculair. Zo'n twintig minuten lang onafgebroken knallen en de mooiste creaties in de lucht.



Toen we eindelijk wakker waren zijn we op pad gegaan naar de dierentuin om een dagje rustig bij te komen en de omgeving te verkennen. Voor 32.000 VND (nog geen 2,00 Euro) met z'n vieren naar de Zoo, dat is tenminste te doen. Het is dan misschien niet zo groot als Blijdorp of de Chang Mai Zoo maar ze hebben er van alles voor een middagje dieren kijken en vermaak, zoals een achtbaantje en heerlijk Pho (noodle soep) als lunch! Al met al een hele leuke dag dus, we hebben met z'n allen genoten!.Oh ja, voor de ongeruste oma's: Ondanks dat HCMC (voor de hier geldende begrippen dan) heel rustig is, hebben de meiden prima gegeten (Popcorn, cola, pho, friet, enchillada), dus dat zal wel gaan!





Hoe komen we hier weg?
Dinsdag 16 februari 2010. Ho Chi Minh City, Vietnam.
Nadat gisteren ‘de school’ afgelopen was, zijn we op weg gegaan naar de Pagoda van de Jaden Keizer’, hier een eindje verderop. Tenminste, zo lijkt het op de kaart maar in 32 graden en het feit dat die straten hier behoorlijk langer zijn dan op de kaart lijkt, was het een flinke tippel van zo'n half uur. De dagen na Nieuwjaar moet iedereen naar ‘zijn’ tempel om zijn voorvaderen en -moeders te herdenken, te offeren en ze te vragen om daarboven een goed woordje te doen voor een voorspoedig jaar met veel omzet en aub een zoon in plaats van weer een dochter...

Het was er dus gezellig druk, zullen we maar zeggen en door de wolken wierook heen hebben we de tempel kunnen bezichtigen. Heel anders dan in Thailand of Cambodja en veel meer Chinees aandoend. Het is trouwens een tempel voor zowel Boeddhisten als voor Taoisten en er staan dan ook dikke lachende Boeddhabeelden naast lange smalle met een lotusbloem op het hoofd en Boeddha’s met een stuk of tien armen, meer de Indiase versies. Niks geen haat en nijd, ze offeren gewoon voor de zekerheid aan allemaal
Na de tempel zijn we in een cyclo (fietstaxi) naar de Ben Thang markt gegaan, de grootste overdekte markt van HCMC maar tja, het is Tet dus alles gesloten. Geen nood, we hebben Pho gegeten en zijn op het gemakje (via een tussenstop op een soort terrasje) naar huis gegaan en onderweg hebben we nog een keer gegeten omdat het zo lekker is.
Vandaag moesten we dan toch wel op pad om de reis hier vandaan naar de volgende bestemming te gaan regelen. De afgelopen dagen konden we nergens een boekingskantoortje vinden dat open was vanwege... ja precies, de fijne Tet. Na weer flink wat loopwerk (de meiden klagen geen minuut en krijgen stevige kuiten de laatste dagen) nog niks gevonden, dus eerst maar eens even pas op de plaats en overleggen. We besluiten dan ook maar gewoon op de bonnefooi naar het openbare busstation te gaan. Daar vertellen ze dat als we naar de Mekong Delta willen, eerst met een lijnbus de stad uit zullen moeten naar een busstation dat de verbindingen naar de Mekong coördineert. Vanaf daar kunnen we dan een ticket naar verdere bestemmingen proberen te regelen, dat gaat niet vanaf het centrale busstation. Nou ja, dan gaan we dat maar proberen!
Morgenochtend zullen we dus eerst een taxi naar HCMC Centraal charteren en vanaf daar zien we dan wel. We hebben dan ook tegen de meiden gezegd: ‘Morgen gaan we weg, we weten alleen nog niet met welke bussen, wanneer, hoe laat en hoe lang het gaat duren. ‘Oh cool, gaaf, spannend!’, was het enige commentaar.
Op de weg terug zijn we nog bij het Sheraton hotel op de 23e verdieping wat gaan drinken. Het kost meer dan je hier normaal op een hele dag aan eten en drinken uitgeeft, maar het uitzicht over HCMC was geweldig. Natuurlijk hebben we ook weer eens iets aparts gevonden. Achteraf in een steegje was veel lawaai en de etensgeuren kwamen ons toewaaien dus dat wilden we gaan bekijken. Midden op een soort open plek tussen de hoogbouw vonden we een soort Vietnamese openlucht vreetschuur. Allemaal tafels en stoelen op een rij, heel druk, een enorme geïmproviseerde keuken gebouwd rond een soort speeltuintje heen. Wij gaan zitten en vragen een kaart terwijl de meiden gingen spelen. Die kaart bleek erg interessante gerechten te bevatten. Wat dacht je van ‘Cobra bloed met Chinese medicijnen, Gevulde Hagedis, Muis op vijf verschillende manieren, Schildpad, een soort Wezel (gekookt of gebakken), Rauwe Glasaal, Bevruchte Visseneieren en Gefermenteerde (mooi woord voor rotte) Eendeneieren. Wij zijn maar veilig gegaan voor gekookte schelpdieren, verse rauwe loempia, een stukje biggetje en satévlees in vijf smaken geserveerd op muntbladeren (erg heet, zo bleek) en als groenten fijngesneden lotusbloem met olie/azijn en spekjes. Heerlijk gegeten.



Bij thuiskomst kreeg Floortje haar beloofde cadeautje. Ze had namelijk een paar dagen al erg goed haar best gedaan en mocht dan ook zelf wat uitzoeken. Ze wilde het samen met iemand delen maar met wie. dat wist ze nog niet. We hebben dan ook alle drie de hele dag bij haar geslijmd omdat we allemaal graag met haar mee wilden. De beslissing viel uiteindelijk bij een echte Popstars finale waarbij we op de stip moesten komen staan. Uiteindelijk heeft Kathy gewonnen. Zij mocht dan ook met Floortje de verassing delen. Welke verassing? Nou, een picknick in het bad van de hotelkamer met twee soorten chips en limonade, zeven tubes badschuim in het water, K3 keihard aan en musketiertje spelen met shampoo flessen. Jammer dat ik niet heb gewonnen (maar ik mocht wel de badkamer dweilen...).
Nog de grap van de dag van vandaag. De Olympische Winterspelen zijn natuurlijk begonnen en in het hotel bij het ontbijt staat altijd CNN aan. Daar was een stukje over bobsleeën en ik zei tegen Wendy: ‘Tjonge, het is toch levensgevaarlijk. Het is wel te begrijpen dat ze daar jarenlang voor moeten trainen voor ze dat veilig kunnen’ Waarop Kathy zegt: ‘Hoezo? Dat is toch gewoon gaan zitten, je armen omhoog en dan gillen?’ Tja, als je referentiekader omtrent de bobsleesport niet verder gaat dan de gelijknamige attractie in de Efteling...



In de homestay
Donderdag 17 februari 2010. Vinh Long, Mekong Delta, Vietnam
We zijn in de Mekong Delta beland! Om precies te zijn in (de buurt van) Vinh Long op het eiland An Binh. Eerst met de taxi naar het busstation. Daar werden we door een behulpzame Vietnamees, die de kinderen met hun rugzakken zo prachtig vond, in de juiste stadsbus gezet naar het verzamelcentrum van het vervoer richting het zuiden. Daar aangekomen en nieuwe kaartjes gekocht, dachten we met een grote bus verder te gaan. Niet dus! Blijkbaar waren er te weinig mensen die ook naar Vinh Long wilden dus werden we in een minibusje gestopt. Het bleek wel de stop-minibus te zijn want in het begin werd op iedere hoek naar wachtende mensen geroepen. Zo hopten er regelmatig mensen op en af de bus. Een bushalte bestaat niet echt. Je gaat gewoon langs de stoep staan en steekt je hand op als je een busje aan ziet komen. Een mannetje gilt naar je waar ze naartoe gaan en als je ook die kant op wilt, doe je het ‘kom eens hier’ teken; is de bestemming niet goed, dan maak je het ‘ga weg’ teken. Handig systeem, alleen weet je nooit van te voren wanneer je vertrekt of aankomt, niet dat zulke dingen belangrijk zijn voor de mensen hier.
Aangekomen in Vinh Long worden we er bij de kade, waar ook een Vietnamese VVV is, uitgegooid en gaan we eerst maar eens wat drinken en kijken of we ergens een homestay kunnen regelen. Hier in de buurt schijn je namelijk redelijk eenvoudig bij een familie thuis te kunnen logeren. Na vijf dagen hotel in een grote stad zien we dat wel zitten. Natuurlijk kan de Tourist Information alles voor ons regelen maar dan ook tegen Tourist Information-tarief. Wij willen het zelf regelen maar laten de dames heerlijk kletsen en vragen ze honderduit. Met de Lonely Planet op zak en de gratis meegenomen informatiebrochures stappen we vervolgens op de brommer/fietsveer en laten ons naar het eiland brengen. Vanaf daar denken we het wel te kunnen lopen naar onze gewenste homestay maar met twee kinderen en volledig bepakking was dat toch wat te hoog gegrepen en moeten uiteindelijk toch tegen een (in onze ogen) riante vergoeding met een bootje naar de homestay.
Daar aangekomen hadden ze nog plaats voor ons in de herberg. Voor 10,00 USD per (tweepersoons)kamer per nacht inclusief ontbijt en diner (eten wat de pot schaft) zijn we onder dak. De kamer is dan ook niet meer dan een houten hokje met een verhoogde, betegelde betonplaat waarop het matras ligt, een klamboe en een gedeelde badkamer buiten. Het deed ons dan ook inderdaad erg denken aan Koh Ru (Bamboo Island Cambodja) waar we aan het strand sliepen. Wel redelijk huiselijk hoewel er nog meer gasten waren. Je moet er toch zelf wat van maken dus Wendy, degene met de stoutste schoenen van ons twee, ging vragen of ze in de keuken mee mocht helpen met het bereiden van onze maaltijd. Nou dat mocht, dus even later zaten we aan tafel met rijst, loempia's van mama, een pittig vleesprutje, soep en de ingrediënten om zelf aan tafel verse loempia’s te maken. Je vouwt een velletje rijstpapier, daarin leg je wat sla, komkommer, kruiden zoals munt, verse noedels en tenslotte pluk je wat vis van de moot af en legt dat er bovenop. Je rolt het tot een strak rolletje, doopt dat in de chilisaus en smullen maar. Het was zo eenvoudig dat de meiden natuurlijk ook voor ons aan tafel een paar loempia's wilden maken (zelf lusten ze geen verse loempia) dus zaten we ‘kaai and kaai full’ om met Floortjes woorden te spreken. Daarna vroeg naar bed; er is toch niks te doen en we waren ook wel weer moe na een dagje reizen.



Niet volgens afspraak
Donderdag 18 februari 2010. Vinh Long, Mekong Delta, Vietnam
We zijn met een bootje een tour gaan doen, een rondtocht door de nauwe Mekong riviertjes die het eiland doorsnijden, naar een kokosnootsnoepjesfabriek, een bonsaiboom kwekerij en nog iets. Er is alleen niets van terechtgekomen! We hadden bij onze homestay afspraken gemaakt wat we zouden gaan zien, alleen de ‘kapitein’ van ons smalle houten bootje had zijn eigen plannen. We vonden dat we op den duur wel erg lang aan het varen waren en vroegen hem dan ook wanneer we bij de candy factory, bonsay nursery etc zouden aankomen. Boven het lawaai van de oorverdovend luidknetterende motor uit gaf hij eerst aan dat hij het niet snapte en daarna knikte hij wat en riep ‘yes, yes’. Uiteindelijk werden we afgezet bij een soort Vietnamees idee van een pretparkje. Niet wat we bedoelden en zeker niet wat we wilden. Met wat hand- en gebaarwerk kregen we het idee dat hier dan toch ‘iets’ zou moeten zijn en liepen (na betalen van entree) naar binnen. Na vijf minuten wisten we het zeker, dit is niet wat we hadden afgesproken. Niemand spreekt redelijk Engels dus duidelijk maken wat we wilden was moeilijk. Uiteindelijk had Wendy een mevrouw gevonden die goed Engels sprak en haar uitgelegd wat de bedoeling was. Na tien minuten heen en weer kletsen bleek dat we voor de activiteiten die we hadden afgesproken helemaal de andere kant op hadden gemoeten en dat het vanaf hier nog wel een uur of twee varen was.... Nou ja, dan maar even het pretparkje in want de entree terugbetalen, dat deden ze al helemaal niet. Met de meiden heb ik dan ook nog (weer betaald) in een waterfiets gezeten en zijn ze met een zeepkar van een helling afgereden. Ook was er een soort dierentuintje maar daar was de situatie zo erbarmelijk (herten in een kooi van twee bij twee meter, apen aan een ketting in een kooitje, kaalgeplukte struisvogels) dat we er snel zijn weggegaan.

Bij terugkomst vonden ze het bij de homestay wel erg dat het mis was gegaan maar er moest wel gewoon betaald worden. Nu gaat het maar om zo'n 10,- Euro maar toch… En nu vertelde Wendy me ook nog dat ze net zeiden dat het 10 USD p.p. is ipv de afgesproken 10,- USD per huisje. Grrrr. Na wat heen en weer gepraat is het dan nu 30,- USD voor z'n vieren per nacht. Nog steeds ben ik het er niet mee eens, maar wat moet je? Een ander hotel nemen gaat niet als je op een eiland zit en de dichtstbijzijnde buren op zo’n 45 minuten lopen zijn (en waarschijnlijk precies hetzelfde.)



Vietnamese 'charme'
Donderdag 19 februari 2010. Vinh Long, Mekong Delta, Vietnam

Na een betere nacht dan gisteren zijn we vanmorgen gaan fietsen over het eiland, erg leuk en mooi want alles leeft aan de smalle weggetjes die langs de delta van de Mekong slingeren. Hoewel het erg warm was, hebben we toch een heel eind gefietst. Ergens halverwege in de middle of nowhere hebben we een pauze gehouden bij een nietsvermoedende uitbaatster van een ‘terrasje’. Ze schrok zich rot: opeens klanten en dan ook nog buitenlanders! Nadat we hadden aangewezen wat we wilden, spoedde ze zich dan ook om ons te helpen en kwamen er al snel een paar kinderen uit de buurt naar die blonde meiden kijken. Toen we een uurtje daarna een hapje wilden gaan eten, belandden we in een leuk buitenrestaurantje vlak tegenover de bonsai kwekerij (hebben die toch nog een beetje gezien). We zaten net te eten toen er ineens een hele groep aan kwam fietsen. Dat bleken allemaal mensen te zijn die een toertje hadden geboekt met een stukje fietsen, een stukje varen, wat bezichtigen etc. Kan heel leuk zijn, alleen als ik ooit zo'n toerbegeleidster tref...! Wat en kenau zeg. Ze blafte bij binnenkomst al meteen: ‘Listen everybody! Listen! Hey you get out of the hammock (hangmat), go to a table! We serve special food here, enjoy! You have 30 minutes. I repeat 30 minutes and then we go. Understood everybody? Yes? 30 minutes! Now drink and eat the special food!’ Wow, zelfs ik ging er bijna snel van eten.




Na onze ‘rustige’ maaltijd gingen we weer op pad want we wilden aan het begin van de middag weer terug te zijn omdat we ook nog wat aan school wilden doen. Op basis van onze inschatting moesten we na een half uurtje redelijk in de buurt zijn. (Wegwijzers kennen ze hier niet, laat staan ANWB paddenstoelen.) Dat klopte ook, alleen hadden we blijkbaar een afslag gemist. We stonden op zo'n 500 meter van onze homestay, alleen aan de verkeerde kant van de rivier. Navraag leerde ons dat we helemaal terug moesten naar de brug, dan oversteken en weer aan de goeie kant terug fietsen. Op het midden/heetst van de dag met verhitte kinderen en dan tien kilometer omfietsen. Kunnen we niet met dat bootje daar naar de overkant gezet worden? Ja hoor, dat kan. 70.000 Dong a.u.b. Ook nu gaat het weer niet zozeer om de kosten (bijna 3,00 euro) maar de manier waarop en het misbruik dat ze maken van de situatie. We betalen hier 100.000 Dong voor een uur met de boot, en nu vragen ze 70.000 dong voor die vijf minuten naar de overkant (we konden het zien liggen) terwijl ze zien dat je met twee kinderen bent die je kan uitpersen van het zweet. Grrr. Toch maar alles aan boord gehesen en ik zei al tegen Wendy, nu snappen wij het straks bij het afrekenen niet hoor! Wij hadden toch 7.000 Dong begrepen?? Dan onderhandelen we vanaf daar wel verder. Bij aankomst natuurlijk een hoop stampij en om er vanaf te zijn, hebben we uiteindelijk maar 50.000 gegeven en zijn weggelopen.
Vanavond zei ik nog tegen Wendy: ‘We zijn nu een week in Vietnam en ik ga nog geen oordeel vellen, maar tot nu toe ben ik nog niet zo gecharmeerd van de Vietnamezen die ik ben tegen gekomen’. Wendy gaf ook aan dat ze er nog echt even in moet komen. Van tevoren goede afspraken maken, desnoods opschrijven en zorgen dat we niet te vaak in een te afhankelijke positie van maar enkele personen/mogelijkheden terecht komen. Morgen gaan we weg naar een wat grotere plaats waar we meer keuzes hebben, kleiner dan HCMC maar groter dan hier. Een schone lei en we geven Vietnam nog een nieuwe kans.



Gegarandeerd panne
Zondag 21 februari 2010. Can Tho, Mekong Delta, Vietnam.
Bij het afrekenen van de homestay in Vinh Long zijn we toch weer positief verrast. De laatste avond hadden we naast het ‘eten wat de pot schaft’ nog een olifantoor vis besteld. Hadden we gezien bij andere mensen en dat zag er toch wel erg lekker uit. Het is een grote, bijna ronde vis die ze in zijn geheel kruiden en frituren waarna hij compleet op een standaard rechtop staand met een bloem in zijn bek midden op tafel wordt geserveerd. Deze extra bestelling kregen we gratis, zo ook al het fruit dat we daar hebben gegeten, van de fietshuur en de mislukte trip kregen we korting. Dus al met al hebben we zo'n 3.000.000 Dong moeten betalen ( is nog geen 120,- euro voor drie dagen eten, drinken,slapen, trips etc etc). Dat alles alleen vanwege Wendy’s eeuwige positieve en vriendelijke benadering van de mensen want ik had ze wel kunnen...
Terug aan wal met een scootertje met volle bepakking naar het busstation en daar weer op een lokale bus richting Can Tho gestapt. Weer erg leuk om met Vietnamese medereizigers van allerlei pluimage in de bus te zitten. Sommige medereizigers hadden ook letterlijk pluimage want een doosje met eendagskuikens was ook aan boord. Natuurlijk kan een reis met ons niet zonder panne onderweg. We hadden de mensen nog zo gewaarschuwd maar ze wilden niet luisteren (of ze verstonden ons niet, dat kan ook...) Een uurtje ging het goed maar toen was het toch echt zo ver. De achterbanden van een bus zijn dubbel uitgevoerd dus twee aan iedere kant. Nu was de binnenste aan de linkerkant blijkbaar al een tijdje stuk maar hé, op één band gaat ook nog gewoon hoor. Totdat deze het opeens ook begaf. We hobbelden met een volle bus nog een stukje door en stopten bij een houten hutje aan de kant van de weg. Daar hadden ze een volledige ‘banden specialist’ ingepropt inclusief oude automotor die de compressor van lucht voorzag voor het oppompen van banden en het afdraaien van de wielbouten. Blijkbaar komt het vaker voor want ernaast zat een vrouwtje met een koelbox ijs en wat blikjes drinken. We hebben dan ook lekker rustig wat gedronken langs de razende snelweg terwijl de banden weer werden gerepareerd.


Aangekomen in Can Tho weer achterop een scooter naar het Tay Ho Hotel. Aan de rivier/boulevard dus gezellig druk en alles bij de hand om na drie dagen rijst met prut weer eens een terrasje te pakken en een menukaart te zien. Een eenvoudig maar schoon hotel met alles voor een reizend gezin.
's Avonds zijn we op de nachtmarkt gaan eten waar we bij verschillende uitbaters wat lekkers kochten en onze verzamelde piepschuim hamburgerbakjes met eten en een blikje drinken aan de rivier hebben opgepeuzeld. Overal zie je hier kippenpoten liggen, niet de poten zelf maar de klauwen waar de nagels uitgepulkt zijn. Hetgeen we in Nederland dus weggooien. Als iedereen het hier eet, dan wil ik het ook wel eens proberen. Op zich wel aardig maar Kathy zei terecht, je proeft vooral de chili, de rest smaakt bijna naar niks.
Vandaag hebben we de meiden (en ook mezelf hoor) verwend met een bezoek aan het Can Tho Waterpark. Vergane glorie en de BHV (bedrijfshulpverlening) krijgt hier een nachtmerrie van, maar erg leuk. Enorme steile glijbanen waar je met een matje vanaf kan, een soort rioolpijp die als een kurkentrekker van 30 meter naar beneden gaat (pikkedonker en het gaat zooo hard, maar ook zo spannend), een soort bobslee baan waar je met een band vanaf kan. De meiden en ik waren er niet vanaf te krijgen. Wendy was verstandiger, zij heeft wel ‘het kind in zichzelf’ kunnen bedwingen en heeft vooral het golfslagbad en de minder steile glijbanen gedaan.
Moe maar voldaan vielen de meiden dan ook snel in slaap vanavond.



Bootje varen en eten met neef Freek
Woensdag 24 februari 2010. Mui Ne, Vietnam
We zitten nu inmiddels in Mui Ne aan de Vietnamese kust. Het bijwerken is er de laatste dagen een beetje bij ingeschoten maar het waren dan ook lange dagen.
De 22e begon heel vroeg, omdat we om 06.00 uur een bezoek willen brengen aan de drijvende markten in Can Tho. Met z'n vieren in een klein bootje op weg om de Vietnamese marktlui aan het werk te zien. Leuk om te zien, want alles speelt zich ook echt af op het water. Veelal nog met smalle bootjes die met de hand geroeid worden en je kan aan de staak die boven de boot uitstak zien wat ze verkopen. Een heel woud van stokken dus, met aan de ene een ananas, de ander mango's of vissen gehangen. Na dit bezoek zijn we door de kleine kanaaltjes via kleine dorpjes terug gevaren en waren uiteindelijk om 13:00 uur weer terug bij ons hotel. Na bijna zes uur op een bootje gezeten te hebben hadden we ook wel even gehad om eerlijk te zijn. De middag is benut met relaxen, wat schoolwerk en inpakken voor de volgende dag.



Een neef van Wendy (Freek) zit nu voor een jaar in Vietnam voor studie, stage en genieten. Hij woont nu in Ho Chi Minh, maar tijdens Tet, toen wij daar waren, zat hij net in Hanoi aan de andere kant van Vietnam. Nu we toch weer terug omhoog reizen en de busverbinding via HCMC gaat, konden we de kans natuurlijk niet laten liggen om hem te bezoeken. Via Nederland gevraagd of zij kon achterhalen wat zijn telefoonnummer hier in Vietnam is. Zij belden weer zijn ouders die in de sneeuw stonden maar via via hadden we dan toch zijn telefoonnummer.
Hij was erg verbaasd om ineens zijn nicht aan de lijn te hebben maar regelde snel een hotel voor ons zodat we bij hem in de buurt zaten. De begroeting was dan ook meer dan hartelijk en samen met zijn vriend en studie/kamergenoot Nander zijn we op de scooter zijn kamer en stamkroeg gaan bezoeken. Lekker gegeten, bijgekletst en herinneringen opgehaald aan familieweekenden die we hebben beleefd.

De grap van de dag kwam dan ook van Freek. Toen we het hadden over het weekend op Terschelling met de hele familie om het as van Oma Lida uit te strooien, (Wat trouwens vooral heel erg leuk en gezellig was ondanks de aanleiding) en hard aan het lachen waren om de (dronkenmans)verhalen van destijds, riep hij dan ook uit: ‘Wat jammer dat ze niet nog een keer kan overlijden, dan hadden we weer een groot feest!’. Oma lida zou er ook hard om hebben kunnen lachen.
Verder vertelde hij en Nander ook over hun plannen om terug naar Nederland te komen als hun jaar voorbij is. Ze willen namelijk met de trein vanuit Vietnam naar Nederland terugkomen. Dát zijn nog eens reizen!! Oh, was ik maar weer jong…!
Na een gezellige avond hebben we afscheid genomen en vertrokken wij weer verder naar Mui Ne aan de kust. Deze keer niet met een lokale bus maar met een echte tourist touring car met alle luxe van dien. Voor 6,00 USD p.p. vijf uur reizen wilden we ook eens proberen. Het maakt echter geen verschil hebben we gemerkt want we hadden (je geloofd het bijna niet meer) weer een grote klapband halverwege. Deze keer was het echt ‘PANG’ en geen ‘ssssshttt’. De band lag echt helemaal aan flarden dus daar zaten we weer aan de kant van de weg.
Deze keer hoefden we niet te wachten op de reparatie want binnen een half uur was er een andere bus die ons uiteindelijk in Mui Ne afzette. We zitten nu bij Ngoc Bich resort, een leuk huisje op tien meter van het strand. Hier willen we de komende dagen even wat gaan relaxen en de batterij weer wat opladen. Dat reizen is toch wel heftig af en toe. Ook al lijkt het vanaf de buitenkant een grote vakantie.



Op blote voeten door de rivier
Vrijdag 26 februari 2010. Mui Ne, Vietnam
Gisteren hebben we het inderdaad relaxt gedaan. Tot tien uur in bed gelegen (schandalig gewoon) met een goed boek en een kopje koffie. Daarna gebruncht en lekker in de zee en aan het zwembad gelegen. 's Avonds een hapje eten, weer lezen en slapen. Eigenlijk niks gedaan dus. Lekker!
Vandaag moesten we dan natuurlijk weer actief worden en hebben een scooter gehuurd om de beroemde rode zandduinen van Mui Ne te bezoeken, de witte zandduinen, het lotusmeer en de waterval. Eerst maar naar hetgeen het verste weg is, de witte duinen en het lotusmeer. Het was een lange rit van meer dan een uur; de duinen en het meer waren niet zo spectaculair maar de weg er naartoe was erg leuk en mooi. Onderweg kwamen we in de vissershaven van Mui Ne en wow, wat een boten lagen daar, wel honderden, allemaal om de ingrediënten van de trots van deze omgeving aan te voeren, namelijk kleine visjes voor de vissaus. 200 miljoen liter per jaar wordt er van dat spul hier gemaakt en dat ruik je goed! Door je mond ademen was dan ook het devies hier. Verder worden er bergen met schelpen handmatig geopend door mensen die in de snoeihete zon op hun hurken een hele dag aan het werk zijn.



De rode zandduinen zijn bekend omdat je daar vanaf kan sleeën. Nou we hebben het geprobeerd we kregen alleen maar gloeiend heet zand in onze schoenen dat bijna de blaren er aan hangen (oké, een beetje overdreven). Dat sleet ook van geen meter door dat rulle zand. Volledig oververhit hebben we het dan ook opgegeven en zijn na een drankje op pad gegaan naar de waterval. Erg leuk om te doen want je moet eerst 550 meter door het riviertje lopen om er te komen. Met je blote voeten door het water en omringt door aan de ene kant jungle en aan de andere kant rotsen/zand waar het water uit komt sijpelen en zo prachtige vormen achterlaat. De waterval zelf is niet hoog maar wel leuk om op te klimmen en in te gaan zitten.

Na een warme maar gezellige dag op de scooter hebben we ons dan ook getrakteerd op de Italiaan met pizza en pasta!
Grap van de dag: Floortje is druk bezig Engels te oefenen en heeft dan ook opeens zelf een eigen ABC bedacht. Zo hoorde we haar ineens zingen: ‘ee, bie, cie, die, ie, ef, dzjie, hie, ie, jie, kie, ielemienepie’. Aah, ze probeert zo haar best te doen en dan lachen we haar uit...



De bergen in
Zondag 28 februari 2010. Dalat, Vietnam.
Zaterdag hebben we nog een relaxdagje gehouden en deze voornamelijk doorgebracht met zwemmen, lezen en chillen. Vandaag moesten we echter weer vroeg uit de veren want we zijn doorgereisd naar Dalat. Om zeven uur zou de pick up ons bij het hotel ophalen maar dat is altijd met een marge van een half uur daarvoor of daarna dus rond 06.30 uur moesten we klaar zijn. Blijkbaar zorgde het vroege opstaan deze keer bij de meiden voor wat slaapdronkenheid: Binnen vijf minuten gingen ze op bijna hetzelfde plekje allebei met rugzak en al op hun snuitje. Kathy heeft nu dan ook een geschaafde neus en Floortje een schram bij haar oog. Arme meiden. Nadat mama ze allebei weer een beetje schoongemaakt, gerust en getroost had, kwam het busje en gingen we op weg.
De weg vanuit Mui Ne is nodig aan renovatie toe. De bus moest van links naar rechts zwalken om de ergste putten te ontwijken. Ondanks een chauffeur die zijn best deed de kuilen te ontwijken, hotsten en botsten we op en neer. Aangezien de zitplaatsen gemaakt zijn voor Vietnamezen van 1,65 meter en 60 kilo zat ik al aardig opgepropt en dat werd er met die slechte weg niet comfortabeler op. Maar hé, wie wou er nu gaan reizen? Dan moet je ook niet zeuren!
Na de pitstop kwamen we gelukkig op een beter stuk weg zodat we om twaalf uur al aankwamen in Dalat. Daar zijn we in het Binh Yen hotel ingecheckt (geen internetadres) in een prima ruime familiekamer met drie tweepersoonsbedden. Zodra we geïnstalleerd waren, hebben we de omgeving een beetje verkend en hebben we 's avonds met enige moeite toch nog wat te eten gevonden. Een vegetarisch restaurant, wel aardig maar morgenavond gaan we de nachtmarkt opzoeken want die schijnt prima te zijn. Morgen gaan we ook nog achter wat toertjes aan dus we krijgen de dagen wel weer gevuld.





Op stap met de motorjongens
Maandag 1 maart 2010. Dalat, Vietnam.
Vanmorgen eerst weer les gegeven hoewel we volgens het schema van de wereldschool iets voorliggen. Terwijl ik bezig was met het laatste stukje spelling van Kathy ging Wendy op stap om bij diverse motorrijders wat te regelen voor vanmiddag. Nou, dat is gelukt! Vanmiddag hebben we achterop de motor de hele omgeving bekeken. Eerst naar een waterval waar je ook via een bobsleebaan naar beneden kon. Die meiden zagen dat natuurlijk helemaal zitten dus voor die vier Euro (heen en weer terug naar boven) gun je ze toch een lolletje. Keihard naar beneden met Floortje was echt lachen, gillen en joelen. Beneden aangekomen stonden we op Wendy en Kathy te wachten en Floortje stond maar op en neer te springen. 'Niet remmen, niet remmen!, kijk pap, daar kóóómen ze!'. Heerlijk.
De waterval was best aardig en natuurlijk moesten de meiden weer met een Vietnamees gezin op de foto. Wij proberen juist zo weinig mogelijk andere mensen op de foto te krijgen maar hier willen ze altijd met onze meiden (en deze keer ook met mij) op de foto. Nou als je ze daar blij mee maakt... Floortje en Kathy zijn inmiddels in ieder geval al echte getrainde fotomodellen!

Daarna gingen we via slingerpaadjes naar een pagoda waar we een wierook offer hebben gebracht op de goede reis. Vervolgens met een kabelbaantje (made in Switserland) over de boomtoppen naar de volgende heuveltop. Toen we aankwamen dachten we Floortje op stang te kunnen jagen door te zeggen dat we de hele weg weer terug moesten lopen: Vijftien killometer en drie keer de avondvierdaagse berg op hoor meisje. Daar staan de motorrijders weer op ons te wachten'. De gelaten reactie was: 'Oh, nee he!'. Volgens ons had ze zoiets van: 'Papa en Mama hebben weer eens wat bedacht om te gaan doen hoor... Maar ja, tot nu toe komt het iedere keer weer goed dus als zij zeggen dat we terug gaan lopen, tja, dan zal dat wel'.
Gelukkig (voor ons allemaal) stonden de heren natuurlijk al te wachten bij het eindstation en brachten ze ons terug naar Dalat. Daar hebben we nog een bezoek gebracht aan Crazy House. Een enorm kitscherig gedrocht van een bouwsel verbonden door middel van een soort doolhof van trappen en gangetjes. Iedere kamer (want je kan er ook slapen) heeft een ander thema. Een welgestelde (want ze is de dochter van een oud-president) kunstenares heeft alles uitgedacht en ze is nog steeds bezig om er iedere keer weer een stukje bij te bouwen.


Het is erg goed bevallen met de motor dus weet je wat we gaan doen? Voor de rit naar het volgende doel in onze reis hebben we hen ingehuurd. De komende drie dagen zitten we dus met z'n allen op de motor en gaan we op ons gemakje door de highlands van Vietnam. Rondtoeren op weg naar Na Thrang. Ook de meiden hebben er erg veel zin in want 'hun' motorrijder was zo leuk en werd meteen 'onze vriend' gedoopt. Jullie gaan ervan horen!
En natuurlijk de grap van de dag. Floortje's Engels neemt wonderbaarlijke vormen aan. Ze loopt sowieso al bijna hele dagen te zingen maar nu heeft ze zelfs het oerhollandse 'kinderen voor kinderen' in het Engels vertaald. Eén van de liedjes van KvK heet 'Mijn moeder is een soepkip'. Wendy hoorde zich ineens aangezongen met: 'Maaj madder is a soupchicken oh yeah, Maaj madder is a soupchicken oh yeah!'




Drie weken in drie dagen
Vrijdag 5 maart 2010. Nha Trang, Vietnam.
De afgelopen paar dagen waren in één woord ‘geweldig’! Wat een avontuur zeg. Met z'n allen, inclusief bepakking, op de motor door de Vietnamese hooglanden. Floortje voorop de tank en Kathy achterop bij ‘Buffalo’, Wendy bij 'Duc' en ik bij 'Ba'. Drie mannen van de Dalat Easy Riders die ons in drie dagen vanaf Dalat naar Na Thrang hebben gebracht. Om alles wat we hebben gezien en beleefd te beschrijven kost me wel een paar uur dus jullie zullen het moeten doen met de samenvatting. Waar te beginnen?


In de afgelopen dagen hebben we wel twintig stops gemaakt variërend van een bezichtiging van een zijdefabriekje, een champignonkwekerij, een koffieplantage en een peperplantage tot bezoekjes aan een Hmong stam, watervallen, illegale stokerijen, een pagoda en plaatsen waar de gevolgen van de Vietnam oorlog nog steeds zichtbaar zijn. Werkelijk teveel om op te noemen. Hoewel dat allemaal heel erg interessant was, zal de tocht zelf ons toch het meest bijblijven. Met de wind in je haren met een gangetje van maximaal 60 kilometer per uur de Vietnamese omgeving in je opnemen (ze heten niet voor niets easy riders). De meiden genietend van de toer; breed lachend en zwaaiend, de ongein maar ook de zorgzaamheid van de mannen om de meiden. De heerlijke geur van de koffieplantages onderweg (jasmijngeur) en de herrie van de cicades, de miljoenen vlinders die rondvlogen zodat het wel leek of het sneeuwde... Het waren drie weken ervaringen in drie dagen!


Zo'n trip bestaat er eigenlijk uit dat je gewoon drie dagen met ze op pad gaat en samen met hen hun leven meeleeft. Samen met hen eten in restaurantjes en stallen langs de weg waar je zelf niet zomaar naar binnen zou stappen. Zij kennen echter alle plaatsen waar je wel of juist niet moet komen dus dat was ideaal. Er wordt gewoon de set menu/plat du jour/menu van de dag besteld voor zes personen ( 1 a 2 Euro p.p.) en je krijgt iedere keer de tafel volgeladen met vlees, vis, groenten, rijst, mie, etc en smullen maar. Ook voor de meiden zat er iedere keer wel genoeg bij om hun maag te vullen en ze hebben gebunkerd! Overdag met een paar glazen gratis ijsthee erbij om alles weg te spoelen. 's Avonds (als er niet meer gereden hoeft te worden) komt ook het happy water (lees, illegaal gestookte rijstjenever van zestig procent) en een paar blikken bier op tafel.tezamen met de grote en schuine verhalen inclusief de soms wel heel aparte dingen die je met tandenstokers en eetstokjes kan doen... De overnachtingen zijn bij de prijs inbegrepen; nette familiekamers waar we prima konden slapen en douchen. De eerste dag hadden we zelfs een zwembad tot onze beschikking dus na de aankomst een verkoelende plons, in het donker.

De mannen zijn ook een onuitputtelijk bron van informatie geweest. Van alles onderweg weten ze wel een verhaal of de achtergronden te vertellen. Moe maar voldaan kwamen we dan ook aan in Nha Trang waar we de 's avonds hebben afgesloten met een paar gezamelijke toasts (Mot, Hai, Ba, YOOOHH!). Mooi was ook dat alledrie de mannen aangaven dat ze het zo! leuk hadden gevonden dat de meiden erbij waren. Ze waren vol bewondering om hun niet aflatende enthousiasme, hun knuffels (Floortje), gevatte opmerkingen (Kathy) en het feit dat ze die drie dagen eigenlijk alleen maar gelachen hebben zonder één klacht over een zere kont of dat ze het beu waren. Er vloeide zelfs een klein traantje toen ze ons bedankten voor de mogelijkheid om zo close met ons te reizen. Voor ons allemaal was het dus een onvergetelijke ervaring. Als je de kans hebt om (zeker met kinderen) een paar dagen met een paar Easy Riders op te trekken kunnen we het zeker aanraden!



Vietnamees Disneyland en op veetransport
Dinsdag 9 maart 2010. Hoi An, Vietnam.
Na een dagje relaxen in Nha Trang, hebben we de meiden verrast met een uitje naar 'het' alternatief voor Disneyland in Azië (volgens de Lonely Planet), namelijk Vin Pearl land waar we met een gondel vijf kilometer over het water naartoe moesten. Ze dachten dat we naar het strand gingen en ( hoe verwend!) in eerste instantie was de reactie: 'Hmm, ik wil niet weer naar het strand..' Toen ze echter de gondels zagen en op het eiland met koeieletters, net zoals bij Hollywood, op de heuvel 'Vin Pearl' zagen waren ze helemaal enthousiast. Voor Vietnamese begrippen kostte het een vermogen, veertig Euro voor z'n vieren. Het is een soort kermis, enorme water glijbanen, zwembad, 4D bioscoop zaal, super aquarium in één.

Bij aankomst op het eiland maakte ik meteen al een flinke fout. Er stond bij binnenkomst een grote kermisattractie die er wel spannend uitzag. Ik probeerde Kathy over te halen om er samen in te gaan maar zij vertrouwde het niet en wilde niet, zelfs na flink aandringen bleef ze weigeren. Toen kon ik me natuurlijk niet laten kennen en met een stoere onverzettelijke blik nam ik plaats in de stoelen van de attractie. Ik ben geen watje en zal die meiden wel eens even laten zien dat ik niet bang ben! Twee lessen geleerd: 1. stap nooit in een attractie als je niet eens weet wat er gaat gebeuren, 2. luister altijd naar je dochter. Dat stomme ding was een soort enorme slinger van twintig meter hoog waarmee je met mach 2 wordt rondgeslingerd en die ook nog eens voor de lol twee minuten op zijn kop stil blijft staan zodat je ingewanden en je bloed zich langzaam ophopen in je hoofd... Enigszins gedesorienteerd ben ik maar verder gestrompeld achter mijn meiden aan verder het park in. 'Heb je er spijt van papa?' Grijns, grijns.
Na de 4D film (een soort Panda droom voor de kenners) hebben we Underwater World verkend en dat was echt heel mooi! Veel vissen die Kathy en ik ook tijdens het duiken tegenkwamen en een lange tunnel door een enorm basin waar je de haaien, schildpadden, roggen, etc, etc om je heen ziet zwemmen. We zijn er drie keer doorgelopen zo mooi vonden we het. Afsluitend hebben we natuurlijk een paar uur in het waterpark doorgebracht waar enorme glijbanen met de stijlste afdalingen en misselijkmakende kurkentrekkers zich afwisselen met een lazy river van bijna een kilometer waar je in een band op de stroming meedrijft. Al met al een geslaagde dag!
Diezelfde dag moesten we alleen nog wel verder reizen, namelijk met de sleeper bus. Inderdaad, een bus waarin je kan slapen, de hele nacht doorrijden en de volgende morgen wakker worden op de plaats van bestemming. Om zes uur 's avonds werden we opgehaald en na een rit van een uur door de stad om alle anderen op te halen stapten we in de bus. Stel je het maar voor als een 'normale' luxe touringcar waar ze alle stoelen uitgehaald hebben en in drie rijen zo'n veertig stapelbedden hebben gezet. Zoveel bedden in zo'n kleine ruimte proppen wil dus ook zeggen dat je iets aan de afmetingen van de bedden en de breedte van de looppaden moet doen. Alles is dus heel krap en aangezien wij helemaal achterenaan op de onderste rij met vijf stoelen naast elkaar waren gepland, moest ik me wel eninszins opvouwen om erin te komen. Toen ik er eenmaal inlag ging het wel (op de te dunne 'matrasjes') maar bewegen moest ik maar niet teveel doen en zitten ging met het lage plafond helemaal niet. Gelukkig lag Floortje naast me, die heeft niet zoveel ruimte nodig dus kon ik daar wel een stukje beenruimte pikken. Slapen heb ik dan ook niet veel gedaan en ik voelde me meer als een kistkalf op veetransport maar we zijn aangekomen in Hoi An.

Hoi An is een prachtig Vietnamees kustplaatsje waar je nog goed de Franse invloeden kan zien. Kleine balkonnetjes, maximaal twee verdieping hoge, geel geschilderde, smalle huizen. Geen auto's toegelaten in het oude centrum, dus heerlijk om fietsend, te voet of met een fietstaxi de omgeving te verkennen. De stad staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco en de oude, goed onderhouden, houten gebouwen tezamen met de duizenden Chinese lampionnen die overal hangen zorgen voor een heel apart sfeertje. We zijn een hele dag met de fiets op pad geweest om de stad te verkennen en de mooie plekjes te bezoeken. Je kan hier een kaart kopen waarmee je vijf oude huizen, tempels, assembly halls, bruggen etc. kan gaan bekijken. Je kiest er vijf uit die je mooi lijken en op de fiets ga je ze in een dagje af. Erg relaxt met een Vietnamese lunch op een leuk terrasje tussendoor.
We zijn hier beland in Long Life river hotel, een superluxe locatie met zwembad en gratis fietsen, in een vierpersoons suite van 52 m2 met een verzonken bubbelbad in de kamer, een luxe bar, DVD op de kamer en een bureau met een PC. Dat alles voor 45USD per nacht, iets boven ons budget maar voor een paar nachtjes...







Grap van de Dag
Woensdag 10 maart 2010. Hoi An, Vietnam
Eigenlijk hebben we niet zoveel gedaan de afgelopen dagen. Gisteren zouden Kathy en ik gaan duiken, maar ze voelde zich 's ochtends niet zo lekker dus hebben we dat moeten cancelen, helaas voor ons allebei. Gelukkig voelde ze zich in de loop van de middag weer wat beter.
Wendy en Floortje hadden die dag een ‘meidendag met z’n tweeën’ geregeld want Ka en ik zouden er toch niet zijn... Dat ging natuurlijk wel door en ze zijn dan ook samen lampionnen gaan maken. Hoi An staat bekend als dé lampionnenstad en overal zie je ze dan ook hangen. Niet van die simpele papieren versies, maar gemaakt van een frame van bamboe met (ruwe) zijde overtrokken. In allerlei vormen en heel mooi om te zien. Floortje heeft natuurlijk roze stof gekozen want dat is een prinsessenkleur! Nou, voor een meisje van zeven heeft ze een hele mooie lampion gemaakt die op haar kamer moet hangen als we ooit weer thuis zijn. Het was een echt knutselwerkje dus was het een ‘Juf Marga-ochtend’, zei ze. (Nou juf Marga, je mag trots zijn op je pupil!)

Vandaag hebben we nog allerlei Vietnam souvenirs aangeschaft en hebben die, met alle andere zaken die we de afgelopen maand verzameld hebben maar niet meer mee willen slepen, op de zeepost gedaan naar Nederland. ( Dus Pa en ma, als de postbode over drie maanden voor de deur staat met een groot pakket uit Vietnam, a.u.b. aannemen en niet retour afzender sturen!)
De rest van de middag hebben we schoolwerk gedaan. Dat was al een week geleden maar in Nederland hebben ze net een week voorjaarsvakantie achter de rug dus hadden de meiden ook recht op een weekje verlof. Leuk was wel dat ze er allebei weer naar uitkeken. Op de fiets terug uit het centrum riepen ze dan ook: ‘Papa, Mama, doorfietsen! Anders kom ik te laat op school en dan zijn de meester en juf boos.’

In de laatste verhalen over onze belevenissen hebben jullie misschien de Grap van de Dag gemist. Dat was niet omdat ze niet gemaakt werden, maar meer omdat ze vaak tussendoor en zo ad rem zijn dat ik er 's avonds tijdens het schrijven niet meer aan denk. Hier dan ook nog een bloemlezing van de leukste van de afgelopen dagen.

We lopen in de stad rond en bewonderen het mooie houtsnijwerk dat ze hier maken van o.a. bamboewortel.
Wendy: ‘Moet je kijken Floortje, mooi hé, dat is helemaal met de hand gemaakt.’
Floortje: ‘Maken ze dat dan met hun handen?’
Wendy: ‘Ja, knap hé!’
Floortje: ‘Nou, dan moeten ze wel scherpe nagels hebben!’

Floortje heeft s' ochtends nog wel eens wat dunnere ontlasting. Niks ergs of bijzonders, ze voelt je niet ziek maar omdat ze in plaats van het Hollandse brood, aardappelen, groente, vlees driemaal daags aan de rijst/mie met lekkers zit, is dat vrij normaal. Ze zit dus op de WC en wil ons dan toch graag ‘op de hoogte houden’ van wat ze aan het doen is. Ineens roept ze keihard vanuit de badkamer: ‘mama, ik moet weer spugen uit m'n kont!’

Tijdens het natafelen na een heerlijk Vietnamees diner hebben we het over van alles en nog wat. Deze keer ging het over wat ik allemaal voor de meiden had gedaan in mijn leven. Wat ik allemaal niet had moeten ‘opofferen’ om twee kinderen een mooie jeugd te geven. Kathy vond dat dat allemaal best meeviel.
Marty: ‘Nou meisje, ik heb je tenslotte wel op de wereld gezet!’
Wendy: ‘Pardon? Wie heeft ze op de wereld gezet?’
Marty: ‘Nou ja…, ik was er wel bij!’
Kathy: ‘Ja duuuuhhhh, Truus ook...’ (Truus was de kraamverzorgster en is de tante van Wendy)


Lekkers
Vrijdag 12 maart 2010. Hue, Vietnam.
Vanuit Hoi An hebben we de trein naar de volgende plaats gepakt. Hue was de bestemming, een kleine 200 km verder naar het noorden. We hadden er erg veel zin in, want de trein hebben we deze reis nog niet gehad en na ons sleeperbus-avontuur waren we ook wel weer even uit ‘gebust’. Eerst reden we met de taxibus naar Danang. Daar moesten we op het station natuurlijk wel een uur moeten wachten voor onze trein er was. Nou ja, we waren in ieder geval op tijd. Toen we uiteindelijk onze coupé instapten, was het meteen weer helemaal op z'n Aziatisch. Een enorme bende, overal dozen en spullen opgestapeld, mensen die luidruchtig dwars over hun stoel lagen te slapen, een gekakel van jewelste, de geur van een opengebroken Durian (als je die weeïge geur één keer hebt geroken, herken je hem uit duizenden). Even wennen voor ons, maar na een half uurtje zaten we er weer helemaal in. De meiden kregen van deze en gene koek (niet een, maar meteen een hele doos) aangeboden die niet te eten was, maar bleven lachen, en netjes ‘Cam Ohn’ zeggen. Als er een popcornverkoper langs komt zeggen we de meiden: ‘Jullie hebben al genoeg gesnoept dus nee, straks eerst wat fruit’. Van de overbuurman krijgen ze vervolgens allebei een hele beker popcorn. (Zucht, daar gaat mijn ouderlijke autoriteit). De dames klaagden dus niet. Wij ook niet toen we met de trein langs de ruwe kust reden. Prachtige vergezichten en in de diepte strandjes waar niemand kan komen waar de golven op de kust beukten. Verschillende kleine tunneltjes waarbij je aan de andere kant ineens in plaats van de zee, de uitgestrekte rijstvelden ziet die zich tegen het karstgebergte aanplooien. Een hele mooi rit!



In Hue vestigen we ons in het Thai Binh II Hotel, redelijk in het centrum. Nadat we gesetteld zijn gaan we op zoek naar een eetgelegenheid. De avond sluiten we af op ons balkon met de schemerlamp (het licht op balkon was natuurlijk net kapot) met een glaasje Dalat wijn en een Huda biertje.
Het ontbijt de volgende ochtend blijkt niet zo fantastisch te zijn dus gaan Kathy en ik nog even een Pho Bo (ontbijtsoep met noedels en rundvlees) eten op straat terwijl de andere twee dames de school alvast klaarzetten. Als we daarmee klaar zijn gaan we op de fiets naar de oude stad. De citadel is dé bezienswaardigheid hier, maar ons kan hij niet bekoren. De bombardementen tijdens de Vietnamoorlog hebben er niet veel van over gelaten.



Zodra we er uit komen zijn we hongerig en besluiten om een stukje de stad door te fietsen en onderweg een hapje te gaan eten. Of de duvel ermee speelt, zo struikel je over de eetstalletjes en als je er een nodig hebt... nergens wat te vinden! De lokale bevolking wilde graag helpen, maar stuurden ons allemaal een andere kant op dus de honger begon toch wel te knagen. Uiteindelijk kwamen we in een achterafsteegje een tuin tegen met wat tafels en daar konden we dan eindelijk neerstrijken. Een menu? Ja, maar alleen een beduimeld exemplaar in het Vietnamees. Dan maar vertrouwen op de gastvrouw: ‘Zet maar wat op tafel wat lekker is!’ Lekker was het zeker. Het vleesgerecht bestond uit kleine botjes met een klein stukje vlees die je voorzichtig kon afkluiven en we zagen ook wat mini ingewanden en klauwtjes. Gelukkig kwam er wat later een (schoon)zus? die wat Engels sprak om ons mysterie op te helderen. ‘Gekko, is it. Nice? Yes!?’ Ok, we zaten dus hagedis te eten. Hmm, Floortje heeft er heerlijk van gegeten, ook toen we vertaalden wat het was. ‘Het lijkt wel kleine kip!’ De volgende keer gaan we dus naar de ‘Kentucky Fried Lizard’.
Grap van de dag:
Bij het restaurantje van vanmiddag kregen we ook een bord met gewokte groente met knoflook. We zaten er heerlijk van te smullen en Wendy en ik zeiden tegen elkaar: ‘Mmm, het lijkt wel een soort paksoi’. Waarop Floortje heel alert reageerde: ‘Nou, het smaakt best lekker voor een pak met zooi!’



Als rijke toerist in Halong Bay
Dinsdag 16 maart 2010. In de nachttrein tussen Hanoi en Sapa, Vietnam.
Wow, het is ‘nog maar’ de 16e, pas vier dagen sinds mijn vorige reisverslag en het voelt alsof we twee weken verder zijn. Tussen Hue de vorige keer en Sapa nu, zitten namelijk nog de nachttrein naar Hanoi, een cruise met overnachting in Halong Bay en vervolgens weer de nachttrein naar Sapa (waar ik nu zit te schrijven).
Maar om bij het eerste te beginnen, de nachttrein van Hue naar Hanoi vertrok om 16.30 uur dus zaten we al op tijd in de trein. Voordat we daar naartoe gingen zijn we eerst naar de Vinh Moc tunnels geweest waar de mensen tijdens de Vietnam oorlog zes jaar onder de grond hebben geleefd. Erg indrukwekkend om te zien hoe die mensen zo’n lange tijd, meestal in het donker, in gangen en holen met wel honderden mensen moesten leven.
Daarna door naar de trein. Een privé slaapcabine voor vier personen, erg relaxt. Gewoon een kamertje in de trein met twee stapelbedden helemaal voor onszelf. Een (lokaal Dalat-) wijntje meegenomen om 's avonds met z'n tweeën rustig bij het lezen op te drinken terwijl de meiden slapen. Als we net in de trein zitten, we zijn nog net niet weg, willen de meiden even op hun Nintendo DS spelen. Waar is dat ding nou? Overal gezocht, tassen opengetrokken maar nergens te vinden. Tot Floortje opeens zegt: ‘De DS zat in mijn paarse olifant-tas’. Oh nee! Ondanks de ‘hotelkamer-verlaat-checklist’ die we altijd trouw (zeg maar gerust, bijna met neurotische discipline) afwerken voor we een hotelkamer uitgaan, is het ons nu toch na bijna drie maanden gebeurd. We zijn iets vergeten mee te nemen! We hebben het uit de kamer meegenomen maar in de lobby heeft Floortje haar tasje afgedaan en vergeten weer om te doen toen we weg gingen! Met een mobieltje van de conductrice het hotel gebeld en ja!, daar lag hij nog. We spraken via de telefoon af dat we ons hotel in Hanoi zouden doorgeven en dat zij het dan op zouden sturen...
De trein beviel dus prima maar deed er alleen exact twaalf uur over dus we stonden om 04.30 uur op het station van Hanoi. Gaaaap. Een taxi gezocht en om 05.00 uur 's ochtends reden we door een koud, miezerig en verlaten Hanoi naar het ‘Queen of hearts hotel’. De rolluiken waren nog dicht maar na even aankloppen konden we naar binnen. Een matras werd neergelegd voor de meiden, een douche beschikbaar gesteld, een en al zorgzaamheid, een goed adres!
Nadat we rond een uur of half negen (na het gratis ontbijt) onze kamer in konden, hebben we eerst even een powernap van een paar uurtjes gedaan en toen de stad verkend.
In het noorden van Vietnam wilden we graag drie dingen doen: Hanoi bezoeken, naar Halong Bay en naar Sapa. De 21e stappen we op het vliegtuig naar Laos. Samen met het hotel hebben we dan ook een schema in elkaar gedraaid. De volgende dag kunnen we naar Halong Bay voor een tweedaagse cruise. Na terugkomst treinen we dezelfde avond nog naar Sapa om daar twee dagen de bergen in te gaan. Ook zouden ze met ons hotel in Hue regelen dat de ‘paarse olifantentas’ weer terug zou komen.
De volgende ochtend zoals gepland met de bus naar Halong Bay en daar hebben we een prachtige boottrip gehad op een zeiljonk. De zon kwam een beetje door (ja, ook hier hadden we somber en druilerig weer de laatste dagen) en we voeren liggend op het zonnedek tussen de duizenden eilanden en rotspieken door. Twee dagen als een rijke toerist all inclusive op een cruise. Dat we dat nog eens zouden doen. In de vooravond namen we met een duik in zee en ondernamen we een poging om op inktvissen te vissen. ’s Avonds zaten we samen onder de sterrenhemel op het zonnedek te kletsen en ’s nachts werden we in slaap gewiegd door de kalme zee. Natuurlijk overkwam ons ook hier iets. Toen het anker werd neergelaten brak er een spie af die keihard tegen Kathy’s enkel klapte. Gevolg: een dikke voet met ijs erop. Kathy kon nu niet mee de grotten in of met het kayakken... Zonde, maar gelukkig gaat het nu weer een stuk beter.




Bij terugkeer in het hotel om onze rugzakken op te halen (3,5 uur met de bus) kregen we meteen weer een kamer om te douchen, hoewel we helemaal niet bleven slapen. Ook de paarse olifant was aangekomen en dat ook nog volledig gratis. Na het eten moesten we nog even wachten en toen hup, weer de taxi in naar het station om de nachttrein naar Sapa te pakken. Rond 06.00 moeten we aankomen dus: vroeg uit de veren en op hike de bergen in...



Met bergbewoners op pad
Donderdag 18 maart 2010. Sapa, Vietnam.
Van het ene naar het andere uiterste. Eerst in Halong Bay op een schip door de mooiste baaien en nu op 1600 meter hoogte in de bergen. Sapa is een verzamelplaats waar veel van de oorspronkelijke bergbewoners samenkomen. Op straat lopen de Black Hmong, Red Dao, Flower Hmong en andere stammen in hun klederdracht rond. Vanuit de omliggende bergen komen ze naar Sapa om daar hun waren op de markt te verkopen en natuurlijk wat toeristendollars te scoren met hun huisvlijt. Het is wel even wennen want ze zijn echt erg hardnekkig. Tien keer ‘nee’ is nog lang geen ‘nee’ genoeg, ze blijven gewoon met je meelopen en voor je het weet lopen er werkelijk acht vrouwen in allerlei kleurschakeringen in een stoet achter je aan.


Voor ons verblijf hier hebben we gids Pam die drie dagen met ons op pad gaat. De eerste dag gingen we, na ons in de hotelkamer gesetteld te hebben, met haar te voet naar Cat Cat village. Zodra we het hotel uitkwamen, sprongen er meteen twee Red Dao en drie Black Hmong op ons af en begonnen met hun ‘How are you, where you from, what's your name?’ Ze vroegen echter niet of we iets wilden kopen. Wij gingen op pad en de dames bleven doorkletsen en meelopen. Letterlijk sloten ze achter in de rij aan en liepen met ons mee. Ze maakten wat poppetjes van riet voor de meiden en terwijl wij al bijna een uur aan het lopen waren omlaag naar Cat Cat, bleven ze maar om ons heen hangen en glimlachen en kletsen. Vlak voor het dorp waar alleen mensen die een tocht doen in mogen, kwam toch de aap uit de mouw: of we toch wel even wat van hen wilden kopen. In plaats van meteen op hun doel (verkoop) af te gaan, hebben ze hier de (tijdrovende) tactiek om eerst een soort band op te bouwen door gezellig en vrolijk mee te lopen en pas op het laatst, als je toch eigenlijk geen nee meer kunt zeggen tegen die aardige vrouw. komen ze met hun spullen uit hun mand.
Het dorpje was op zich wel aardig, maar naar ons gevoel te toeristisch. De weg naar boven hebben de dames achterop de scooter afgelegd en ik vond het wel leuk om samen met de gids weer terug naar boven te lopen. Het was wel even wennen maar op den duur had ik de slag te pakken en op mijn kariboe-schoenen liep ik fluitend naar boven. Ik kan het dus nog.

Vandaag hebben we een hele mooie tocht gemaakt: tien kilometer naar het dorp Lao Cai. Het grootste gedeelte over onverharde geitenpaadjes langs de rand van de berg met prachtige vergezichten en over de randen van rijstvelden. Van bovenaf is het een prachtig zicht om al die rijstvelden glooiend tegen de rand, en de vorm van de berg volgend te zien liggen. Zover je kunt kijken hellingen en rond de hoge bergen hangt de mist die de top in nevelen hult. Ongelooflijk wondermooi! Ook deze keer hadden we een heel gevolg en dat was wel makkelijk eigenlijk, voor de jonge dames dan. Er liepen zo'n tien meisjes variërend van negen tot elf jaar oud met ons mee (tien kilometer, 600 meter dalen, drie uur lopen) en ze hielpen de meiden met afdalen. Die meisjes zijn echt berggeiten, op hun plastic slippertjes springen ze van de ene rots naar de andere en nemen afdalingen met snelheden waar ik niet aan moet denken. De meiden hadden tijdens het lopen ‘vriendinnetjes’ en zo vlogen de kilometers en tijd voorbij voor hen. Na de lunch was het nog een uurtje door het dorp en daarna werden we achterin de laadbak van een pick-up terug naar Sapa gebracht. Een lange maar bijzonder mooie tocht.
Nog wat grappen van de dag:
Omdat ons zo vaak gevraagd wordt: ‘Where are you from?’, worden we wel eens een beetje baldadig. Zeg je dat je uit Nederland komt, dan is het namelijk meteen: ‘Oh I know, flowers, very flat, Amsterdam, football Ajax and Vennisteroei (Van Nistelrooy). Yes?’ Dus toen ze ons weer eens vroegen: ‘Where are you from?’, zei ik dan ook meteen: ‘We come from Lituania, my name is Boris and this is my wife Ivanka’. De enige reactie deze keer was dan ook: ‘Oh, OK’. Blijkbaar weten ze niet zoveel over Litouwen te vertellen...
We hebben het met de meiden over de Vietnam oorlog, daar willen ze toch steeds wat van weten en horen. Floortje zei ineens: ‘Ja, dat weet ik, dat was heel erg! Er gingen toen heel veel mensen dood maar gelukkig waren er ook nog mensen uhm.... uhm, o ja, die waren doodloos!’

LAOS


Dag Vietnam
Zondag 21 maart 2010. Vientiane, Laos.
Vanuit Sapa (Vietnam) terug naar Hanoi is voor mij in een ‘minder fijne staat’ verlopen. Bij de tour naar Sapa zaten ook ontbijt, lunch en diner inbegrepen. Nu hebben we eigenlijk alleen van het ontbijt gebruik gemaakt omdat de eerste lunch bij aankomst wat tegenviel. Nu we weg gingen, moesten we om 18.00 uur met de auto naar het station van Lao Cai, een uurtje rijden van Sapa. Hoewel we rond 17.00 uur al wat heerlijke loempia's op een dakterras hadden genuttigd, bedachten we om de laatste avond met onze voucher van het diner gebruik te maken. Dan hebben we in ieder geval genoeg gegeten voor we de nachttrein ingaan. Nou, had ik dat maar niet gedaan!

De ‘rund curry’ zag er al niet al te best uit maar de smaak was nog erger. Die van Wendy was nog lauw dus die heeft hem amper aangeraakt maar die van mij was wel warm dus ik heb er wat van gegeten. Op de weg naar Lao Cai voelde ik me al niet helemaal 100% maar dat kon nog door de bochten en het rijgedrag komen. Een half uurtje later moest ik toch echt alles kwijt en voelde me hondsberoerd. Aangekomen in de nachttrein dan ook meteen naar bed en 's nachts nog een paar keer in een rijdende trein naar het rammelende hokje dat ze een toilet durven noemen.
Om 06.00 stonden we alweer voor ons hotel waar we wel naar binnen konden maar ze natuurlijk geen kamer vrij hadden. Pas om 12.00 uur! Gelukkig zagen ze ook wel in dat dit voor mij iets aan de late kant was dus regelden ze rond 08.00 een ander hotel voor ons aan de overkant waar ik de rest van de dag in een heerlijk bed heb doorgebracht. De meiden zijn lekker gaan waterfietsen (omdat het mausoleum van Ho Chi Minh gesloten was) en hebben hun nagels laten doen.
Vanmorgen voelde ik me gelukkig al een stuk beter dus zijn we samen naar ‘Ho’s’ graf geweest. Zo luchtig als ik er in mijn vorige zin over deed kan je in Vietnam alleen beter niet doen want het is hier een hele serieuze zaak zo'n bezoek. Letterlijk met militaire precisie is alles geregeld. Netjes achter in de rij aansluiten (45 minuten), foto- en filmapparatuur inleveren, tientallen militairen in witte pakken die alles in de gaten houden. Ze zeggen niks, maar zodra ze wijzen: ‘In rijen van twee gaan staan’, snap je het meteen!
Vlak voor wij naar binnen willen, komt er een groepje Vietnamezen vergezeld van een erewacht aanlopen. Zij krijgen voorrang want ze laten door de erewacht een krans voor het mausoleum plaatsen. Volledig zoals het hoort, in gelijke stap met de knieën hoog, wordt de krans gelegd en daarna mogen wij ook naar binnen. In rijen van één achter elkaar, niet te snel, niet te langzaam, mag je in volledige stilte langs het door vier man bewaakte gebalsemde lichaam van de grote leider lopen. Hij ligt er mooi bij!
Na terugkomst is er nog tijd voor ons om een laatste Vietnamese koffie te drinken (heel sterke koffie met gezoete melk, je moet er even aan wennen maar daarna ben je verslaafd) voor we naar het vliegveld gaan. Natuurlijk kon dat weer niet zonder problemen gaan met ons in de auto, want we hadden na een onverwachte rempoging van onze chauffeur een auto achterop. De rechterkant van de achterbumper in de prak en midden op de snelweg een verhitte discussie in het Vietnamees. Nu kunnen die Vietnamezen sowieso al snel en hard praten maar na een botsing gaat dat nog even in het kwadraat. Gelukkig hadden we tijd genoeg dus konden we op het vliegveld onze laatste Dong uitgegeven en aan boord stappen van de QV 322 van Lao Airlines op weg naar Vientiane.
Onze eerste indruk (na vijf uur) is dat het wel wat van Thailand wegheeft. Na ingecheckt te zijn in Villa Sisavad hebben we de omgeving verkend en onze eerste Laotiaanse meeneemmaaltijd (een hele kip van de BBQ en een berg sticky rice die Floortje bijna in haar eentje op at…) genuttigd en dat smaakte naar meer! Ook het (voor mij) beer Lao smaakte prima. Morgen gaan we verder op onderzoek.

Offeren voor verliefje Kevin
Dinsdag 23 maart 2010 Vientiane, Laos.

Gisteren was het echt even relaxen en vooral rustig aan doen. Na ons ontbijt hier in de straat met een lekkere bak noodlesoup zijn de meiden het zwembad ingedoken en ik ben lekker de stad ingegaan om een fiets te huren. Was even lekker om in m'n eentje de hort op te gaan. Met de tuktuk naar het centrum, fiets gehuurd en daarna (met een kaart van Vientiane in mijn mandje) zonder doel de ene keer links, de andere keer rechts rond gaan fietsen. Bij een leuk terrasje een beer Lao met wat lekkers genomen. Daarna op m’n gemakje terug naar de meiden terwijl om me heen de Laotianen 'bezig waren met hun bezigheden' en ik diverse tempels passeerde. 's Middags zijn we met z'n allen de stad ingegaan en hebben we geborreld, gegeten, gekletst, tafelvoetbal gespeeld, rondgekeken, schoolwerk gedaan, weer geborreld: gewoon genoten!
Vandaag was het op tijd reveille want we wilden naar de mooiste tempels en bezienswaardigheden van Vientiane. Op pad met de fiets en onze ‘altijd mee rugzak’, (die heet niet voor niets zo want daar zitten de spullen in die altijd mee moeten zoals zonnebrandcrème, pleisters, betadine, Lonely Planet, snoepjes, powerfood, water, etc) naar Wat Pha That Luang. Een mooie gouden tempel waar in de tijd van de VOC ook nog een Nederlander, Gerrit van Wuysthoff, is geweest. (Kathy: Oh, vandaar dat er allemaal van die oranje bloemen (afrikaantjes) verkocht worden hier... Geintje. hahaha). We doen een rondje door de tempel en laten enkele van onze, inderdaad oranje, offertjes achter bij de Boeddhabeelden. Daarna bezoeken we nog wat andere tempels waar we honderden Boeddhabeelden zien. Overal wil vooral Floortje offeren en ‘even een gebedje voor haar verliefje Kevin’ doen. Gezien het aantal gebedjes die Floortje in de afgelopen (bijna) drie maanden heeft gedaan moet het wel helemaal goed gaan komen met die twee!





Zo op het gemakje fietsend door de stad met de geur van magnolia, houtvuur, wierook en soms ook uitlaatgassen en riolen voelde het helemaal zoals Azië hoort te zijn. We zijn weer helemaal opgeladen en na de laatste week waarin bijna alles al was gepland en van te voren geregeld zijn we nu dan ook toe om weer eens even lekker op de bonnefooi verder Laos in te trekken. Gelukkig zijn we daar niet de enigen in. Toen we vertelden dat we morgen naar het busstation gaan en vanaf daar wel verder zouden zien hoe, wanneer en hoe lang we met een lokale bus verder het land in gaan, was de reactie van beide meiden: ‘Oh ja, gaaf, daar heb ik zin in!’.


Lastige gasten
Donderdag 25 maart 2010. Vang Vieng, Laos.
Wanneer jullie dit lezen zijn we inmiddels al weer weg uit Vang Vieng denk ik, want we hebben hier wel elektriciteit, maar geen internet tot onze beschikking. De reis naar hier verliep wat anders dan gepland maar dat heb je als je het niet van tevoren hebt gepland. We waren wat later dan verwacht uit bed voornamelijk omdat Kathy wat langer op mocht blijven om samen met ons naar de DVD ‘De brief aan de koning’ mocht kijken. Dat boek had ze meegekregen van de Wereldschool en nadat we het allemaal hadden gelezen (uitgezonderd Floortje natuurlijk) zouden we samen de film kijken om te zien hoeveel er van klopte en of we het boek of de film beter vonden. Het was een leuke film maar de conclusie is eenduidig: het boek is beter!
Daarna begon onze avond pas en voor we het wisten, was het al één uur dus iets te laat uit bed; een noodlesoep voor ontbijt gescoord en op pad naar het busstation. Daar zagen we dat het minstens vijf uur ging duren met de bus en kregen we een aanbod om met een minivan in tweeënhalf uur te gaan voor 60.000 Kip (nog geen vijf Euro p.p.). We zijn dan ook naar de minivan gelopen en na wat wachten kwamen er nog twee backpackende meiden en twee Laotianen aan om mee te reizen. Alle bagage op het dak en gaan, dachten we. Nee! Nog even wachten, er moest nog iemand komen. Die ‘iemand’ bleken vier mensen te zijn die ze ook een ticket hadden verkocht. Zo'n minivan heeft drie banken met drie zitplaatsen achterin en naast de chauffeur ook nog twee zitplaatsen. In totaal dus... Precies, goed uitgerekend! Ruimte voor elf passagiers en een chauffeur. Wij met z'n vieren, die twee meiden en die twee Laotianen is acht man. Dan heb je dus nog plek voor drie man. Als je dan een tocht verkoopt aan vier man heb je er één tekort! Eerst stuurden ze die mensen gewoon de minivan in maar ja, dat past dus niet. Daarna stonden onze drie ‘tourleiders’ eerst vijf minuten naast de bus met elkaar te praten en keken in die tijd wel tien keer peinzend naar binnen (alsof ze hoopten dat door Boeddha's ingrijpen van bovenaf op miraculeuze wijze opeens een stoel extra in de minivan zou verschijnen). Toen hadden ze de oplossing gevonden. Floortje moest dan maar op schoot bij iemand.
NOT! 1. Veiligheid voor alles dus de meiden gaan gewoon allebei op een eigen plaats in de gordel. 2. We betalen voor vier plaatsen dus hebben we die ook. Nou, dan kregen we voor Floortje ons geld wel terug. Ook niet, had je zelf maar even moeten rekenen voor je plaatsen verkoopt. Gelukkig zijn wij inmiddels in de Asia state of mind dus rustig blijven zitten, veel glimlachen maar wel duidelijk aangeven wat je wel en niet wil en gewoon geduld hebben. Ook de vier ongelukkigen zagen het blijkbaar niet zitten om erbij gepropt te worden dus uiteindelijk vertrokken we met bijna een uur vertraging alsnog met acht passagiers. Lekker veel ruimte dus!
De chauffeur heeft wel duidelijk geprobeerd om dat uur alsnog in te halen door als een idioot door de bergen met haarspeldbochten te scheuren. Gevolg? Het Laotiaanse meisje werd zo wagenziek dat we vier keer moesten stoppen om haar de kans te geven haar maag te legen. Daar schoot hij dus ook niks mee op! Niet dat hij of haar Laotiaanse vriend ook maar enige compassie met haar hadden. Geen troostende hand op haar schouder, geen slokje water of een verfrissingdoekje, zelfs niet één woord! Gewoon de deur open, zuchtend wachten tot ze klaar was en hup weer met een noodgang verder. Wij als toeristen hebben haar dan ook maar een beetje van bovenstaande voorzien en verschillende keren de chauffeur aangesproken om wat rustiger te gaan rijden. Hij zal ons wel héél lastig hebben gevonden!
Aangekomen in Vang Vieng hebben we na enig zoeken een bungalow gevonden die ook nog in ons budget paste. (Riverview Bungalow voor bijna 90USD per nacht paste daar niet in) en zitten nu bij Le Jardin Organique (nieuwe naam: Bansuan Riverview Bungalows), iets verder van de rivier (één minuut) voor 12USD. Bij het resort van die 90USD kamers kan je natuurlijk wel gewoon op het terras gaan zitten met een drankje en van het prachtige uitzicht over de traag maar gestaag stromende rivier met daarachter het hoog oprijzend karstgebergte te genieten, en dat hebben we dan ook gedaan. De eigenaar, die tien keer vriendelijker is dan onze eigen ‘gastheer en vrouw’ vond het trouwens helemaal geen probleem dat we niet bij hem sliepen. ‘Laat je spullen maar even veilig achter hier bij de receptie en laat de meiden maar even hier spelen/lezen dan kunnen jullie op je gemakje wat anders en goedkopers zoeken. Hier heb je een paar adresjes’. Kijk zo kan het ook, en hij kan dan ook rekenen op ons bezoek voor het ontbijt en drankjes met een welgemeende fooi erbij!




Vandaag hebben we voornamelijk besteed aan het op ons gemakje de stad verkennen, flink schoolwerk doen (bij onze 90USD vriend natuurlijk) en lekker in de rivier zwemmen.
Morgen gaan we doen waar iedereen voor komt: tuben over de rivier. Je huurt een binnenband van een auto, een waterdichte zak en ze brengen je met de tuktuk een heel stuk rivier opwaarts. Daar stap je in je band en laat je terugdrijven naar de stad. De tocht duurt ongeveer drie uur maar langs de rivier schijnen heel veel bars en restaurants te zijn waar je even uit kan stappen om een biertje te doen, daardoor kan de tocht wat langer duren... Gezien de kennelijke staat waarin we vanavond mensen terug zagen komen (hun lichaam volgeschreven met watervaste stift) moet het vooral om het laatste een ‘enorm avontuur’ zijn. We gaan het beleven!




In the tube tubing
Zaterdag 27 maart 2010. Vang Vieng, Laos.
Het liep natuurlijk weer anders dan gedacht. Toen we wakker werden was het grauw en bewolkt. Niet echt de ideale weersomstandigheden om te gaan tuben. We hebben dan ook fietsen gehuurd en zijn in de omgeving op zoek gegaan naar grotten want die moeten hier ook genoeg zijn. Nou, een fiets heb je hier zo gehuurd voor 85 cent per dag dus weg waren we. Dwars over hobbelpaadjes, rijstvelden en andere macadamwegen lag een spoor met om de 500 meter een bordje met de afstand naar de cave. Gelukkig dat die er waren want anders waren we al lang omgedraaid. Aangekomen bij de plaats waar we zouden moeten zijn zagen we alleen een bordje met: ‘Entrance: 10.000 Kip’ en een slapende man.
We hebben de man laten slapen, geld neergelegd, een paar zaklampen meegenomen en zijn op pad gegaan. Bij een grot aangekomen ben ik eerst poolshoogte gaan nemen bij het gat in de wand dat de ingang leek. Na een meter of drie had je al bijna geen licht meer en ik zag alleen maar stapels rotsblokken liggen. Hmmm, een onbekende donkere grot met de meiden verkennen, is dat een goed idee? Net toen we eigenlijk terug wilden lopen kwam een man met een gids (de slapende man) aan bij de grot. Met hem durfden we het wel aan en na enig klimmen, klauteren en door gaten wurmen kwamen we bij het doel van de tocht. Een ondergronds meer waar we met een band in konden zwemmen.
Het was daar echt pikkedonker en alles galmt natuurlijk. Bij het schijnsel van de zaklampen had het wel iets heel aparts om zo met z'n vieren in het koele water rond te zwemmen. Aan de ene kant was het wel een beetje eng vonden de meiden maar toch vooral leuk en spannend. Na deze, door de meiden zeer gewaardeerde, bijzondere zwempartij gingen we naar de tweede grot waar verschillende stalagmieten/ stalactieten waren en waarvan je er enkele als een gong kan bespelen. Na nog wat gedronken te hebben en papa gepushed te hebben om zich via een trapeze aan een bamboe constructie in de rivier te laten slingeren (ahhh, je bent toch geen watje?) zijn we weer door de velden teruggefietst.
Vandaag was het weer veel beter en zonniger (zelfs door de hoge rook van afgebrande rijstvelden heen: Ze gebruiken hier nog een erosiegevoelige manier van landbouw). Het was dus prima weer voor tubing in Vang Vieng.
Na vier banden gehuurd te hebben werden we met de tuktuk naar het beginpunt gebracht. In de waterdichte zak zaten de benodigdheden voor de dag. Wat sarongs, een fototoestel en een paar honderdduizend Kip. (100.000 Kip is acht USD). We werden meteen verwelkomt door keiharde westerse muziek uit diverse barretjes aan de rivier variërend van de nieuwste gangsta-rap tot de golden oldies uit de 80er jaren. Je zit meteen in de sfeer zullen we maar zeggen.
Als je op de rivier drijft word je vanaf de pontons verwelkomd met luide kreten; free shots with every beer, come here, free french fries with your order. Als je een etablissement naar je gading ziet, steek je je hand op en ze gooien je een halfvolle fles water aan een touw toe waaraan ze je naar hun bar toe trekken. Erg leuk natuurlijk, zeker omdat iedere bar zich naast alle ‘gratis’ lekkers ook nog willen onderscheiden met hun waterglijbanen en slingshots. Voor dat laatste binden ze een stuk of zes lange bamboestokken van een meter of tien, twaalf tot vijftien aan elkaar en zetten die schuin over de rivier. Je bindt daar een touw aan met aan het einde een boomtak als een soort rekstok. Daarnaast staat een bamboe toren waar je inklimt, je pakt de rekstok, kijkt even of er geen tubers aankomen, wordt als een sloopkogel boven de rivier geslingerd en laat je met een noodgang van de rekstok vallen. Het geeft een enorme kick (en plons) als je in de rivier beland! Hoewel Kathy het ook wou doen was de rekstok (gelukkig!) te hoog voor haar dus hebben de meiden het gedaan met de glijbanen. Een enorme regenpijp van hout waar ze wat plastic tafelkleden in plakken. Een paar emmertjes water erover en glijden maar! De kick was natuurlijk dat het einde van de glijbaan 1,5 meter boven de rivier was waardoor je alsnog een flinke smak maakte.



Omdat het nog rustig was en we toch wel wat van het hele tubing gebeuren wilden meekrijgen deden we het rustig aan. Om de vijftig meter was wel een bar, de rivier ging heel langzaam dus om de 150 meter deden we wel een drankje of hapje. Rond een uur of vier kwamen we aandrijven bij een bord ‘Last Bar’ en zeiden: ‘Kom, we pakken er nog eentje en dan laten we ons naar het eindpunt drijven’. Daar hadden ze buckets (kleine emmers van 0,5 liter met cola, rum, redbull en wat limoen voor 30.000 Kip). Omdat we lang in het water hadden gelegen was het ook wat fris dus was er een kampvuurtje aangestoken. Gezellige mensen, de meiden hadden het naar hun zin dus ach, rond een uur of vijf gingen we weer in de the tubes voor het laatste kleine stukje. Zo'n 200 meter verder over de nu wel héél erg trage rivier stond, heel attent van die Laotianen, een bord langs de kant. From here to endpoint - 2 Kilometers. Wat? Twee kilometer? Dat wil zeggen dat we over de eerste kilometer met al die bars wel vijfenhalf uur hadden gedaan? En nu moeten we dus nog twee kilometer peddelen met onze handen om vooruit te komen en dat binnen een uur? Nergens was ook meer een bar te bekennen, hebben ze gewoon al die bars aan het begin gezet. En daar stonden natuurlijk geen borden met hoe ver het nog was. Heel toevallig stonden zo’n 200 meter verder (als je al een beetje ongerust begint te worden hoe je straks in het donker nog verder moet) een aantal tuktuks die je wel voor een passende vergoeding naar het eindpunt wilden terugbrengen voor 18.00 uur.
Wij waren dus op tijd binnen en hebben de dag glimlachend om de Laotiaanse (het lijken wel Zeeuwen) vernuftigheid afgesloten in een Aussie bar met prima eten. Vol trots lopen we dan nu ook rond met de T shirts die je backpackers in heel Azë ziet dragen: In the tube tubing,.Vang Vieng, Laos. Wij hebben het ook gedaan en horen er nu helemaal bij.


Part of the family
Dinsdag 30 maart 2010. Luang Prabang, Laos.
Onze laatste dag in Vang Vieng had nog wel een speciaal tintje. Behalve inpakken en klaarmaken voor de reis naar Luang Prabang de volgende dag moesten we natuurlijk ook nog wat schoolwerk doen. Ons ‘vaste stekje’ bij de 90 USD-buurman aan de rivier was daarvoor de aangewezen plek. Toen we daar aankwamen was het wat rustig maar aan het einde van het terras zat een groep mensen van het guesthouse bij elkaar rond een tafel. Al snel werden we uitgenodigd om met hen deel te nemen aan de Baci ceremonie die ze aan het houden waren. Baci is een typisch Laotiaanse ceremonie die gehouden wordt bij belangrijke gebeurtenissen in iemands leven, zoals touwen, geboorte van een kind maar ook bij een langdurig vertrek. Een van de mensen die er werkt ging na vijf jaar terug naar haar familie in Savannakhet en voor haar werd dus een ceremonie gehouden.
Op tafel stond een soort kegel van bananenblad die versiert was met bloemen. Bovenin was een bamboestokje gestoken met daaraan wel honderd witte touwtjes. Nadat alle goede geesten waren aangeroepen werd haar formeel door de ceremonieleidster al het beste toegewenst en ging iedereen daarna aan de slag om een touwtje van de bamboestok af te halen en (eerst bij degene die afscheid nam en daarna bij alle aanwezigen) om de pols te binden. Ook wij kregen een touwtje van mensen omgebonden. Hand met de palm omhoog, het touwtje wordt er omheen gelegd en daarna met drie knopen vastgebonden. Bij iedere knoop wordt een goede wens voor je toekomst uitgesproken. Natuurlijk een veilige reis door Laos, goede gezondheid, en een liefdevol leven. Ook kreeg ik successfull business en Obeying children (gehoorzame kinderen) toegewenst. Nou als dat eens zou kunnen... De touwtjes moeten minstens drie dagen omblijven en daarna mag je ze niet lostrekken of snijden. Alleen losknopen is toegestaan en dan moet je het touwtje in de grond begraven, niet in de vuilnisbak gooien! Heel leuk en gastvrij om zoiets mee te mogen maken.
Nu we toch part of the family waren werden we meteen uitgenodigd om mee te gaan naar de bruiloft van een buurtbewoner. Nou dat is ook iets. Stel je voor: een leeg stuk grond waar ze vijftig tafels met stoelen er omheen onder zeil hebben gezet. De tafels afgeladen met eten en drinken. Aan het hoofd staat een klein podium met daarnaast aan beide kanten enorme opgestapelde geluidsboxen tot twee meter hoogte. Daar komt ook een enorme herrie uit. Je kunt niet met elkaar praten, zelfs met schreeuwen kom je er niet bovenuit. Iedereen is welkom en gaat aan een tafel zitten om te slempen. Emmertjes ijs worden langsgebracht en de vader van de bruid gaat bij alle tafels langs met een fles Johnny Walker Black Label en een glas. Bij iedere gast wordt (iedere keer hetzelfde) glaasje met een bodempje whisky gevuld en achterover geslagen onder het uitslaken van de beste wensen aan de brave man. Hij moet zelf natuurlijk ook regelmatig een slokje nemen dus dat is best een zware baan zo vroeg in de middag. Ook hier waren we van harte welkom om mee te doen. Stel je voor in Zeeland dat je op de bruiloft van je enige dochter iedere willekeurige voorbijkomende Duitse of Belgische toerist op het feest uitnodigt om mee te eten en drinken zoveel hij wilt...
De volgende dag gingen we met de bus naar Luang Prabang. Omdat we hadden gelezen en gehoord dat het een flinke trip is door de bergen met haarspeldbochten, hadden we een VIP bus geboekt. Bij aankomst op het busstation bleek het een VIP bus in Loatiaanse stijl te zijn. Bij Connexxion hadden ze deze bus al lang afgekeurd en zou zelfs niet als discobus op zaterdag 04.00 uur mogen dienen, maar hier is het een VIP bus. De voorruit was aan alle kanten gebarsten, om oververhitting tegen te gaan was de motorkap (aan de achterkant zit die gelukkig) bij voorbaat al met een touw omhoog gebonden, de schuifdeur voorin kon niet dicht maar dat diende als Laotiaanse airco. Hier beter bekend als ARKO (Alle Ramen Kunnen Open). Maar we konden goed zitten en hij heeft de 183 kilometer veilig en vlot in… zeven uur afgelegd en ons in Luang Prabang afgeleverd. Onderweg weer mooie vergezichten maar ook word de afbrandcultuur hier erg duidelijk. Hele hellingen die gewoon zijn afgefikt om na het regenseizoen weer als langbouwgrond te kunnen dienen.
In Luang Prabang zijn werd het net na aankomst wel erg donker. Onweer, en niet zo'n beetje ook. Grote flitsen en regen, bakken uit de hemel, zo erg dat de elektriciteit om de vijf minuten uitvalt. Hoe dat moet in het regenseizoen? Bij de DELTA (Zeeuwse energiemaatschappij) is dat toch wat beter geregeld…
Die nacht sliepen we in het Muonglao Guesthouse maar nadat we helemaal ingericht waren vertelden ze ons doodleuk dat de kamer vanaf morgen aan iemand anders was verhuurd en wij er dan weer uitmoesten. Als we dat van tevoren hadden geweten… Maar goed, vandaag dus weer op pad geweest voor een nieuw verblijf voor de komende dagen en dat hebben we gevonden bij Villa Sokxai II. Een mooie locatie waar we twee kamers hebben zodat we ook weer eens wat privacy als echtgenoten hebben!


Kikker in je bil
Donderdag 1 april 2010. Luang Prabang, Laos.
Met twee meiden van zeven en elf gaat een dag als deze (1 april) niet onopgemerkt voorbij. Het begon vanmorgen vroeg al goed... Zoals de mensen die een beetje bekend zijn met Zuidoost Azië wel weten is het rioolsysteem hier niet te vergelijken met dat in Nederland. Als je al wc-papier in de wc mag gooien is het regelmatig tussendoor spoelen geblazen. Omdat Kaatje en Flo een halve rol kunnen gebruiken bij een klein plasje is het iedere keer: ‘Meiden, let op! Een paar velletjes en spoelen!’.
Ik kom dus in de kamer van die meiden en Kathy zegt met een beteuterd gezicht: ‘Papa, sorry hoor, maar ik heb teveel papier in de pot gegooid en nu is alles in de badkamer met poep overstroomd…’ O, nee hè, kan ik 's morgens vroeg net uit bed een overstroomde shit badkamer gaan dweilen, denk ik. Terwijl ik naar de badkamer stamp om de schade op te nemen hoor ik een hoop gegier achter me. ‘1 april, kikker in je bil, die er nooooit meer uit wil! Dat hebben ze moeten bekopen met een flinke stoeipartij!
De rest van de dag hebben we, nadat we gisteren op de fiets veel mooie tempels en de straten van Luang Prabang hebben bekeken, een beetje een rustdag gehouden. De meiden kregen een beetje last van tempelaritus en ‘Wat?, nog een Wat?’ (Wat = tempel). Nadat de school was afgelopen zijn we dan ook op het gemak naar het postkantoor gelopen om weer een doos (nummer 3) op te sturen naar Nederland. Ze hebben hier gewoon veel te veel mooie dingen die we ‘moeten’ hebben, want ‘het is toch geen geld en het staat vast heel mooi op de kast, aan de muur, in de slaapkamer’. Waarschijnlijk staat over een half jaar, als al die dozen eindelijk met de boot zijn aangekomen, ons huis weer te vol maar ja, daar maken we ons nu geen zorgen over. Het leuke is wel dat als we na afloop van de reis weer in het ‘normale’ leven zitten nog een paar cadeaudozen tegemoet kunnen zien. Het uitpakken zal een feest zijn. ‘Oh, ja! Weet je nog dat marktje in Sapa en deze, die hebben we in dat leuke winkeltje in Vang Vieng gekocht’.
1 april is ook niet zonder schok bij de opa's en oma's voorbij gegaan want de meiden hadden nog wat leuks bedacht. Via Skype kregen ze oma aan de lijn en vertelden: ‘We zijn gisteren met de bus naar Vientiane teruggegaan, het was alleen niet zo leuk want toen we aankwamen was de helft van de rugtassen weg en nu hebben we bijna niks meer!’. De beide oma's die een reis door Laos waarschijnlijk toch al bedenkelijk vonden schoten dan ook helemaal in de stress. ‘Oh nee toch. Hoe moet dat dan nu? Gaat het wel goed met jullie meisjes?’. Wat volgde was natuurlijk weer een hoop gegil en ‘1 April…’ Arme oma's. Maar wel leuk.






Vanavond zijn we trouwens voor de tweede keer achterelkaar naar dezelfde nachtmarkt gegaan. Het lijkt misschien of we hier niks anders doen dan eten en drinken maar dat valt best mee. Het is hier alleen zo lekker... en daarnaast is de eetcultuur hier heel anders dan in Nederland. Men eet hier de hele dag door inderdaad, maar dan steeds kleine beetjes van het één en later weer wat anders. Ieder tiende pand is dan ook wel een foodstall of drogist/supermarkt annex Xenos waar je ook een bakje verse rijst met een prutje kan krijgen. Maar goed, die nachtmarkt hier. Er staan in een smalle straat wel vijftig kramen met tegen een betonnen muur een paar tafels op schragen en houten bankjes. Overal haal je wat lekkers uit de kraam en met je handen vol plastic zakjes laat je je op een bankje zakken. Je roept naar een stalletje in de buurt ‘One beer Lao and one big water’. Ze zetten het drinken plus een bak eetstokjes, lepels, vorken en een rol wc-papier op tafel en eten maar… Eenvoudig, goedkoop en lekker!


Olifanten en buffelen.
Vrijdag 2 april 2010. Luang Prabang, Laos.

Olifanten stonden vandaag op het programma. Oké ,het was een tour waar nog meer bij zat, maar de olifanten daar ging het toch om, zeker voor de meiden. We werden opgepikt door een minivan met een chauffeur die net zijn rijbewijs had, leek het wel. Floortje zei zelfs: 'Volgens mij heeft hij helemaal nog geen bewijs'. Ten eerste probeerde hij 'het nieuwe rijden' wel erg in de praktijk te brengen door 30 km p/u in z'n vier te rijden zodat de motor net niet uitviel maar we wel schokkend over de weg gingen. Daarna had hij het gas gevonden maar nog niet het inzicht. Op rechte stukken waar geen hond ons tegemoet komt blijft hij achter een bus hangen, in de bocht waar je niks ziet gaat hij inhalen... Maar ja, we komen weer ongeschonden aan (waarschijnlijk vanwege al die gebedjes die Floortje nog steeds bij ieder Boeddhabeeld doet) en zien de olifanten.
Hier komt weer het rekenkundig vermogen van de Laotianen om de hoek. Negen mensen in het busje en twee olifanten, dat gaat vast niet passen. Na wat aandringen van Wendy met haar vriendelijke doch resolute houding komen we tot een oplossing. Wij gaan met z'n vieren eerst naar het 'whisky dorp' en naar de grot terwijl de anderen gaan olifanten en 's middags doen we het andersom. Wij houden dan het leukste voor het laatst en kunnen zo de meiden ook nog voor de andere dingen interesseren.
Het 'whisky dorp' is gewoon een dorpje waar nu voor ieder huisje een kraam staat met de lokaal gestookte drank Lao Lao (60% en echt bocht met waarschijnlijk alleen methyl alcohol) of een weefgetouw met handgemaakte sjaals en tafellopers. Niets bijzonders. Vervolgens naar de grot waar we 245 treden op het heetst van de dag omhoog klauteren naar een grot met 400 Boeddha beeldjes. Wel aardig maar erg warm om te doen. Toen een lunch van nasi goreng op zijn Laotiaans met een fles water, maar daarna mochten we dan. Eerst een uur in een bakje heen en weer schommelen boven op de rug van de olifant. De olifanten hadden de vervelende gewoonte om steeds een hap water uit hun bek in hun slurf te laten lopen en dat over ons heen te spuiten. Natuurlijk was dat bij de meiden al snel ‘Hé. hij gaat zijn neus weer snuiten mama’, en zaten wij weer onder de 'olifantensnot' volgens hen. Toen we terugkwamen en olifanten afgezadeld waren mochten we op hun nek naar de rivier toe. Kathy stapte er onverschrokken in haar bikini op maar Floortje wilde eerst wel even toekijken dus moest papa maar op z'n nek. In de rivier kwam ze echter helemaal los en nadat we met de olifanten in bad waren geweest ging zij op z'n nek terug naar boven. Giechelend en de olifant flink aansporend. De meiden genoten volop, dus hadden wij het ook naar ons zin vandaag.




Bij terugkomst zijn we maar wat gaan drinken en hebben daar meteen een maaltijd aan vastgeplakt. Ik ging voor een echt Laotiaans gerecht van buffalo stew with sticky rice - enough for a whole meal. Toen het werd opgediend was het alleen een klein bakje met een waterig prutje met daarin vlees en groente. Ik keek dan ook een beetje van: 'Hmmm, is dat alles?' Na de eerste flinke hap vlogen de tranen me echter de tranen al in de ogen. Héét! Snel blussen met wat rijst en wat voorzichtiger verder gaan. Echt lekker was het alleen niet en ondanks de kleine hapjes bleef het erg pittig dus stopte ik al snel met eten waarop Kathy heel wijs opmerkte: 'Ik snap wel dat het genoeg is voor een hele maaltijd hoor, niemand eet het toch helemaal op!’



Beurse knieën.
Zondag 4 april 2010. Vientiane, Laos.
Gisteren hebben we eerst een schoolochtend gehouden en zijn daarna met een gecharterde tuktuk naar de Kuang Si Watervallen gegaan. Eigenlijk zouden we vandaag al vertrekken, maar iedereen zei dat je deze watervallen met zijn bijbehorende zwemplekken niet mocht missen. Onder het motto van 'nu we er toch zijn' hebben we dan ook besloten om er nog een dagje in Luang Prabang aan vast te plakken. Nou, het moet gezegd worden, we hebben al veel watervallen gezien maar hier was het wel erg mooi. De diverse zwemlagunes die je onderweg tegenkomt, zijn ook inderdaad erg idyllisch met kleinere watervallen en poelen met kristalhelder water waar je je in kunt vermaken. Omringd door bomen en planten klauter je zo de watervallen op. Bij de laatste poel die we aandeden hadden ze ook een touw waarmee je jezelf in het water kan slingeren. Deze keer ook in Kathy's maat. Natuurlijk moesten we er allemaal vanaf (behalve Floortje dan) en dat ging prima. Ook bij mij, tot de laatste keer natuurlijk. Ik hield wat te lang vast aan het touw en smakte met mijn knie terug tegen een boom. Niks ernstigs, ik heb er alleen wat beurse knieën aan overgehouden.




Daarom was het ook wel fijn dat we vandaag een echte VIP bus hadden met genoeg beenruimte voor een 1.82 lange westerling. De reis is (heel bijzonder voor ons) zonder panne onderweg verlopen en na achtenhalf uur stonden we weer op het busstation van Vientiane. Waarschijnlijk hadden we geen pech onderweg omdat we helemaal aan het begin van de reis een spannend moment hadden. Voor de eerste keer dat we tripjes boeken in Zuidoost Azië kwam namelijk onze pick-up at hotel niet opdagen. Rond 07:20 zouden we worden opgehaald bij Villa Sokxai II om dan rond acht uur op de bus te stappen. Nou moet je met de tijden hier wel wat speling inbouwen maar rond 07:45 nog steeds geen busje. We hebben toen maar een tuktuk aangehouden om op tijd bij de bus te komen. Nu zijn we weer in Vientiane en vanuit hier willen we richting het zuiden van Laos gaan. We zijn weer benieuwd.
Nog een grap van Kathy. Nu haar Engels ongelooflijk snel gaat komt ze wel eens met hele bijzondere opmerkingen. In een tempel liep ze naar een poesje dat daar rondliep en vroeg: 'Zeg poesje, hoe is het nou om uit de hemel te vallen?' Wendy kijkt haar verbaasd aan. 'Ja, mam het is toch een kat?', 'Ja, en?', vraagt Wendy. 'Nou, ‘It's raining cats and dogs’ zeggen ze toch? Dus zij kan het weten!'

Slapen onder een TL-balk
Donderdag 8 april 2010. Savannakhet, Laos
Nu moest het toch echt gebeuren… Hoewel we best nog wat langer in Luang Prabang zouden willen doorbrengen, moeten we vanwege de tijd echt vertrekken naar Vientiane om vandaar ook het zuiden te kunnen gaan ontdekken. We zagen wel op tegen de rit omdat we Vientiane - Vang Vieng (drieënhalf uur) en de rit Vang Vieng - Luang Prabang ( acht uur) al hadden gedaan en nu ineens van Luang Prabang naar Vientiane zouden gaan. Het viel gelukkig alles mee want met (deze keer een echte) VIP bus stonden we na achtenhalf uur al in Vientiane. Met bagage ;-) boven op het dak van de bus!
We checkten weer in bij het ons vertrouwde Villa Sisavad. OK, ze krijgen nog steeds geen tien, maar we willen maar twee nachten blijven in Vientiane en daarna weer door… Ze hebben een zwembad en we kennen de plekjes al om snel lekker eten te halen. Het is wel goed! De volgende dag dus nog gereserveerd voor toetsen maken door de dames voor de wereldschool en verder lekker relaxt aan het zwembad gelegen en op tijd naar bed gegaan.
De volgende morgen moeten we namelijk om 6.00 uur met de tuktuk naar het zuidelijke busstation dus om 05:30 moeten we wakker worden. Voor veel Laotianen een heel normale tijd maar wij moesten nog even ogen wrijven en dat hebben we niet eens goed gedaan want de zwemspullen die nog even hingen te drogen zodat ze droog de tas in konden… Precies, die zijn we dus vergeten mee te nemen. Dat wordt zoeken naar nieuwe of we gaan gewoon net als de lokale mensen geheel gekleed gaan zwemmen.
Doel van onze reis vandaag was Ban Na Hin. Een klein gehuchtje dat voorheen Khounkham heette voor de mensen die het op willen zoeken. Dat is namelijk het vertrekpunt voor een bezoek aan de Konglor grotten. Het dorpje zelf stelt echt helemaal niks voor en de accommodaties zijn daar ook naar.
In het Xokxay guesthouse (geen website) vinden we logies. Twee kamers, alleen met een fan, een met en een zonder eigen WC/douche voor 100.000 Kip (nog geen tientje). Dat dan weer wel. De meiden kunnen wel bij ons naar de WC en douche dus we nemen deze kamers. Maar heet! Heel heet was het, zo'n 36 graden met een luchtvochtigheid van 98%. De fan verplaatste alleen de hete lucht en pas tegen de avond werd het wat koeler. Ook hier was het snel naar bedje toe want ten eerste waren we moe en ten tweede hadden we meteen geregeld dat we direct de volgende ochtend al opgepikt zouden worden voor een bezoek aan de grot.
Nu bieden ze hier tweedaagse trips aan waarbij je de grot bezoekt, wat kunt zwemmen en bij mensen thuis overnacht in een homestay. Totale kosten zo'n 800.000 kip voor z'n vieren. Omdat we nu toch in de primitieve mood zitten, willen we het alleen nog wat avontuurlijker maken. We dachten: als we nou zelf een sawngthaew nemen (een soort kleine vrachtwagen met laadbak waar ze bankjes in maken en met een huif overtrekken) naar de grot, zelf de grot entree betalen, zelf een bootje huren en bij terugkomst gewoon het dorp inlopen om te vragen of we mogen blijven slapen, dan zijn we volgens mij de helft kwijt. Dat hadden we goed gezien. Nu waren we maar 452.000 kip kwijt en we hadden hetzelfde.
De grot is werkelijk fantastisch! Zeven-en-een-halve kilometer onder de grond door een grot gevaren in een longtailboot. Natuurlijk is het pikdonker dus heeft de roerganger een lamp op zijn hoofd. Voor op de boeg staat iemand om bij te lichten en om de boot op ondiepe plaatsen over het grind te slepen naar de andere kant waar we weer verder kunnen varen. Onderweg hebben we nog een grotwand beklommen en zagen we, zodra ze daar de gekleurde lichten aandeden, een prachtig schouwspel van stalagmieten en stalactieten.
Zo mooi… als je na een uur vanuit het donker het licht tegemoet vaart. Aan de andere kant van de berg aangekomen hebben we wat gegeten en gedronken en zijn we weer terug gevaren. Daar ging het ietwat mis. Toen de boot weer over de grintbank gesleept moest worden, stapte ik uit. Halverwege mijn stap zeiden de heren: ‘No no. deep!’ Even was ik in twijfel, verder uitstappen of toch niet, en viel zo overboord. Dat natte pak is niet zo erg maar ik knalde met mijn rechterknie op een scherpe rots en daar zit nu een flinke put in. Die knie had ik ook al gestoten bij de watervallen in Luang Prabang en was nog wat beurs. Al met al zat ik dus met een nogal rotte knie maar na schoongemaakt en verbonden te hebben leek het wel mee te vallen.
We zijn toch nog naar het dorpje gelopen en vonden daar een homestay. Op drie meter boven de grond was de open woonkamer, daar werden in de hoek wat matrassen neergelegd, een gordijntje er omheen gespannen, muskietennet erboven en klaar is je slaapplaats! De meiden hadden natuurlijk volop bekijks en vooral de kleintjes vonden het toch wel eng, die witte mensen die in het dorp rondliepen. Nadat ze met de kinderen bij de centrale waterpomp, de eenden, kippen en waterbuffel hadden gespeeld werd het tijd voor het dagelijkse bad. Natuurlijk zoals de Laotianen, dus met sarong of kleding aan in de rivier met een sopje wassen, afspoelen en afdrogen, op weg naar het diner. Wij kregen sticky rice en een prutje met ei en groente, best wel lekker hoor. Daarna was het al snel bedtijd want om 06.30 uur zou de sawngthaew ons weer oppikken om terug naar Ban Na Hin te gaan. De matrassen waren wat dun, een fan of airco was er natuurlijk niet en de tv en het licht bleef gewoon aan. Rond 01.00 uur werd Wendy er wakker van en ging toch maar vragen of het wat zachter mocht. Wat bleek, de gastheer en de buurman lagen te slapen op matten voor de tv die keihard een soap uitzond. Toen Wendy de afstandbediening pakte om het zelf zachter te zetten, werden ze wakker en de buurman vertrok maar naar zijn eigen huis om verder te slapen. De tv ging wat zachter en uiteindelijk uit, maar de tl-balken bleven de hele nacht branden.




Om 03.00 uur begon de eerste haan te kraaien met als gevolg dat ze allemaal beginnen. De eenden zijn luilakken want die begonnen pas rond 06.00 uur toen wij ons bed uitkwamen. Terwijl wij in het schemerdonker onze spullen bij elkaar zochten ging wel ineens het licht uit zodat we niks meer zagen... Al met al een hele belevenis en misschien denk je na bovenstaande dat we er niks aanvonden, maar we vonden het fantastisch om zo het normale leven hier eens mee te kunnen maken terwijl we nooit zelf zo zouden kunnen leven.
Nadat ik met mijn stijve, beurse, bolle knie naar de weg was gestrompeld zijn we met de sawngthaew terug naar Ban Na Hin gereden waar we onze spullen hadden achtergelaten. Daar zijn we rond 08.00 uur op een andere sawngthaew (met wel hele smalle bankjes) in vier uur naar Tha Khaek gereden. Dat was eigenlijk ons gepland eindpunt vanwege mijn knie. Maar omdat het nog redelijk ging en het nog maar 12.00 uur was, besloten we om daar meteen over te stappen op de bus naar Savannakhet. (De meiden: ‘Jeah! Nog een stukje reizen, maar nu met de bus! Leuk! Vreemde kinderen heb ik…) Dus weer twee-en-een-half uur onderweg, maar deze keer in een bus met te weinig beenruimte waardoor ik twee zitplaatsen nodig had. Leuk joh, dat reizen!
Nu zitten we dus in een airco kamer. De meiden hebben een fan maar zitten nu nog lekker bij ons. Na een lekkere douche (emmer water met een bakje om het water over je heen te gooien) met mijn been omhoog. Maar even rustig aan doen en hopen dat die knie morgen wat geslonken is.


gebakken Frans
Zondag 11 april 2010. Pakse, Laos.
Hieperdepiep hoera! Wendy is vandaag jarig en dat willen we vieren. Vanmorgen met de meiden een kopje koffie gemaakt voor mama die ‘daar niks van merkte en gewoon doorsliep’. Als slingers hadden we een paar Cambodjaanse sjaals om de wieken van de fan/plafondventilator gebonden en op standje 1 aangezet. Daarna hebben we natuurlijk hard gezongen zodat mama wakker werd en we lekker met z'n allen op ons bed konden hangen.
Ze kreeg een heel apart cadeau deze keer. Namelijk een 3 DVD box van Style. Ken je dat niet? Nou, het bleek een soort van Koreaanse soap te zijn die in het Laotiaans is ondertiteld. Kathy had het plaatje op de voorkant gezien en dat leek een beetje op de voorkant van de ‘Chick lits’ (moderne vrouwenboeken a la Sex and the City) die mama wel eens leest. Ze kon er ook goed op afdingen dus vol trots had ze een presentje voor mama gevonden. Ik was tot vandaag nog niet zo mobiel met mijn dikke olifantenpootje dus had het shoppen aan de meiden moeten overlaten.
Maar eerlijk is eerlijk. Ik had Kathy en Floortje mijn portemonnee mee gegeven om wat leuks uit te zoeken en ze zagen ook wel leuke oorbellen maar zoals Kathy zei: ‘Ze wilden er 150.000 Kip voor hebben en ze wilden niet afdingen. Toen heb ik maar gezegd, ‘No, to much’. Voor 10,00 Euro kan je die oorbellen ook in Goes kopen.’
Vandaag zijn we dan ook op het gemakje gaan shoppen, hebben toch nog een stukje ‘Style’ gekeken en aan het eind van de dag op een drijvend restaurant op de Mekong gedineerd. Heel romantisch en gezellig, alleen, toen we net gingen zitten, was het ponton wel heel erg aan het schommelen. We wilden echter niet weg dus ons aperitief was... een glas water met een reispilletje. Het werkte hoor, want we hebben daarna honderd procent genoten. Heerlijke zelf te maken verse springrolls met vis voor ons, en voor de jonge dames Aziatische spareribs met ‘Fried Frans’ (de Engelse spellen van French Fries oftewel gewoon patat is hier nog al eens hilarisch). De meiden zagen al helemaal ‘Ome Frans’ boven de BBQ hangen toen ze het voor het eerst lazen. Thuisgekomen hebben we met z'n allen een spelletje gedaan en daarna gingen de meiden naar bed, want morgen willen we weer verder.


De hele dag zijn er via de mail, Hyves en Skype gelukswensen en felicitaties binnen gekomen. Heel leuk en ze worden erg gewaardeerd. Bedankt allemaal, Wendy.



Hangmatten en dierenleed
Dinsdag 13 april 2010. Si phan don (4.000 islands) - Don Det, Laos.
Dit lezen jullie pas als we hier al weer weg zijn. We zitten nu op Don Det, een eiland in het zuiden van Laos. Hier is bijna niks anders te vinden dan hutjes, wat restaurantjes en wat oude autobanden waarmee je wat rond kan peddelen. Maar dat later.
Gisteren zouden we naar het Bolaven plateau gaan waar we een paar dagen zouden doorbrengen in het Tad Fane resort. We zijn er ook geweest maar bij aankomst bleek de kamer in plaats van 36 USD, zoals aangegeven op het internet, ineens 47 USD te zijn. Nou, dat was het niet waard dus hebben we de sawngthaewchauffeur die ons had gebracht gevraagd om er een dagtrip van te maken waarbij hij ons na afloop weer terug naar Pakse zou brengen. We hebben een koffie- en een theeplantage bezocht en zijn gaan zwemmen bij een waterval. Geen straf dus. De volgende dag zijn we dan maar, eerder dan gepland, vertrokken naar het zuiden van Laos. Naar 4.000 islands.
We zitten nu in twee aangrenzende houten hutten, 'Boat' en 'Coconut' geheten met alleen een fan en een wc/badkamer waar je met behulp van een emmer en een bakje kan douchen en de wc doorspoelen. De emmer vullen duurt ongeveer een uur dus dan heb je een idee van de waterdruk hier. Wel hangen voor de twee hutten vier hangmatten en dat is zowat het belangrijkste hier. Met 35 graden om 22:00 uur moet je hier niet veel meer activiteiten ondernemen dan hangen, lezen, wat ronddrijven op het water en relaxen. Daar zijn de eilanden om bekend en dat is ook de reden dat we ze opzoeken.
Met een lokale bus is het erg lastig om hier te komen dus hadden we vanuit Pakse een sawngthaew geregeld die ons in één keer naar Ban Nakasan zou brengen waar vandaan we een houten gemotoriseerde kano naar het eiland konden nemen. De sawngthaew zouden we eigenlijk voor onszelf hebben maar zoals dat in Laos gaat kwamen er natuurlijk steeds meer mensen bij. Zo ook een korf met acht biggen die achterop de auto werd gebonden. In de brandende zon, dus bij het eindpunt (na vier uur) waren er nog maar zeven over want eentje had het loodje gelegd onderweg.
Aangekomen op het eiland hebben we eerst wat gedronken en zijn daarna op zoek gegaan naar een plek om te slapen terwijl de meiden in een hangmat kropen in het restaurant: 'Wij passen wel op de spullen hoor'. De kamer die ons wel wat leek was helaas al bezet dus zijn we nu in de houten hutjes terecht gekomen. Vooralsnog voor vannacht goed maar we kijken morgen op het gemakje nog wel wat verder.

Sabai di pi mai lao
Vrijdag 16 april 2010. Si phan don (4.000 islands) - Don Det, Laos.
We zijn de volgende dag inderdaad verhuisd want 's avonds bleek dat de plaatselijke disco net naast onze bungalows lag. Tot een uur of één herrie en gebral van Laotianen ( dan heb ik nog liever Engelsen en dát wil wat zeggen). We zitten nu dan ook bij Little Eden, één van de weinige accomodaties op Don Det waar ze airco beschikbaar hebben. Het guesthouse wordt gerund door een Belg dus hebben we daar voor de volgende dag een frietje stoofvlees besteld. Want 'eeeh, ge kunt een goeie stoofvleees nie vandoag krijge eeeh, da moe minstens een dag trekken eeeh'. Voor het (voor hier) belachelijke bedrag van 60.000 Kip (bijna zes Euro) per portie hebben we dan ook een patatje stoofvlees voor z'n vieren gegeten. Aangezien je hier niet veel kan, en wil doen met bijna 40 graden, bestaan onze dagen uit 's ochtends school en 's middags relaxen in de Mekong.
Vandaag hebben we wel een enorme energieuitspatting gedaan want we hebben vier banden gehuurd waarmee we langs het eiland zijn gedreven. We moesten zelf helemaal naar de weg lopen, vier banden huren en zelf meesjouwen, liggen en ook nog peddelen, vijftien minuten teruglopen... Pfff, maar goed dat we tussendoor konden uitrusten met een Beer Lao en een fried rice with chicken. Wel was het vandaag voor de derde keer voor ons nieuwjaar, dus sabai di pi mai lao allemaal!


Het nieuwjaar hier in Laos zou moeten betekenen dat iedereen elkaar de hele dag natgooit met water. We waren dan ook goed voorbereid met waterpistolen en alle belangrijke zaken in een waterdichte zak. Nou, blijkbaar gaat dat deel van het nieuwjaarsfeest grotendeels aan de 4.000 islands voorbij, want meer dan een incidentele spetter van het waterpistool van een kind hebben we niet meegekregen. En het was nog wel zo warm. Maar goed, we hebben onszelf dan maar flink nat gemaakt in de Mekong. Door de hitte en gebrek aan entertainment hier word je gewoon lui, je kan niet anders. Nog een paar dagen te gaan... gelukkig.

Genoeg geluierd
Zondag 18 april 2010. Si phan don (4.000 islands) - Don Det, Laos.
Het einde van onze dagen niets doen (behalve school dan waar we flink mee zijn opgeschoten trouwens), zwemmen en relaxen is bijna voorbij. Nu onze laatste avond op Don Det en dan morgen terug naar Cambodja. Vanwege het gedoe in Thailand hebben we besloten om niet, zoals eerst gepland, terug te reizen naar Pakse en vanaf daar naar Ubon Ratchani in Thailand. We gaan Cambodja weer in en zullen dan vanuit Siem Reap direct op Kuala Lumpur vliegen. Hier hebben we zoals gezegd niet veel gedaan en dus ook niet veel te vertellen. Na zes dagen hebben we het dan ook wel gezien hoor. Lekker dat niks doen maar we zijn wel weer toe aan reizen en nieuwe dingen beleven.





Terug naar Cambodja
Maandag 19 april 2010. Kratie, Cambodja.
En toen waren we er onverwacht weer! Terug in Cambodja. Vanmorgen om acht uur met de boot terug naar Nagasan om daar op de bus te stappen. Om 08:30 waren we dan ook klaar om in te gaan stappen, blijkt de bus pas om tien uur te komen. Waarom moesten we dan zo vroeg weg? Waarschijnlijk omdat de boten een paar keer heen en weer willen varen om nog meer mensen op te halen zodat de bus wel vol kwam, denken we. Maar goed, we hebben de tijd uitgezeten met een ijskoffie en ons boek dus geen probleem. Aangekomen bij de grensovergang naar Cambodja was ik voorbereid op dezelfde taferelen als toen we zo'n drie maanden geleden vanuit Thailand binnenkwamen. Hier ging alles echter heel soepel. Een mannetje in de bus verzamelde de paspoorten en benodigde USD, wij reden de grens over en hebben daar even gewacht tot ons mannetje terug was met alle stempels en visa. In de tussentijd konden wij even onze Laotiaanse Kippen omwisselen tegen Cambodjaanse Riels en een hapje eten.
Om drie uur kwamen we aan in Kratie en wordt ons door een tuktukker het Morhautdom Hotel aan de Mekong aanbevolen. Als Wendy zegt: 'Ok, let's check it out', zegt Kathy heel grappig: 'Nou laten we eerst in checken!' Nette, eenvoudige familiekamer voor 15 USD dus voor de komende nachten liggen we droog. Het regende namelijk nogal toen we aankwamen maar het was meteen ook wel bloedheet en drukkend. Vanwege het natte weer is ook het Internet door de provider uitgezet in de stad dus weer geen internetverbinding hier (moet ZeelandNet eens proberen: 'Sorry het regent, vandaag geen internet!'). Nu is het gelukkig weer droog en een beetje aangenamer geworden dus op onze veranda dan maar een boekje lezen.




Zoetwaterdolfijnen spotten
Dinsdag 20 april 2010. Kratie, Cambodja.
Hetgeen waar iedereen, die überhaupt in Kratie komt, voor komt zijn de befaamde Irrawaddy dolfijnen. De stad zelf is namelijk niet erg bijzonder en daarom hebben ze geluk dat vlakbij de stad een paar diepe poelen in de Mekong zijn waar de bijna uitgestorven dolfijnensoort in het droge seizoen zijn tijd doorbrengt. In de hele wereld zijn nog maar zo'n achtduizend exemplaren in het wild en er zijn steeds minder plaatsen waar de Mekong voldoende diep en rijk genoeg is aan voedsel om in het droge seizoen te kunnen overleven.
Wij zijn natuurlijk ook op zoek gegaan naar deze dieren. Van tevoren hadden we al tegen de meiden gezegd dat de kans bestond dat we ze niet zouden zien maar dat we wel ons best gingen doen. Eerst met een tuktuk een kilometer of vijftien rijden en daarna op een bootje verder. Het eerste stuk gaat met de buitenboordmotor maar zodra we bij de diepe plaats zijn gaat de motor uit en wrikt de 'kapitein' met een peddel langzaam verder. Na nog geen twee minuten turen werden we al beloond voor ons geduld want zo'n honderd meter voor ons kwam een dolfijnenrug boven water om lucht te happen en verdween weer sierlijk onder water. Dat was nog maar het begin want gedurende ons uur op het water hebben we verschillende keren één of meerdere dolfijnen tegelijk boven water zien komen. Een paar keer zelfs op zo'n tien meter van de boot waarbij je heel goed hun typische stompe snuit kon zien en in de stilte het uitblazen van hun spuitgat kon horen. Verwacht geen dolfijnenshow want dan kan je beter naar Harderwijk gaan maar het was echt heel bijzonder om deze zeldzame dieren van zo dichtbij in het wild te kunnen zien. Je vraagt je dan toch af: 'Zouden de meiden dit later ook nog aan hún kinderen kunnen laten zien?'


De rest van de dag was voornamelijk relaxen en leren gokken voor de meiden. Eeehm, begrijp me niet verkeerd, ze zijn dan misschien wel een beetje ontaard door nu zo'n drieeneenhalve maand met ons op reis te zijn maar het was heel onschuldig. Je hebt een groot stuk papier dat in zes vlakken is verdeeld. Op elk vlak staat een ander dier getekend. In een bakje zitten drie dobbelstenen met (natuurlijk) op elk vlak één van de dieren. Iemand schudt de dobbelstenen in een beker en zet die ondersteboven neer. Jij zet net zoveel papiertjes in als je durft op één of meerdere van de dieren op het veld. Je draait de beker om en... Heb je het goed dan krijg je je inzet dubbel terug, zo niet dan ben je alles kwijt (in het echt gaat het natuurlijk bij de Aziaten om echt geld en flinke bedragen maar met papiertjes is net zo leuk hoor!).



Loeiende sirenes en hoog bezoek
Donderdag 22 april 2010. Kampong Thom, Cambodja
De volgende dag zijn we weer lekker op de bus gestapt om acht uur te hotsen en klotsen op weg naar Kampong Thom. Een nog relatief onontdekte plaats in Cambodja ongeveer halverwege Kratie en Siem Reap. Volgend de Lonely planet hebben ze er in de buurt ook nog een aantal tempels die nóg ouder zijn dan Angkor Wat dus een leuke plaats om te gaan verkennen. Als we uit de bus stappen staan er een stuk of tien tuktukkers bij de deur om ons te claimen als klant. ‘Where you come from?’, wordt er direct gevraagd. ‘From the bus.’, zegt Wendy droog... Het blijft even stil en vervolgens volgt er een lachsalvo dat enige minuten duurt. We hebben meteen vrienden bij de chauffeurs gemaakt, altijd handig.
In het pretentieuze Stung Sen Royal Garden Hotel nemen we ons intrek. ‘Royal’ klinkt natuurlijk heel mooi maar waarschijnlijk heeft in een ver verleden ooit een keer de koning hier voorbij gereden of zo en de ‘Garden’ slaat dan waarschijnlijk op die bloembakken voor de deur en op het parkeerterrein. Maar goed, voor 25 USD hebben we een ruime kamer met bad, airco en koelkast.
Gisteren zaten we te eten in het bijbehorende restaurant. Daar zaten ook een stuk of tien mensen in uniform wat te drinken. Ineens horen we loeiende sirenes het parkeerterrein op komen met een gevolg van zo'n zes zwarte auto's met geblindeerde ramen. Meteen springen ze allemaal op en lopen naar buiten. Uit de middelste (een dikke Lexus LX 470 met ook nog gordijntjes achterin) stapt een man in net pak uit met twee man bewaking voor en twee man bewaking achter hem. De bewaking werd weggewuifd zodat de man een persoonlijk gesprek met Kathy kon aanknopen! (Die was natuurlijk ook meteen naar buiten gelopen om te kijken waar al die commotie voor was.) Nadien vroegen we haar natuurlijk of ze ook wist wie het was. Geen idee!! Maar het was vast iemand belangrijks... Misschien wel iemand van ‘The Cambodian People Party’. Wendy vroeg nog of hij misschien had gezegd dat hij ‘Wim Elexender’ heette? Dan had ze misschien wel een kroonprins van Cambodja ontmoet en was meteen het ‘Royal’ gedeelte van ons hotel opgelost...
Vandaag zijn we inderdaad naar de tempels ‘Sambor prey kuk’ geweest. 35 kilometer over voornamelijk onverharde weg door het platteland van Cambodja. De heren van de receptie hier bevelen ons een privé taxi aan want ‘Very bumpy road, taxi is better for your family.’ Maar wij zijn van die vervelende reizigers die per se met een tuktuk willen omdat we dat veel leuker vinden dan een airco taxi die overal voorbij raast. Weer zullen ze ons wel vervelend hebben gevonden maar ondanks het stof happen en mijn geklutste nieren was het erg leuk om weer door het echte Cambodja te rijden. De tempels waren op zich wel mooi maar vervallen en oogden zoals Angkor Wat eruit gezien moet hebben voor het gerestaureerd werd. Het was erg warm en we zijn dan ook, nadat we het meeste hadden gezien, gaan uitrusten in de schaduw bij een eetstalletje met koud water, een Angkor biertje en een gebraden kip met rijst. De kip was nog maar net dood en moest nog geplukt worden. We moesten dan ook wel een half uurtje geduld hebben maar toen hadden we dan ook een verse en heerlijk gebraden kip.


Kaas, salami en lekkere koude melk
Zaterdag 24 april 2010. Siem Reap, Cambodja.
Vanuit Kampong Thom was het maar twee-en-een-half uur naar Siem Reap (inclusief twee plas/eetpauzes) dus voor ons gevoel zaten we net lekker in de bus en toen waren we er al. Vooral het laatste kwartier was het veel herkenning en ‘Oh, kijk, daar is de afslag naar Ankor Wat. Bij dat restaurant hebben we toen gegeten, daar is de Ankor Market waar we lekkere melk en salami kunnen kopen’. Oftewel het was na drie maanden een feest van herkenning. De prijzen voor de tuktuk wisten we al, we wisten al waar we naartoe wilden, net thuiskomen… Nu zitten we dan ook in het Auberge Mont Royal waar de vorige keer Norbert, Danielle, Naoussa en Idanika verbleven. (Het gezin dat we in de supermarkt tegenkwamen en we kenden van verrereizenmetkinderen.nl) mét een zwembadje dus de meiden waren ook helemaal blij. Het leuke is dat we nu in kamer 311 zitten waar zij de vorige keer ook zaten.
Tot nu toe hebben we behalve schoolwerk en wat bekende plaatsen/markten/restaurants in de buurt bezoeken, niet zoveel bijzonders gedaan (voor ons doen dan). Het is even lekker om niks uit te hoeven zoeken en het belangrijkste... het is hier gelukt om toch nog onze vlucht van 26 april naar Kuala Lumpur te regelen. Al sinds Pakse (Laos) waren we daarmee bezig maar de boeking via vliegtickets.nl was eerst bijna (wel geld afgeschreven maar geen ticket), en na veel uitzoek en belwerk vanuit het thuisfront toch weer niet gelukt... Nu hebben we het hier zelf direct bij Air Asia geboekt en tadaaaa, binnen een half uurtje klaar! Nu maar hopen dat ze het geld ook net zo snel terugstorten als ze het af kunnen schrijven.



Kook-, paard- en tekenles
Zondag 25 april 2010. Siem Reap, Cambodja.
Voor de helft van het gezin was het vandaag aanpoten (We en Ka in dit geval). Het begon al om 5:15 met de wekker die afging voor Kathy. Ze ging vandaag namelijk weer paardrijden bij de Happy Ranch waar ze in februari ook met Wendy had gereden. Op school kan je namelijk stickers verdienen als je goed, snel en netjes hebt gewerkt. De meester en juf vertellen dat keurig aan papa en mama dus kunnen de dames die stickers inleveren voor leuke dingen zoals een massage, een ijsje of in Kathy's geval voor een drie uur durende buitenrit over het Cambodjaanse platteland. Omdat het inmiddels bekend en vertrouwd is, stapte ze dan ook met een ontbijtpakketje in de tuktuk en ging zelf naar de manege waar ze om zes uur al op een paard klom. Tja, met die temperaturen hier moet je vroeg beginnen om nog een beetje comfortabel te kunnen rijden. Na het rijden volgen natuurlijk het wassen, borstelen en kroelen. En laat er nou net gisteren een veulen geboren zijn. Rond elf uur kwam ze moe maar voldaan weer terug bij het hotel.


Wendy was toen al lang weg want die had vanmorgen een kookcursus in de stad. Cambodjaanse Lok Lak (gemarineerde biefreepjes op een bedje van komkommer, tomaat en ui overgoten met een heerlijke saus), gebakken springrolls en een tapioca/rijstpudding. Erg leuk heeft ze het gehad en natuurlijk kreeg ze naast de recepten ook een certificaat mee. Het belangrijkste was echter dat wij als MaKaFlo om één uur langs mochten komen in het restaurant en daar al We's kookkunsten mochten verorberen! Nou, Wendy/Mama, chapeau! (Frans leenwoord uit Kathy's taalles) het was heerlijk, behalve dan misschien die warme tapioca/rijstpudding als toetje, maar daar kan jij niks aan doen.




De rest van de middag hebben we heerlijk in het zwembad doorgebracht. Voor het eerst in lange tijd allemaal in zwemkleding. In Vientiane hadden we namelijk de zwemspullen laten hangen toen we weggingen. Zwemmen doen ze hier allemaal in hun normale kleren (spijkerbroek, T shirt) dus badpakken kennen ze hier niet. Op zich geen probleem voor ons, als iedereen het doet dan kijkt niemand gek op als je in je gewone korte broek en shirt gaat zwemmen. Siem Reap is 'wat meer' op toeristen gericht dus hier kan je zwemkleding krijgen. Aangezien we zo naar de kust van Maleisië gaan voelt het wel zo fijn ook een 'westers' badpak of bikini te hebben en voor zo'n 27 Euro waren we allemaal weer in het nieuw.
Na alle spullen ingepakt te hebben zijn we naar pub street gegaan waar we met Frank en Karin (die we ook in Laos al tegenkwamen) hadden afgesproken om wat te eten/drinken en waar de meiden hun beloofde tekenles kregen. Zij zijn namelijk kunstenaars uit Roosendaal (www.2crea8.nl) en zagen ons op Don Det bezig met lesgeven aan de meiden. Frank zei toen dat hij de tekenles wel voor z'n rekening zou nemen. In Cambodja is het er dus van gekomen en de meiden hingen dan ook aan zijn lippen en tekenblok. Heel leuk en gezellig hebben we het gehad.


Maleisië

Losers plan it
Vrijdag 30 april 2010. Kuala Lumpur, Maleisië.
De 26e was het dan zover dat we inderdaad konden vertrekken naar Maleisië. Met vlucht AK 281 vertrokken we naar Kuala Lumpur waar we al rond een uur of elf aankwamen. Nog tijd genoeg om een leuk guesthouse te vinden dus. In het centrum op loopafstand van de monorail belandden we in Tropical Guesthouse met eenvoudige maar leuke kamers. De meiden in een bezemhok met een stapelbed zonder wc of douche the double decker geheten en wij in een kamer met verhoogd bed met klamboe (voor de sier). Met een wc en badkamer in de kamer die alleen met een glazen! wand is afgescheiden van het bed. Gezellig als je op de wc zit, kan je nog gewoon doorkletsen met degene die in het bed ligt. De toepasselijke naam voor deze kamer was the horny room dus...
De eerste dag hebben we niet veel meer gedaan dan wat rondkijken en de boel verkennen. De dag erna was ik jarig dus werd ik dan ook gewekt door een zingend trio, met een kom koffie en een plak chocolade cake! Een mooi begin van de dag. Natuurlijk kreeg ik ook de nodige cadeaus, geen DVD zoals Wendy maar wel een Engels boek, een verzameling metalen Boeddha beeldjes, een miniatuur pooltafeltje en een T shirt met daarop het logo van de Lonely planet maar met de tekst Losers plan it.
Na het ontbijt zijn we op pad gegaan naar de Petronas Twin Towers, hét beeldbepalende gebouw van Kuala Lumpur. Daar hebben we in de kelder eerst één van de laatste kaartjes voor die dag bemachtigd om op de loopbrug op de 41e verdieping te mogen. Per dag mogen 1.400 mensen op de toren en op=op. Wij konden om drie uur dus zijn we eerst de rest gaan bekijken. Het is een enorm gebouw met een shoppingcentrum waar alle grote merken zoals Gucci, Ralph Lauren, Channel, Louis Vuitton etc zitten. Leuk om te kijken maar een zonnebril kost ons een week reizen en op straat verkopen ze 'precies' dezelfde voor een paar Euro...



Nee, wij gingen naar Pertrosains, een interactieve semi wetenschappelijke tentoonstelling waar je zelf allerlei proeven kan doen met druk, water, of lucht. Je kan er een aardbeving meemaken, in de ruimte zweven, een helikoptersimulatie doen, leren hoe olie ontstaat (Petronas is de Maleisische Gas Terra, Shell en Delta in één). kortom allemaal dingen die de kinderen maar zeker ook papa leuk vinden om te doen. Om drie uur naar boven om het uitzicht over Kuala Lumpur te bewonderen maar natuurlijk wel eerst een reclamefilmpje van Petronas bekijken voor je naar boven mag. Nou het is een mooi uitzicht hoor alleen vonden de meiden Petrosains veel leuker dan rondlopen over een brug. Na al die drukke bezigheden moesten we natuurlijk even gaan borrelen om op adem te komen. Ze verkochten hier ook weer eens lekker Belgisch witbier dus Wendy bestelde one pint of Hoegaarden. Nou dat was inderdaad een pint! Een bloemenvaas van meer dan een halve liter die ze met twee handen moest optillen...
Gisteren zijn we met de hop on-hop off bus geweest. Erg handig want je 'hopt op' bij een van de 24 haltes, koopt een dagkaart en kan op elke halte even 'off hoppen' hetgeen bezichtigen wat je wilt en daarna weer 'on hoppen' om verder te gaan. Zo zijn we naar het paleis geweest (omdat daar paarden voor stonden...), in de Lake Gardens naar een vlindertuin, naar Little India om daar de sfeer op te snuiven en een hapje heerlijk te eten en naar KLCC (Kuala Lumpur City Center) om daar in het park te pootjebaden, een Starbucks te drinken en de meiden in de speeltuin te laten uitrazen. Als laatste wilden we ons af laten zetten in China Town om daar de markten te bekijken en voor het avondeten. De spits in Kuala Lumpur is alleen geen sinecure, hetzelfde stukje waar we aan het begin van de dag twintig minuten over deden kostte nu anderhalf uur. Maar goed het was de moeite waard want we hebben er heerlijk sissling plate with beef kunnen eten. Eentje voor in de, voorlopige, top tien!
Vandaag hebben we eerst weer school gedaan en daarna zijn we Koninginnedag gaan vieren op zijn Maleisisch. Hoezee, hoezee, hoezee! Met de meiden helemaal in het oranje zijn we naar de KL Tower gegaan. Een enorme tv/radiotoren op een heuvel midden in Kuala Lumpur omringd door een stuk tropisch regenwoud. Toch wel heel apart en knap dat ze ondanks de enorme bouwwoede hier een paar vierkante kilometer van het originele regenwoud al die tijd hebben bewaard. Een echt woud met apen, een 'staats bosbeheer' kantoor en een paar wandelpaden midden in de stad! Vanaf daar zijn we weer terug naar onze wijk gegaan en vonden daar een leuk café waar allemaal ballonnen hingen, ook oranje! De meiden hadden dan ook al snel een paar oranje heliumballonnen gescoord en helemaal in stijl hebben we Koninginnedag dan ook afgesloten!




Nummer 36
Zaterdag 1 mei 2010. Kuala Selangor, Maleisië.
Wat een dag... Het leek allemaal zo simpel van te voren. Vanuit Kuala Lumpur wilden we rustig beginnen met rondreizen door Maleisië en hadden besloten om naar Kuala Selangor te gaan. Maar twee uur met de bus, een klein stadje waar je 's avonds met een bootje de rivier op kan om daar de duizenden synchroom knipperende vuurvliegen in de bomen te bewonderen. Zoals gezegd, het leek simpel maar het werd een reisdag waar we het nog vaak over zullen hebben denk ik. Ken je de wet van Murphy? Die bepaald namelijk dat alles wat mis kan gaan ook daadwerkelijk mis zal gaan.
Het begon al toen we weg wilden. Met de taxi naar het busstation om vanaf daar naar Kuala Selangor te vertrekken was het plan. Toen we een taxichauffeur aanhielden werd ons echter meteen al verteld dat dit busstation inmiddels niet meer bestond. Hebben wij weer, doeken ze net een busstation op als wij er zijn. Maar geen nood, de receptie van ons Tropical Guesthouse vertelde dat we makkelijk met de trein naar het juiste busstation konden om vanuit daar te vertrekken. Maar tien minuten lopen. Terwijl we er met volledige bepakking in de warmte naartoe liepen bleek het toch wat langer te zijn en hadden we op het einde rechts gemoeten in plaats van links zodat we op een monorailstation aankwamen. Vanaf daar konden we echter ook naar het juiste treinstation komen dus hup kaartjes kopen en in de monorail. Eén halte verder moesten we er al weer uit. Daar weer nieuwe kaartjes kopen voor de trein. Een dik half uur rijden, naar het zuiden terwijl Kuala Selangor ten noorden van Kuala Lumpur ligt maar goed, het zal wel. Op het busstation gaven we aan waar we naartoe moesten en werden we meteen in een transitbus geparkeerd want wrong bus station for Selangor, you go to other bus station
Wij met de transitbus op weg en na een tijdje begint het toch wel erg bekend te worden. Zijn dat de Twin Towers niet? Hé, hier zijn we toch gisteren ook al geweest? Toen ik zag dat we de afslag KLCC namen wisten we het zeker en ja hoor, daar reden we weer langs ons hotel waar we dezelfde ochtend waren vertrokken en op zo'n honderd meter daarvandaan stapten we uit de bus om op de bus naar Selangor te kunnen stappen... Nou ja, blijven lachen, hebben we toch weer wat sightseeing in Kuala Lumpur gedaan. Maar nu wel snel op weg hoor want we hebben al anderhalf uur en de nodige Ringit verspeeld.
Na zo'n twee uur door groen landschap met veel palmolie plantages gereden te hebben werd ons door de vriendelijke kaartjes mevrouw aangegeven dat we op het busstation waar we zouden aankomen even moesten wachten en dan met een lokale bus verder naar de kelip kelip (vuurvliegen) zouden kunnen. We hadden namelijk in de Lonely Planet het Firefly Park Resort gevonden waar je in bungalows kan verblijven en daar ook 's avonds meteen de vuurvliegen kan bekijken. Oké! Bus bring you there, no problem. Na een half uurtje wachten (de chauffeur moest eerst eten) gingen we op weg en inderdaad ze had haar collega goed geinstrueerd. Hij liet de bus recht voor het Firefly Park stoppen en we konden uitstappen. Nadat we naar de ingang waren gelopen werd ons duidelijk gemaakt dat we bij het firefly park van Kampung Kuantan waren gedropt. Zeker een park waar je vuurvliegen kan kijken maar ze hebben daar geen overnachtingen. You look for sleeping in Kuala Selangor en come back tonight! Terug naar de weg lopen dan maar en wachten op de volgende bus. En wachten, en wachten. Navraag leerde ons dat er een keer in de twee uur een bus komt en dat kon nu dus nog wel anderhalf uur gaan duren. Slik.
Oké, maar we laten ons niet op de kop zitten en gaan dan wel gewoon liften! Dat ging best snel en goed want binnen tien minuten hadden we een auto die ons voor een vergoedinkje (niet helemaal gratis liften dus) wel naar het juiste firefly park kon brengen. Daar aangekomen, de man nog bedankt en naar binnen gelopen naar de receptie.
En? Precies! Helemaal volgeboekt. Geen enkele kamer meer beschikbaar, onze lift was weg en we zaten in the middle of nowhere. Aargghh, dus maar weer een taxi laten aanrukken om ons naar het de Palma Inn te laten brengen. Eerst natuurlijk wel laten bellen of ze plek hadden! Dat hadden ze, een huisje voor meer dan 200 Ringit maar goed, ook een zwembadje, wilde apen én een karaokebar! De meiden hadden op den duur ook wel een beloning verdiend na al dat heen en weer slepen met hun rugzakken van het ene vervoermiddel naar de volgende zonder te klagen. Zoals vaker in die dure accomodaties betaal je wel dik maar service? Ho maar. Ik heb moeten soebatten om een extra handdoek te krijgen (er lagen er maar twee en ook al zijn we met z'n vieren meer krijg je er eigenlijk niet). Drinken kopen en dat meenemen naar het zwembad, niet toegestaan, alleen binnen opdrinken! Het menu was één A4-tje en in de gemiddelde vreetschuur heb je meer en lekkerder dingen op de kaart staan. Het diner was dan ook in de KFC en daarna door naar de vuurvliegen! Daar kwamen we uiteindelijk voor. Opeens een hoop gedonder en regen. Laat er nu net geschreven staan dat bij regen en volle maan er nauwelijks vuurvliegen zijn. Oh nee! Dat gaat níet gebeuren, niet na alles wat we er voor over hebben gehad! Gelukkig stopt het al snel met regenen en gaan we op pad.
Kaartjes gekocht en we kregen ook een papiertje met een nummer erop - 36 -. Waarvoor, geen idee maar dat zouden we wel merken. Aangekomen bij de pier waar de bootjes vertrekken is het wel wat druk met mensen die rondhangen maar goed, we sluiten in een rij die er staat en en wachten netjes op ons beurt. Aan het einde van de rij aangekomen bleek ineens waar dat nummer voor was. You have 36, we are now at 8. Go back and wait!
Oh dat waren al die rondhangende mensen aan het doen. Op hun beurt wachten. Op zich moesten we maar een uurtje wachten dus viel het nog wel mee naar Aziatische begrippen. In de boot zagen we inderdaad waar we voor kwamen: duizenden knipperende vuurvliegen, mooi om te zien en toch een voldaan gevoel als beloning voor alle moeite. Dat gevoel was echter na een boom of vijftien ineens abrupt verdwenen: Floortje: 'Papa, ik ben het beu'. Marty: 'Maar het is toch mooi om al die lichtjes van die vliegjes te zien?' Floortje: 'Hmmm, jawel maar ze knipperen allemaal steeds hetzelfde, ik ben het beu, gaan we weer weg?'Heerlijk dat je kinderen al je inspanningen zo waarderen... Een heerlijke dag reizen dus, morgen doen we het weer!
Grap van de dag:
Zitten we in de auto terug van de vuurvliegjes naar ons hotel, zegt Floortje ineens. 'Je kan aan de auto's zien dat je hier links moet rijden'. 'Oh ja?', vraag ik, 'Hoe dan?' 'Nou, dat zie je omdat het stuur aan de verkeerde kant zit in de auto's'. 'Heel goed gezien meisje, dat klopt'. 'Ja, alleen bij de brommers kan ik het niet zien'.



Eindelijk weer strand
Maandag 3 mei 2010. Pulau Pangkor, Maleisië.
Tijd voor een rustmomentje. De laatste tijd zijn we flink aan het reizen geweest en hebben we sinds Mui Ne in Vietnam (eind februari) geen strand meer gezien. Tijd dus om een eiland op te gaan zoeken om even te relaxen met de voetjes omhoog met een goed boek en een ruisende branding. De geijkte plaatsen aan de westkust om dat te gaan doen zijn Penang of Langkawi maar, je kent ons inmiddels, dat willen we dus niet. Waarom makkelijk doen als het ook moeilijk maar avontuurlijker kan. Penang en Lankawi lijken ons te toeristisch (we zijn er nooit geweest maar als we er zoveel over horen dat mensen er naartoe gaan) daarom zoeken wij iets wat nog minder ontdekt is en kwamen op Pulau Pankor terrecht. Een klein eilandje voor de Maleisische westkust dat nog 'opkomend' is.
Na vanuit Kuala Selangor drie verschillende bussen, een boot en een minivan te hebben genomen komen we uiteindelijk na acht uur reizen plus wachttijd aan in ons guesthouse The Ombak Inn. Twee connecting bungalows met een tussendeur. De meiden een huisje en wij ook een eigen onderkomen maar we kunnen wel bij elkaar binnen lopen. Het eiland is inderdaad klein en na twee dagen hebben we maar zo'n vijftien andere toeristen gezien hier. Het strand is wit en schoon en loopt glooiend af, de zee groen/blauw en helder, palmbomen en enorme ficussen zorgen voor schaduw. Boven ons vliegen de neushoornvogels en klimmen de apen door de bomen. Veel mooier kan het niet worden. Hier gaan we ons wel een paar dagen vermaken.




Zadelharlekijnvissen, roggen en poetsgarnalen
Woensdag 19 mei 2010. Pulau Perhentian Kecil, Maleisië.
Nou, samen met Kathy heb ik inderdaad het duiken hier in de buurt uitgeprobeerd. Eergisteren om 15.00 werden we verwacht bij de duikschool en nadat we onze spullen hadden gepast kregen we de briefing. De duik van deze middag ging naar D' Lagoon. Een plaats maar tien minuten varen en met een maximum diepte van twaalf meter. Dat komt goed uit want met Kathy's Junior PADI mag ze ook maar tot twaalf meter diep gaan. Aangekomen op de duikspot lieten we ons achterover in het water vallen en binnen vijf minuten waren we weer heerlijk ondergedompeld in de serene rust van het onderwaterleven. Eerst een stukje over het rif, daarna een deel over zand en de terugweg ook weer tussen het rif door laverend. Natuurlijk zagen we weer zoveel moois. Engelvissen, verschillende soorten roggen, poetsgarnalen, hele scholen zebravissen, zeilvissen, zadelharlekijnvissen (Nemo) en nog vele andere soorten. Na bijna een uur onder water was dan toch echt de perslucht tot onder de 50 Bar gedaald en na een veiligheidstop van drie minuten op vijf meter diepte braken we weer door het wateroppervlak, terug in het zonlicht. Echt weer een hele mooie duik. Het blijft bijzonder om dat samen met Kathy te doen. Ze is zo relaxt onder water en voelt zich net als ik helemaal in haar element. Zo deed ze bijvoorbeeld halverwege, op tien meter diepte, haar ademautomaat rustig uit haar mond om even te laten zien wat voor tuitlippen die mooie vis had om hem daarna weer terug te plaatsen en leeg te blazen. Natuurlijk leer je dat in de PADI certificering maar het blijft bijzonder om te zien dat ze zich zo zeker voelt onder water. Terug gekomen stonden WeFlo ons al op te wachten om onze verhalen te horen. Na een debriefing was het dan echt voorbij voor deze keer. We gaan zeker nog een keer duiken hier.


De rest van de dagen slijten we hier met school, zwemmen, lezen en genieten. Vandaag hingen er echter ook donkere wolken boven het paradijs en het heeft flink gehoosd. Vonden we op zich niet zo erg want daarmee koelde het een beetje af. 's Middags brak het zonnetje al weer door zodat we Beppe op haar 60e verjaardag konden verrassen met een skype gesprek vanaf 'ons' strand inclusief ballonnen en 'Lang zal ze Leven!'




Kroegtijgers en barmeiden
Maandag 24 mei 2010. Pulau Perhentian Kecil, Maleisië.
Vijf dagen verder sinds de laatste posting en we zitten nog steeds op de Perhentians. Wel voor de laatste avond. Het leven hier op de Maleisische eilanden is zo relaxt en lekker dat de dikke week die we hier hebben doorgebracht is omgevlogen. Aan de ene kant hebben we hier heel rustig aan gedaan, 's Ochtends school en 's middags op of rond het strand. Aan de andere kant hebben we toch niet stilgezeten. Zo hebben Kathy en ik nog twee duiken gedaan, zijn we een dag met z'n vieren met een snorkeltrip meegeweest en hebben we vandaag ons verblijf afgesloten door ons op een (bijna) verlaten strand te laten droppen.
De duiken? Die waren weer fantastisch. Gewoon hier in de buurt op een kwartiertje van het strand maar zo mooi. Tijdens onze tweede duik zagen we enorme bumpheaded parrot fish. Reuzen van vissen met een bult op hun kop die op twee meter bij ons vandaan het koraal aan het afgrazen waren. Bij de derde duik landden we na de afdaling meteen op een zeeschildpad en bij beide duiken zagen we nog zoveel andere 'normale' tropische vissen en koralen...
De snorkeltrip? Heel leuk, vooral omdat Floortje het snorkelen nu helemaal heeft ontdekt. Was ze de eerste dag hier nog paniekerig in (op Wendy of mij geklommen: 'Weeehhh, ik hou niet van vissen!'). nu kon ze niet dichtbij genoeg komen. We gingen de hele dag met de boot mee en kwamen zo op vijf verschillende snorkelplaatsen. We zagen al snorkelend een blue spotted stingray (een flinke rog met blauwe stippen op zijn rug). We hebben boven water een stuk of vier schildpadden gezien en hebben er een voor hij te ver onderdook ook onder water kunnen zien zwemmen en zeker niet te vergeten... we hebben op sharkpoint drie blacktip haaien gezien waaronder een van zeker een meter. Wow! In Seaworld kun je al deze vissen ook zien maar om ze allemaal in het wild te bekijken is toch echt een stuk indrukwekkender.




Ons verlaten strandje? Bij Turtle Bay (zo geheten omdat veel schildpadden daar hun eieren leggen) werden we, bepakt met drinken, een gevulde 'vreetzak', snorkelspullen en boeken, bij een wit strand in enkeldiep water afgezet. Daar zaten we dan op een bijna verlaten strand. Alleen met een ander stel die met een kano de oversteek had gemaakt. In de loop van de dag kwamen er nog wel een paar boten maar over het algemeen hadden we het strand voor onszelf. Een erg groot 'robinson gevoel' en heel mooi snorkelen totdat we een grote triggerfish tegenkwamen. Nu zeggen ze dat het niet hun broedseizoen is en ze dus niet zo agressief zijn maar toch, hij zag er toch wel indrukwekkend uit met zijn tanden...
Gisteren werd het nog heel laat voor de meiden want ze hebben de hele avond tot een uur of twaalf gewerkt. In de bar wel te verstaan! De laatste dagen hadden we hier aan het eind van de middag wat gedronken. Natuurlijk hadden de meiden al snel contact met de mensen achter de bar en MaWe kwamen er 's avonds om drinken te halen voor op hun eigen veranda. Al een paar keer vroegen ze ons waar de de meiden waren. Die sliepen natuurlijk al. Voor deze ene keer hadden we de meiden beloofd dat we met z'n allen 's avonds naar de Monkey Bar zouden gaan. De meiden kropen ook nu weer achter de bar en draaiden met z'n tweeën een topavond. We hebben zo gelachen, Kathy die als een volleerde barmeid bestellingen opneemt (in het Engels natuurlijk), Floortje die ijs in de glazen schept en wisselgeld terug geeft en natuurlijk de reacties van de gasten als ze hun drankje bij een van de meiden bestelden, de fooi die ze kregen. Op de achtergrond een live band, Wendy met een waterpijp (met vanillesmaak...) heel gezellig maar om twaalf uur was het toch echt tijd om te stoppen en zijn ze met een brede grijns op hun gezicht in slaap gevallen.


Boomhut school
Donderdag 27 mei 2010. Pulau Kapas, Maleisië.
De 25e zijn we verder gereisd naar de volgende locatie; Pulau Kapas. Eerst met de speedboot vanaf de Perhentians in drie kwartier terug naar Kuala Besar op het vaste land. Daar aangekomen wilden we met de bus verder reizen naar Marang om vanaf daar weer de zee over te steken naar het rustige Pulau Kapas. Om zeker te zijn dat we de bus zouden halen, stonden we al om 07:30 op het strand om met de speedboot naar de wal te gaan. We zaten als eerste in de boot maar hebben vervolgens nog bijna een uur heen en weer gevaren en gewacht om nog meer mensen op te pikken tot de boot vol was! Natuurlijk bleek de bus bij aankomst dan ook net vertrokken en de volgende? Niemand die het zeker wist. ‘Ga maar daar langs de kant van de weg staan en als er een bus langs komt moet je je hand opsteken…’ Na een kwartier kwam er een bus aan maar die ging naar Kuala Lumpur en kwam niet langs Kuala Terrenganu. Ook zij konden niet aangeven wanneer ‘onze’ bus dan zou moeten komen. Dat schoot dus niet op. Op den duur hebben we dan ook maar via, via een taxi geregeld die ons voor 50 Ringit naar de pier van Marang zou brengen. 12,50 Euro voor een privé rit van anderhalf uur, dat viel nog wel mee.
Op Pulau Kapas zijn we bij KBC Resort beland. Een simpel driehoekig hutje op het stand met een badkamertje/wc met een fan. Eentje voor ons en het buurhutje voor de meiden. Het is heel eenvoudig, maar voor ons voldoende. De douche bij de meiden is een PVC pijp die tegen de muur is bevestigd met een bochtje erop gelijmd, een stevige straal, dus perfect om je lange haar mee uit te spoelen! Een stuk beter dan zo'n luxe douchekop met zeven standen maar met nauwelijks druk op de leiding.
Ons resort bestaat uit een groepje hutjes waar wij en nog zes andere gasten slapen, een verlaten barretje (moslim dus alleen limonade en vruchtensapjes) en verder alleen maar uitgestrekt strand, palmbomen en zee. 's Avonds een kampvuurtje op het strand, onder de sterren met een rustig muziekje op de achtergrond. Echt een heel rustig en relaxte sfeer dat ons wel wat doet denken aan Koh Ru (Cambodja). Het schoolwerk kunnen we ook weer op een bijzondere plek doen, namelijk boven in de boom. Daar hebben ze een plateau gemaakt waar je met kussens op kan zitten met uitzicht, tussen de takken door, op de zee. We besluiten om een paar dagen hier te blijven voor we weer verder gaan.

Nog een grap van de dag. Hij is nog van de Perhentians, dus al wat ouder, maar we hebben er erg om gelachen. Na vier maanden als enige man in het gezelschap, ben ik natuurlijk nog al eens het mikpunt van gezamenlijke plagerijtjes van het ‘meiden front’. We zaten op het strand wat te drinken en nadat ze me weer eens te pakken hadden genomen vertelde ik dat ik nog eens goed had nagedacht nu ik ‘bijna’ 40 was over wat ik met ‘de rest van mijn leven’ wou gaan doen. Terwijl ik om me heen keek naar al dat vrouwelijk schoon dat hier hele dagen over het strand rondloopt in nauwelijks verhullende lapjes, zei ik dat ik besloten had om helemaal opnieuw te beginnen. Wendy de deur uit, de kinderen op Marktplaats verkopen en dan met een léuk en sexy meisje van een jaar of 20 gaan rondreizen! Nauwelijks onder de indruk vroeg Kathy: 'Oh ja? En met welke van de meisjes hier denk jij dat dan te gaan doen?’ Daar moest ik wel even over nadenken... Hmm, een Thaise? Nee, die zijn alleen maar op m'n geld uit. Een Spaanse?, Nee die zijn te bazig. Een Laotiaanse?, Nee die rochelen hele dagen. Een Amerikaanse?, Nee die zijn te luidruchtig. Wacht Kathy. Ik weet het!, Ik neem gewoon een leuk Zweedje! Waarop Wendy haar neus een beetje ophaalt en zegt: ‘Nou pffff, dan hoef je niet ver te zoeken, begin maar onder je oksels!’
Dat mijn dreigement echt geen indruk had gemaakt, bleek wel in de dagen daarna toen Kathy luid en duidelijk vroeg terwijl er een serveerster aan de tafel kwam. ‘Nou pap, is dat niks voor je?’ (gelukkig dat ze geen Nederlands verstond) En ook Floortje vroeg me opeens vanachter haar kaarten, toen ik wat te drinken was gaan halen in de bar: ‘En? zat er nog wat tussen?’



Op expeditie
Zaterdag 29 mei 2010. Mersing, Maleisië.
We hebben Pulau Kapas dan toch maar gedag gezegd en zijn vandaag met de bus een kilometer of 250 naar beneden gereisd. Om 10.45 uur de bus in en om 17.10 uur stapten we uit in Mersing. Vanaf hier vertrekken de boten naar de Tioman eilanden. We hebben er al veel over gehoord dus we zijn benieuwd. Pulau Tioman is de grootste maar er liggen nog veel meer eilanden om te bezoeken waaronder ook de eilanden waar al sinds jaar en dag de opnames van het TV programma Expeditie Robinson worden opgenomen. Die willen we ook gaan bezoeken en dan ben ík benieuwd wie er weggestemd wordt!


Onder water
Woensdag 2 juni 2010. Pulau Tioman, Maleisië.
De reis naar Tioman met de speedboot was prima geregeld. Je koopt een kaartje, geeft aan op welk strand je afgezet wilt worden en binnen anderhalf uur ben je er. Op aanraden van de ‘mannetjes van de ticketverkoop’ en de Lonely Planet gingen we dan ook naar ABC beach. Daar aangekomen op de pier had Wendy meteen al haar twijfels. Het strand zag er erg rotsachtig uit, het was alleen een lange weg langs de kust zonder veel vertier en toen we, na bijna een uur langs de guesthouses lopen, nog steeds niets hadden gevonden wat ons echt aansprak, namen we dan ook de beslissing om naar een ander strand te vertrekken. In eerste instantie had ik nog wel zoiets van; ‘Ja, je kunt niet alles hebben: én het strand van Pulau Kapas, én het vertier van de Perhentians én het gemoedelijke van Pulau Pangkor’. Gelukkig heeft Wendy me toch kunnen overtuigen en zijn we naar Salang beach gegaan, wat toch wel een stuk leuker is dan ABC.
Op de pier kwamen we ‘Rose’ tegen die ons naar haar verzameling bungalows bracht waar we voor 100 Ringit (€ 25) wel wat naar ons zin vonden. Bij de prijs zijn de huisdieren inbegrepen: heel veel poezen met kittens en enorme monitor lizards luierend in het stroompje naast ons huisje. Vanochtend zagen we wel een hele grote, niet overdreven, meer dan twee meter, echt een grote, vette angstaanjagende jongen. Die wil je in het donker niet tegenkomen!
Inmiddels hebben we al een paar dagen achter de rug op Tioman en het begint ons steeds meer te bevallen. Met Kathy heb ik weer een duik gemaakt en we zagen daarbij (naast de vele soorten die we al eerder hebben gezien maar nog steeds leuk blijven) als bijzonderheden een Lionfish, een school razorfish, een zeeslang, boxfish en op het laatst weer een school bumpheaded parotfish.
Vandaag zijn we met z’n allen op een trip rond het eiland geweest in een soort speedboot waarvan (natuurlijk) de motor het meteen al niet deed... Pas na een keer of zes handmatig starten door onze ‘kapitein’ sloeg hij goed aan en konden we op pad. Iedere keer als we na een stop verder wilden en de motor weer gestart moest worden, herhaalde dit zich zodat we op den duur zelfs weddenschappen afsloten ‘na hoeveel keer proberen’ de motor zou starten... Ach we konden er om lachen. Waar we minder om konden lachen waren de enorme golven waar we overheen scheurden. Bepaalde delen van de tocht waren zelfs ronduit eng omdat de boot zo hard terug in de zee viel. Dit vonden onze kont, rug en nieren niet leuk meer, maar ook hielden we Kathy en Floortje angstvallig tegen ons aangeknepen voor het geval het mis zou gaan. Gelukkig was dat niet het geval en was vooral het tweede deel van de tocht wel wat beter.





We bezochten een waterval en maakten verschillende snorkelstops. Vooral een daarvan was werkelijk adembenemend mooi. Zoveel verschillende soorten en kleuren koraal, hele scholen barracuda’s, enorme parotfish maar het allermooiste had Floortje ontdekt. Ja inderdaad, dat meisje van zeven dat twee weken geleden nog zei dat ze ‘bang voor vissen was’. Nu zwemt ze enthousiast over het koraal en alles wat ze ziet roept ze je onder water (met de snorkel in haar mond) toe. ‘Kk mumu, kzu dur ‘n brukudda’ (kijk mama, ik zie daar een barracuda) of ‘Zu gfff, wul duznt zbrvusse’ (Zo gaaf, wel duizend zebravissen!). Op den duur begrijp je elkaar prima hoor. Deze keer had ze echter wel een enorme vondst: ‘uuuhhhrrrrr, KK KK ‘n ddul’ (Ooooohh, kijk, kijk, een turtle.) Ja hoor, ze had gewoon als eerste een flinke groene zeeschildpad gezien. Hij zwom maar anderhalve meter onder ons en we konden hem dan ook prachtig door het water zien glijden. Wel vijf minuten hebben we met z’n vieren boven hem mee gezwommen om dit prachtige dier te zien. Een mooi einde van een enerverende trip!
Oh ja, nog die ‘Expeditie Robinson eilanden’. Die blijken toch wat verder weg te liggen dan gedacht. Pulau Sembilan is het dichtstbij maar toch nog zo’n drie uur varen (= duur) en eilanden zoals Gual of Pulau Lima liggen nog verder weg. Jammer, maar we maken er dan wel ons eigen avontuur van


Niet alleen maar luieren
Zaterdag 5 juni 2010. Pulau Tioman, Maleisië.
Het lijkt wel bijna een vakantie hier. Nog steeds op het eiland en we genieten nog volop. Dat komt mede door het (nog steeds) mooie onderwaterleven hier. Zelfs na de 4.632ste parotfish blijven we het allemaal nog steeds prachtig vinden. Kathy en ik hebben de dagen dan ook benut door nog een paar keer te gaan duiken. (schildpad, grote murenen, batfish, barracuda, scorpionfish, nudibranch, triggerfish, lion fish, etc, etc). Maar ook het snorkelen is hier zeker de moeite waard. Wendy en Floortje gingen op een ‘shark watching’ snorkeltrip en zagen wel tien! haaien en een paar hawkbil schildpadden. Zo stoer!
Nu moeten jullie niet denken dat we alleen maar luieren en in de zee liggen want de meiden hebben wel allebei hun hele rekenprogramma voor dit schooljaar afgerond, en met prima cijfers ook nog. De achten en negens vliegen ons hier om de oren. Nog een paar lessen Nederlands en dan zijn we daar ook mee klaar en kunnen we ‘eindelijk’ alleen nog maar genieten en zijn we van school af. Met nog anderhalve maand voor de boeg wel een fijne gedachte.



Gisteren hadden Wendy en ik een wel heel romantisch uitje met z’n tweeën. De meiden hadden samen aangegeven dat ze graag een film wilden kijken op bed met hamburger, cola en chips. Lekker alleen, zonder lastige ouders. Na al dat schoolwerk hadden ze wel een traktatie verdiend, dus oké, jullie lekker voor de laptop hangen in het huisje dan gaan wij wel lekker samen uit eten. Nu is ‘uit eten gaan’ voor ons inmiddels gewoon een manier om je maag te vullen dus in een restaurant zitten is niet echt speciaal meer. Daar hebben wij natuurlijk wel een oplossing voor. Zo’n ‘diner voor twee’ moet wel speciaal worden dus hebben we twee pizza’s besteld, zijn ondertussen naar een bar gegaan om daar wat Carlsberg en Hoegaarden te kopen. Op de terugweg de pizza’s opgehaald en met ons bord, een zak met ijs en een paar kartonnen bekers erbij, naar de rand van de zee gelopen om daar aan een picknicktafel plaats te nemen. Waxinelichtje erbij, uitzicht over de baai, ruisende zee en ons romantische diner is compleet. (De pizza was inmiddels koud, had een bodem van ‘karton’, maar wat maakt dat nu uit?)
Vandaag ben ik in mijn eentje op duiktrip gegaan en kon nu ook dieper duiken dan met Kathy erbij. 21 meter was de maximale diepte. Kathy heeft echter ook gedoken want ze ging mee met Wendy en Floortje, die nog een keer gingen ‘shark watchen’. Op hele geringe diepte, dus ze heeft wel 72 minuten kunnen duiken.
WeFlo hebben alle vissen die ze tegenkwamen op een rijtje gezet. Hou je vast: Goby fish, clown fish, blue ringed angel fish, sea urchin, star puffer fish, titan trigger fish, blue spotted stingray, indian sheephead parrot fish, bird wrasse, singular banner fish, vagabond butterfly fish, lined butterfly fish, vinacolo fish, turtle, blacktipped reefshark, file fish, sea cucumber, jelly fish, christmastree worms, clams, sweetlips fish, box fish. Wel een aardige snorkeltocht dus!

Singapore

Op naar het volgende land
Dinsdag 8 juni 2010. Singapore.
Na al dat luieren op Pulau Tioman was het wel weer eens tijd om ‘echt’ te gaan reizen. Om er meteen maar lekker in te komen hadden we de vroege boot van 6.30 uur geboekt terug naar Mersing. De boot kon alleen een half uurtje vroeger of later komen, afhankelijk van het tij en het weer, dus om 6.00 uur moesten we al op de pier staan. Om 05.15 uur uit bed dus. Het was wel even moeilijk wakker worden maar een paar blikjes ijskoffie met een reispilletje als ontbijt op je nuchtere maag doen wonderen!
Die pilletjes waren wel nodig ook want we troffen een erg ruwe zee en bonkten dan ook van de ene pier/strand naar de volgende om alle mensen op te halen voor we aan de oversteek naar Mersing begonnen. Om 9.00 uur stonden we aldaar op de pier, haalden onze bustickets naar Singapore op en genoten van een lekker ontbijt recht tegenover het Mersing Hotel waar we de eerste keer zaten. We hadden eindelijk weer een goede internetverbinding en konden contact leggen met de buitenwereld. Nog wat boodschappen doen, een doos met spullen versturen en toen was het tijd om naar het busstation te gaan. Op naar het volgende land: Singapore.
De busrit ging op zich prima maar eerst moesten we bij Johor Bahru overstappen in een andere bus. Hiermee reden we naar de grens, al onze spullen er weer uit en door de douane gelopen om Maleisië uit te gaan. Terug in een andere bus naar de grens van Singapore, tien minuten verderop. Daar gingen we weer met ons hele hebben en houwen de bus uit om langs de douane te lopen om Singapore in te komen. Daarna weer de goede (een andere) bus gezocht om uiteindelijk in het centrum te belanden. Vanaf daar een taxi genomen naar de eindbestemming: ‘Keppel bay’.
Hier in Singapore logeren we namelijk bij een oude scouting- en schoolvriend (Abel en zijn vrouw Adrienne) die hier al een jaar of vier woont. Helaas moest hij de dag na onze aankomst al weer naar Londen voor zijn werk, maar het was erg leuk om elkaar na zo’n lange tijd weer te zien!
Vanmorgen waren Abel en Adrienne naar hun werk en zaten wij ineens zomaar met z'n vieren in een normaal huis aan een eettafel te ontbijten met zelfgesmeerde boterhammen en een glas melk. Wendy had al een was gedraaid en de vaatwasser uitgeruimd... Toch wel apart maar vooral leuk om even ‘normaal’ te leven. Hier in Singapore gaan we een paar dagen genieten van de luxe en (de dames vooral) van de shopping malls.




Op schoolreis
Donderdag 10 juni 2010. Singapore.
Gisterenmiddag zijn we de binnenstad van Singapore gaan verkennen. Met de metro naar Chinatown waar we door de straatjes met rijen koopwaar rondslenterden. De gebouwen zijn hier heel kleurig en nog erg authentiek zoals de Chinezen het hier hebben laten bouwen. Ook bezochten we een Indiase tempel en gingen we naar Little India dat maar twee metrohaltes verder ligt en toch een totaal andere sfeer heeft. Dat is trouwens ook wel typisch voor Singapore. De versmelting van zoveel culturen. 70% van de inwoners hier is van oudsher van Chinese afkomst maar ook Indiërs, Maleisiërs, Indonesiërs, en diverse andere etnische achtergronden wonen hier al zo veel generaties dat het echt een mengelmoesje is. Ook op andere gebieden is het een apart land, alles moet netjes en schoon zijn en daar doen ze alles aan. Zo zijn hier de vreemdste dingen bij wet verboden en staan er strenge straffen op. WC niet doortrekken? S$ 200 boete. Spugen op straat? S$ 1.000 boete. Naast de stoep op het gras lopen? S$ 200 boete. Maar zo mag je bijvoorbeeld ook niet met een vieze auto rondrijden, mag je geen stilstaand water op je terrein hebben (vanwege mogelijke muggenlarven) en heb je dus overal fonteinen. Een bijzonder land dus.

Eindelijk! Gisteren hebben we de laatste toetsen en verplichte werkjes voor de wereldschool afgerond, dus de meiden (maar ook de juf en meester) zijn klaar! Dat moet natuurlijk gevierd worden en daarom zijn we vandaag als afsluiting van het schooljaar dan ook op schoolreisje geweest. De reis ging met de monorail naar Sentosa island hier in de buurt. Sentosa is een kunstmatig opgespoten eiland wat volledig is gericht op entertainment. Musea, stranden, uitkijktorens etc maar sinds kort is het ook de thuisbasis van Universal Studio's Singapore. Daar zijn we dan ook uit de monorail en in de wereld van Shrek, Madagascar, Jurrasic Parc, Waterworld en The Mummy gestapt. Allerlei attracties die gebaseerd zijn op die films zijn verwerkt in achtbanen, waterbanen en zweefmolens. Daarnaast ook nog spectaculaire shows en optredens die direct uit de filmstudio's lijken te komen. Ze hebben goed uitgepakt en het was dan ook een schoolreis die behoorlijk indruk heeft gemaakt.




Zowel leerlingen als onderwijzers gaan nu van een welverdiende vakantie genieten!


Indonesië

Tweede huwelijksreis
Maandag 14 juni 2010. Bogor, Java, Indonesië.
En toen zaten we ineens in Indonesië! Pas een van de laatste dagen op Tioman waren we er uit wat we met de rest van de tijd wilden gaan doen na Singapore. Tot aan dat land hadden we het redelijk gepland maar daarna? Toen we nog eens naar de datum keken hadden we zo iets van: ‘Hé, het is nog maar een paar weken en dan is het 30 juni’. Op 30 juni 1995 zijn we getrouwd en onze huwelijksreis bestond toen uit vier weken op de bonnefooi naar Indonesië. Dit jaar is dat dus precies vijftien jaar geleden en het leek ons wel erg leuk om (nu we toch in ‘de buurt’ zijn) deze reis nog een keer te gaan doen alleen nu met de meiden erbij. In Singapore dus een ticket met Tiger Airways naar Jakarta geboekt en op de 20e juli met air Asia vanaf Denpasar, Bali naar Bangkok waar vandaan we dan weer terug naar Nederland moeten.
In Jakarta hadden we meteen een hotel geboekt, het Aston Rasuna via Agoda. Meteen het duurste hotel dat we ooit hebben gehad (70 Euro per nacht). Wel drie slaapkamers maar het bleek in een wijk te zijn met alleen maar luxe hotels en appartementen. Voor een nacht oké maar daar wilden we snel weer weg. Met een taxi dus de volgende morgen naar het station om door te reizen naar Bogor. Herinneringen kwamen weer boven terwijl we langs palmbomen en sloppenwijken reden. Vijftien jaar geleden, toen het reisvirus bij ons is binnen geslopen, stonden in Bogor de groene busjes te wachten om aangekomen reizigers naar hun bestemming te brengen. Ook deze keer stonden ze weer klaar. We hebben alleen nog steeds geen Lonely Planet of iets dergelijks kunnen kopen, dus waren we net als toen, redelijk afhankelijk van de chauffeur waar we uit zouden komen. Via via kwamen we terecht bij Wisma Firman. Een eenvoudig guesthouse in de buurt van de botanische tuinen waar Bogor beroemd om is. Na ons geïnstalleerd te hebben zijn we die dan ook gaan bekijken en hebben we in het park in hetzelfde restaurant gegeten als destijds (ooohh nostalgie).



Vandaag hebben we een toertje geregeld naar een wajangpoppengalerie, een gongfabriekje en naar de watervallen. Bij de wajangpoppen mochten de meiden helpen met het schilderen van de poppen en hebben ze een wijsje op de angklong geleerd. Zeg maar een uit de kluiten gewassen xylofoon. Bij de gongfabriek mocht ik laten zien hoe goed ik kon slaan op een gloeiend stuk koper waar ze gongs van maken. Bij de watervallen bleek een vervallen zwembad te zijn, gevuld met watervalwater (brrr). Maar goed je bent in Indonesië dus je moet je eisen aanpassen aan de omgeving. 's Avonds was de eerste wedstrijd van Nederland in het WK 2010 dus hebben we die gekeken in een restaurant met een paar andere landgenoten. Nederland - Denemarken 2-0 een mooi begin en erg gezellig! Vooral leuk was Floortje die vooraan tussen een paar mannen in, commentaar aan het geven was en bij iedere herhaling dacht dat er weer een doelpunt gescoord werd!


Angklong en Wajang
Woensdag 16 juni 2010. Bandung, Java, Indonesië.
Inmiddels zitten we voor de tweede avond in Bandung in Hotel Unik. Gisteren zijn we met een minivan via de Puncak pas met zijn theevelden naar hier gereden. De theevelden van de Puncak pas hebben wel iets weg van die in de Cameron Highlands maar ze zien er toch anders uit. In Bandung aangekomen zijn we meteen doorgereden naar een Anklong muziekschool voor een optreden van de studenten: Wajangpoppentheater, een voorstelling met de Anklong en andere muziekinstrumenten zoals de gongs die we hebben zien maken en Indonesische dansen. De Angklong is een schudinstrument van bamboe. Afhankelijk van diameter en lengte van de bamboepijp geeft deze een andere toon. We moesten zelf ook meedoen en de meiden hebben erg hun best gedaan om in de maat te spelen. Toen ze daarna ook nog mee mochten dansen was het feest helemaal compleet. Vervolgens naar het hotel om te gaan eten en slapen. Dat laatste lukte alleen wat minder goed omdat de familiekamer vlak bij de receptie en foyer lag waar de hele nacht veel lawaai was en de sigarettenrook zo ongeveer onder onze deur door kringelde.

Vandaag weer op pad om de omgeving van Bandung te bekijken. De dag begon met een bezoek aan een fruitmarktje (niet erg indrukwekkend, maar goed). Vervolgens gingen we naar een vulkaan hier in de buurt en dat vonden de meiden toch wel een beetje spannend. ‘Kan hij nu niet ontploffen?’ en ‘Ik zie rook omhoog komen, is het dan wel veilig?’ Uit de slapende vulkaan kwam inderdaad nog steeds rook en dat was te ruiken ook. Rotte eieren/zwaveldampen kwamen ons tegemoet. Maar leuk om te laten zien aan de meiden. Op het programma stond ook een bezoek aan een theefabriek, dat kenden we al. Als laatste gingen we zwemmen in heetwaterbronnen. Het water komt zo uit de grond komen en wordt in een paar ondiepe zwembaden geleid. Gelukkig was het bewolkt en 'slechts' 25 graden vandaag want het water was een graad of 40 en met deze buitentemperatuur was het dan ook wel lekker om erin te liggen.
Terug naar Bandung gaven we aan dat we vanwege de slechte nacht gisteren niet meer naar het Unik hotel hoefden en we een ander (goedkoper) hotel zochten. Nou dat hebben we geweten! We zijn half Bandung (bijna net zo groot als Rotterdam) doorgereden maar overal was het of helemaal vol of ze hadden nog wel twee zéér minimalistische kamers. Na een paar uur rondzwerven zijn we van ellende dan maar weer terug gegaan naar Unik alleen liggen we nu wel op de tweede verdieping ver weg van al het lawaai, hopelijk gaat het vannacht dan ook beter!



Smullen maar
Vrijdag 18 juni 2010. Pangadaran, Java, Indonesië.
Gisteren zijn we met de minivan naar Pangadaran gereden. Onderweg hebben we nog een dorp bezocht. Kampung Naga, waar de mensen nog grotendeels zoals vijftig jaar geleden zouden moeten leven. We hadden er van tevoren zo onze twijfels over maar eerlijk is eerlijk het was best authentiek. Een dorp met zo'n honderd bamboe woningen met beperkt elektriciteit via accu's, visvijvers met bovenhangend toilet (hmmm, lekkere vis zal dat zijn...), een paar geiten en kippen, omringd door rijstvelden. Dat was het wel zo'n beetje. Toch leuk om gezien te hebben. Daarna door naar Pangadaran en rond 18.45 uur hadden we uiteindelijk bij Sandaan Guesthouse een kamer gevonden die naar ons zin en budget was.
Hoewel het regenseizoen al een paar maanden voorbij is, zou je dat hier niet zeggen. Het is een echt Hollands weertje met flinke regenbuien en harde wind alleen is de temperatuur wat hoger. Het zorgt wel (tussen de buien door) voor een spectaculair zicht op de enorme golven die hier op de kust beuken. Vandaag hebben we dan ook een relaxdag gehouden en hebben we onder het genot van een bakje Senseo in een bar de website weer bijgewerkt en met het thuisfront gesproken via skype. Blijft toch wel uniek om vanuit midden Java op de laptop, via de mobiel met mijn vader en moeder te kletsen die op dat moment op een camping in Denemarken zitten. 's Avonds zijn we gaan eten op de vismarkt, net als de vorige keer en wat was het weer heerlijk. Grote bakken met allerlei soorten vis, garnalen, kreeften en zo. Je kiest wat uit, laat je adviseren over de beste bereidingswijze door de kok en even later zit je tussen een vijftigtal Indonesiërs aan lange tafels met je vingers de rijst en vis te eten. Ook de meiden hebben genoten van hun zelf uitgekozen visjes, zelfs zo goed dat ze nog een tweede portie hebben besteld! Floortje en Kathy’s armen zaten ónder de saus en boter maar wat hebben ze gesmuld.



Tour de nostalgie
Maandag 21 juni 2010 Pangadaran, Java, Indonesië.
De vorige keer dat we hier waren, zouden we op jungletocht gaan. Dat was het ‘goede doel’ waar we bij ons trouwen een bijdrage voor vroegen (in plaats van een envelopje stond op de uitnodigingen, ‘Wist u al dat er nog sponsors worden gezocht voor onze Indonesische jungletocht?’). Bij aankomst in Pangadaran bleek toen echter dat de jungle gesloten was ‘wegens onderhoud.... We hebben toen wel een wandeling in het natuurpark kunnen maken. Nog een keer proberen en dus zijn we met een gids het natuurpark ingetrokken om de route weer te lopen. Veel dingen zijn niet meer hetzelfde vanwege de tsunami die hier in 2006 is geweest, maar toch herkenden we nog een hoop dingen en kwamen we ook weer een aantal stekelvarkens in de grot tegen. Opmerkelijk was wel dat een van de stekelvarkens vijftien jaar geleden Johnny werd genoemd en ook deze keer was er een Johnny! (waarschijnlijk de achterkleinzoon van...). Verder een leuke wandeling gemaakt met een goede en gezellige gids.



's Avonds zijn we in een restaurant naar Nederland - Japan gaan kijken en met 1-0 was het weer een klein Hollands feestje midden in Indonesië. 's Avonds was er in ons hotel ook nog een feest van twee Indonesische overheden die hier bij elkaar waren gekomen om te bespreken hoe ze ‘samen nog meer konden bereiken’. Beneden was een karaoke gaande waarvan we af en toe de neiging kregen om oordoppen in te doen. Boven was een optreden van een tweetal zeer schaars geklede dames begeleid door een orkest dat bestond uit traditionele instrumenten met een geluidsband eronder. Je moet er maar op komen. Het publiek zat gezellig aan de glaasjes water (allemaal moslims dus geen druppel alcohol) veilig achter hun lessenaars te kijken. De dames met hoofddoek, terwijl voor hen de zangeressen gekleed in net genoeg stof om een theedoek van te maken stonden te swingen. Heel apart. Toen wij binnenkwamen om even te kijken waren we meteen de hit van de avond en werden we de dansvloer opgetrokken. Daarop kwam ook het publiek een beetje los en opeens werd het toch wel gezellig. Bij het laatste nummer wilde weer niemand dansen dus hebben Wendy en ik een rondje Foxtrot gedaan op Indonesische muziek (niemand die ons kent en, ach als wij het maar naar ons zin hebben…). Het was effe zoeken naar een ritme maar blijkbaar viel het wel in de smaak want het publiek was enthousiast. Daarna maar op het hoogtepunt weggegaan en een stukje gaan lezen.
Vanwege het late opblijven van de meiden was de dag daarna eigenlijk een uitslaapochtend en dus meteen een luierdag en zouden we niet zoveel gaan doen. Maar natuurlijk was het nog wel Vaderdag dus werd ik verrast door de meiden met een kop koffie, chocokoekjes en kreeg ik van Floortje een armbandje uit Indonesië en een tegoedbon voor een Bintang en van Kathy het ontwerp voor een (henna)tatoeage die ik mocht gaan laten zetten. KMWF waarbij de K in spiegelbeeld staat en alle letters aan elkaar vast geplakt zijn zodat het één geheel is. Al onze beginletters die samen één teken vormen. Mooi toch!



Vandaag hebben we ook weer een ‘tour de nostalgie’ gedaan en zijn op de brommer naar de green canyon geweest. Eerst een bezoek aan weer een wajangpopgalerie, door het platteland naar de green canyon waar we op een bootje stapten en weer de rivier over gingen naar de watervallen. Onderweg nog een ijsvogel en een varaan gespot en toen waren we er. Prachtig om te zien hoe het water opgelicht door de zonnestralen naar beneden valt met ons in de sterke stroming daaronder. Op de terugweg weer over het platteland en door dorpjes naar een schildpaddenopvang waar ze de kleintjes na uitkomst uit hun ei twee jaar grootbrengen en dan weer uitzetten in de oceaan. Ook bezochten we nog een kroepoekfabriek waar het verbazingwekkend was hoe die kleine gedroogde deegrolletjes eenmaal ondergedompeld in het hete vet in een paar seconden tien keer zo groot en knapperig werden. Verse kroepoek is trouwens héél lekker! We hebben allemaal weer genoten.
In de supermarkt maakte ik ook weer wat bijzonders mee. Bij het afrekenen moest ik nog 16.000 Rupia terug krijgen maar ze hadden geen biljetten van 1.000 ( 0,09 €) meer dus kreeg ik een biljet van 10.000, één van 5.000 en twee mentos snoepjes terug... Smaakte prima hoor dat wisselgeld!


Wereldwonderen
Vrijdag 25 juni 2010. Yogyakarta, Java, Indonesië.
Na een lange, enerverende maar mooie reisdag zijn we aangekomen in Yogyakarta. De dag begon in Pangadaran met de minivan naar de haven. De chauffeur was een kamikazepiloot die we een paar keer tot rust maanden. Zonder problemen reed hij namelijk keihard door de scherpste bochten met één hand aan het stuur en de ander aan zijn mobieltje. Gelukkig was het maar een half uurtje en stapten we daarna op de boot naar Cilacap. Toen Wendy en ik dat met z'n tweeën deden was dat nog de belangrijkste route vanuit Pangadaran naar Yogya. Dat was een heel gedoe want overal moesten mensen en goederen op- of juist van de boot. Inmiddels ligt er al lang een weg die veel sneller is maar wij wilden toch graag via de rivier. Na een rustige tocht (ondanks de knetterende diesel) en natuurlijk met een pechgevalletje onderweg kwamen we aan in Cilacap. En wie stond ons daar weer op te wachten... Precies! Dezelfde chauffeur om ons na een uur met zwetende handpalmen af te leveren op het station.
Daar wachtte ons weer een nieuwe verrassing. We hadden natuurlijk voor z'n vieren een trip geboekt (en betaald) naar Yogya inclusief de boot en trein. Toen we echter de treintickets kregen stonden daar maar drie stoelnummers op. Via een tolk die nog een beetje Engels sprak gingen we het overleg aan: Dat we voor Floortje weliswaar minder moesten betalen maar dat we wel een stoel hadden afgesproken. Na wat heen en weer gepraat was de conclusie dat we echt maar drie stoelen hadden. De chauffeur was hem inmiddels in een onbewaakt moment snel gesmeerd dus ging Wendy maar eens even bellen met onze ‘touroperator’. Nou, het was een verhit gesprek waarvan de conclusie was. ‘Tsja, die kleine zet je maar bij iemand op schoot, je staat nu toch op het station en ik ga niks meer voor je doen, tuut tuut tuut’. Grrrrr... dit is de eerste keer dat we op zo'n manier in Azië zijn afgezet. Maar goed, even flink pissig worden en stoom afblazen, daarna hebben we het beste ervan gemaakt en al snel hadden we een leeg plekje ergens achter ons gevonden.
In Yogya vonden we bij Catharina twee kamers voor weinig in het centrum van de stad. Prima. Vanaf hier hebben we het Sultan paleis, de zilvermarkten en batikshops verkend. De ene keer met een becac (fiets taxi) maar, tot Kathy's grote vreugde, ook een keer met een paardenkar.






Vandaag hadden we een vroege start. Om vijf uur 's ochtends werden we opgehaald om naar de Borobudur te gaan. Een van de wereldwonderen en geplaatst op de Unesco werelderfgoed lijst. Dat mogen we dat natuurlijk niet missen. In de omgeving is een hoop veranderd maar het monument blijft natuurlijk hetzelfde. Indrukwekkend. We beklimmen in alle vroegte de trappen. Iedere trede een stap op de weg naar het hoogst haalbare in het leven van een Boeddhist. Wij bereiken met z'n vieren het Nirwana en hebben een prachtig uitzicht op de oplossende mist in het dal terwijl de zon steeds hoger klimt. Nadat we een paar galerijen hebben rondgelopen en natuurlijk de onvermijdelijke Lucky Boeddha hebben aangeraakt gaan we ontbijten. Daarna weer in de bus op weg naar de volgende bestemming namelijk de Prambanan. In de vroege middeleeuwen, toen wij in Europa nog bezig waren om te leren hoe je een stevig muurtje moest metselen, hebben ze hier een paar enorme tempels gebouwd. Door de laatste aardbeving in 2006 is een hoop ingestort maar inmiddels is veel in oude glorie hersteld. De rest van de middag hebben we het maar een beetje rustig aan gedaan en 's avonds in een stalletje heerlijke saté gegeten. Wendy is trouwens ook weer gelukkig en kan nu eindelijk goed slapen want... we hebben eindelijk een Lonely Planet van Indonesië gevonden!



Kampioenen
Maandag 28 juni 2010. Lovina Beach, Bali, Indonesië.
We zijn er helemaal klaar voor! Laat het wereldkampioenschap ‘Reizen met kinderen’ maar beginnen. Zesendertig uur vrijwel achter elkaar reizen met vier uur slaap tussendoor en we hebben het met glans volbracht.
Onze marathon begon in Yogyakarta waar we om 08:00 in een minivan stapten om op weg te gaan naar de Bromo. Een van de bekendste vulkanen op Java. We hadden namelijk een volledig verzorgde tour geboekt die ons in twee dagen van Yogyakarta op Java naar Lovina Beach op Bali zou brengen met als tussenstop de zonsopkomst op de Bromo.
Om 13.30 uur mochten we er even uit om in drie kwartier te eten/drinken en onze zitkont wat rust te geven. Daarna weer snel in de bus die non-stop doorreed om ons om 20.00 in Probolingo af te zetten. Daar moesten we wachten op een ander busje om ons verder te brengen naar ons hotel in de buurt van de Bromo. In de tussentijd kon Wendy even bij een Indonesiër op de scooter springen om wat rijst en saté te halen want we hadden inmiddels wel honger gekregen. Inmiddels was ook de andere minivan aangekomen en verscheen het busje waarmee we verder konden. Een minivan met elf zitplaatsen voor achttien passagiers (waarvan vier kinderen) die met al hun bagage mee moeten. Dat was dus behoorlijk proppen. Inmiddels had iedereen er al een hele lange dag op zitten en dan moesten we allemaal ook nog eens op een halve bil anderhalf uur over de bochtige weg doorhobbelen. Er werd niet veel gekletst onderweg want iedereen was inmiddels wel erg gaar geworden. Overigens werd er ook niet één keer door de meiden geklaagd en zaten ze de rit rustig uit.
Aangekomen bleek het hotel waar we zouden slapen vol te zitten en werden we een stuk verderop bij een ander gebracht. Onze beloofde (en betaalde) twee kamers met eigen badkamer hadden ze natuurlijk niet maar goed we konden (inmiddels was het 23:00 uur) tenminste slapen en dat was meer dan een paar andere reizigers konden zeggen. Deze twee mensen kregen te horen dat alles echt vol was en de ‘gids’ wilde hen het betaalde geld voor de kamer teruggeven. Ja, haha, daar heb je natuurlijk niks aan. Sta je daar na zo'n lange reis, doodmoe, midden in de nacht, ijskoud met wat bankbiljetten maar daar kan je echt niet onder gaan slapen... Gelukkig verbroedert samen reizen. Eén van de anderen die alleen reisde en wel een kamer had bood hen aan om dan de nacht bij haar in de kamer door te brengen.
De meiden lagen om 23.15 uur diep te slapen en wij volgden snel daarna want om 03:00 mochten we allemaal weer opstaan om met een jeep naar de zonsopkomst boven de Bromo te gaan kijken. De jeep in en op weg naar het uitkijkpunt vanaf waar we de zon boven de vulkaan uit konden zien komen. Nou waren we niet de enigen en hoewel de afgesproken (en betaalde) jeep alleen voor ons vieren zou zijn, moesten er onderweg nog vier bij gepropt worden. Dat kostte natuurlijk ook weer tijd en toen we aankwamen moest de jeep achteraan de rij worden geparkeerd tweeënhalf kilometer van het uitzichtpunt. Midden in de nacht dus met de meiden dat hele eind bergopwaarts lopen, en natuurlijk snel want anders zouden we de zonsopkomst missen!




Na mooie plaatjes te hebben geschoten zijn we weer teruggelopen en toen iedereen terug was snel door naar de Bromo zelf. Daar liepen we weer een heel stuk naar de onderkant van de vulkaan waar de trap met 120 treden beklommen werd. Nou, het was echt heel mooi en leuk om weer op dezelfde plek te staan als vijftien jaar geleden met aan de ene kant de rokende vulkaan en aan de andere kant mooie bergen en dalen. Terug bij ons hotel om 08:00 hadden we een half uurtje om de boel weer bij elkaar te pakken en een boterham met jam naar binnen te werken want met hetzelfde volgepropte busje moesten we weer terug naar Probolingo.
Vanaf daar zouden we met een airco-touringbus verder gaan naar Bali, maar die (afgesproken/betaalde) bus was niet meer beschikbaar. Dus kregen we wat geld terug, konden op een lokale bus stappen naar de haven op Java en vanaf daar moesten we het zelf maar uitzoeken. Van 09.30 tot 15.30 uur hebben we in een hobbelende bus gezeten voor we aankwamen bij de haven. Kaartjes gekocht en naar de overkant gedreven. Aangekomen op Bali bleek de laatste bus naar Lovina reeds vertrokken te zijn en daar stonden we dan. Vanaf drie uur ‘s ochtends op en om kwart over vijf ’s middags gestrand in een kaal havenstadje.

Bij de pakken neerzitten is niet echt onze stijl dus we moesten daar toch echt weg zien te komen en hebben we maar een paar mensen aangesproken waarvan er één wel een broer met een busje had. Voor 400.000 Roepia (40 Euro) wilde die ons wel naar Lovina brengen. Absurd bedrag maar je moet toch wat. Omdat er nog meer mensen van onze groep waren gestrand hebben we het busje en de kosten gedeeld en kwamen rond 20.00 uur (21.00 uur Balinese tijd) aan in Lovina. Veel zin om uitgebreid naar een kamer te gaan zoeken hadden we niet meer maar de tweede locatie waar we gingen kijken bleek een mooie en betaalbare vierpersoons bungalow te hebben. En toen we nog eens goed door onze vermoeide oogleden keken zagen Wendy en ik het tegelijk. He! Kijk, die veranda en die tuin! Dit is hetzelfde guesthouse waar we de vorige keer ook zaten! Ongelooflijke toeval of hadden we het op de een of andere manier verdiend om na zesendertig uur hier terecht te komen?


Romantische dagen
Donderdag 1 juli 2010. Lovina, Bali, Indonesië.
De dag na aankomst hebben we, zoals je begrijpt, niet zoveel gedaan. Ons programma, inmiddels als routine ingesleten na aankomst in een nieuwe stad, bestond uit het verkennen van de omgeving en ‘vrienden’ worden met de guesthouse-baas, het lokale supermarktje en de wasvrouw op de hoek. (Een vriendelijk gezicht en woord kost geen cent maar het maakt later het onderhandelen altijd een stuk makkelijker...)
De dag daarna was natuurlijk een belangrijke want 30 juni was het vijftien jaar geleden de dag dat we ‘JA’ tegen elkaar zeiden. Bij het wakker worden hingen er al ballonnen op de veranda en kregen we koffie en zoete versnaperingen. Allemaal door onze nieuwe vriend de guesthouse-baas geregeld. (Zie je wel dat het nut heeft...) Vervolgens zijn we op de scooter gestapt en hebben de hele dag rondgereden. Hier verkopen ze allemaal ‘De Lovina tour’ waarbij je een rondje door de omgeving maakt en allerlei highlights kunt bekijken. Het leuke is dat ze in hun pogingen je een tour te verkopen een kaartje meegeven met alle plaatsen die je bezoekt. Nou, met al die informatie en de Lonely Planet erbij kunnen we dat traject ook zelf met de scooter afrijden. Veel leuker en ook nog eens goedkoper. Vooral Wendy is goed in dit soort dingen snel te doorzien en organiseren.
Wij dus weer eens op de scooter naar de Git Git watervallen, de tempel in het meer, de bloemenmarkt, twin lake en als afsluiting naar de hot water springs waar we ons zweet kunnen afspoelen in de warmwaterbaden. (Deze waren echter eerder lauw, maar goed, we waren wel schoon!) Onderweg kwamen we ook nog blauwe Hortensia's tegen en laten dat nu net de bloemen zijn die het belangrijkste deel van Wendy haar bruidsboeket vormden. Als afsluiting hebben we op de borstwering bij de zee een picknick gehouden met saté en Bintang uit de fles terwijl de zon langzaam wegzakte achter de horizon. Hoe romantisch kan je het hebben op je kristallen bruiloft? Hand in hand de ondergaande zon bekijken op het strand van een tropisch eiland! Dat soort dingen komen toch alleen in films voor?





's Avonds zijn we in stijl (allemaal in het zwart... het leek wel een begrafenis) uit eten geweest, waar ik spontaan een verzonnen serenade aan mijn bruid bracht en hebben we later nog een paar café’s bezocht met livemuziek van WEL goede zangers.
Vandaag zijn we per scooter (op ons gemakje 1e links, rechts, links, rechts) in Singaraja in een achterbuurtje beland waar we onze appeltjes van de fruitmarkt op een muurtje opaten. We waren opnieuw de bezienswaardigheid van de dag en binnen no time hadden we weer vijftien kinderen en vier volwassenen om ons heen die na de eerste schuchtere woordjes Engels al snel heel open en hartelijk waren. De meiden hebben met de kinderen achter de kippen aangejaagd en wij kletsten in het Engels, Bahasa Indonesie en vooral met handen en voeten met de mannen. ‘You from Belanda? Ahh, verry good football!! Van Basten good in game last night’ Ach, moet je die man dan gaan vertellen dat Marco al lang met pensioen is en gisteren Nederland niet speelde? Nee, je zegt ‘Yes! He was bagus (heel goed)!’ Die man is dolgelukkig dat je hem begrijpt en mijn dag is weer goed omdat ik iemand gelukkig heb kunnen maken. Een prima ruil!
Vervolgens reden we naar een superluxe resort waar in diverse zoutwater bassins drie dolfijnen zwommen. Driemaal daags kun je hier naar een ‘dolfijnenshow’ kijken, maar je kunt ook met ze zwemmen. En dat is precies waar we de meiden mee verrassen. Al die lange reizen, het delen van bedden en kamers en het geduld dat die meiden hebben gehad, verdiende wel een hele grote traktatie dus waren ze dan ook heel verrast dat ze een half uur met de dolfijnen mochten zwemmen. De eerste, Johny (een mannetje) had een baaldag en wilde niet spelen, maar de volgende, Ucil (een vrouwtje) vond het heerlijk om geaaid en geknuffeld te worden en de meiden hebben dan ook heel erg genoten.




Dubbel feest!
Zaterdag 3 juli 2010. Ubud, Bali, Indonesië.
Met een minivan zijn we vanuit Lovina naar Ubud gereisd. Omdat de afstand niet zo groot is, combineren we de tocht met een paar bezienswaardigheden op de weg er naartoe die te ver weg waren om op de scooter te doen. We bezoeken dan ook een botanische tuin, zien op een uitzichtpunt prachtig hoe de rijstvelden tegen de berg op klimmen en we zouden ook nog een reptielentuin bezoeken. Bij aankomst bleken ze echter 100.000 Roepia (bijna een tientje) p.p. te vragen. Nou, dat vonden we wat te gortig voor een paar slangen en hagedissen dus zijn we doorgereden naar Ubud waar we een mooie kamer met zwembad voor de deur vonden. 's Avonds hebben we met zo'n 100 andere Nederlanders naar Nederland - Brazilië gekeken en flink feest gevierd toen we die er met 2-1 uitgooiden.
Vandaag eerst uitgeslapen en toen op weg naar het Ubud Palace waar ze druk bezig waren om de start van het ‘Ubud festival 2010’ voor te bereiden. Om 16.00 uur barstte dat los met een grote parade van muzikanten en danseressen, alles natuurlijk in de verschillende Balinese kledingstijlen. Heel kleurrijk en fotogeniek. In de parade zaten ook een aantal enorme praalwagens zoals wij die met carnaval kennen. Deze worden echter niet getrokken door een walmende tractor, maar zijn op een web van bamboe bevestigd die door hele groepen mannen door de straten worden gedragen. Ze hadden verschillende enorme poppen, die allemaal een Indonesische god of godin voorstelden. Die waren soms wel tien meter hoog en met alle elektriciteitskabels boven de weg was het wel eens spannend of ze er onderdoor konden. We hadden mazzel dat we net vandaag in Ubud waren.



De paden op, de lanen in…
Zondag 4 juli 2010. Ubud, Bali, Indonesië.
Vandaag zijn we de binnenlanden van Bali op de fiets gaan bekijken. Eerst met een busje naar de centrale vulkaan van Bali (Mount Batur) waar we een ontbijt kregen voorgeschoteld. Tenminste, dat kon je zelf nemen door langs een buffet te lopen en te pakken waar je zin in had. Nu was de keuze niet reuze en de kwaliteit al helemaal niet. Lauwe doorgebakken nasi goreng of drie soorten kleffe pannenkoek. De meiden hebben dan ook maar een paar bordjes kroepoek gegeten. Toen naar een koffieplantage waar we hele speciale koffie konden proeven. De koffiebonen worden gevoerd aan een ‘lumur’, een katachtig langgerekt dier dat graag die bonen eet. De schil word in de maag en darmen verteerd en, je raadt het al, de boon komt via de natuurlijke weg weer naar buiten. Die bonen worden dan geoogst uit de uitwerpselen van de lumur, gepeld en gebrand. Daar malen ze dan koffiepoeder van, gooien er heet water over en je hebt een hele bijzondere (dure) koffie. Gezien alles dat we inmiddels al gegeten en gedronken hebben, konden we dit ook wel proberen. Nou, het ‘productie proces’ proef je niet, maar om nou te zeggen dat het een heerlijk bakje is? Nee, maar we hebben weer iets in ons leven geprobeerd en het overleefd.
Eindelijk mochten we dan op de fiets en reden heuvelafwaarts naar een Balinese compound waar uitgelegd werd hoe de mensen er met de hele familie leven en waarom bepaalde gebouwen in een specifieke windrichting gebouwd moeten worden. De verdere weg hebben we over leuke en mooie paden dwars door Bali gefietst en ontmoetten rijstboeren die bezig waren met planten, anderen met oogsten en heel veel kinderen. Tegen 14.00 uur wat het tijd voor de lunch, die was een heel stuk beter dan het ontbijt en daar hebben we dan ook prima gegeten. Hierna weer terug naar ons eigen huisje. Het was leuk om Bali eens op een andere manier te bekijken.


De meiden maken overal meteen ‘vrienden’ dus ook vandaag met een van de begeleiders tijdens het fietsen.
Floortje: ‘What was your name ook al weer?’
Begeleider: ‘My name is Moon.’
Floortje: ‘Oh yes, then you are my Honey-Moon!!’


Kunstenaars
Dinsdag 6 juli 2010. Ubud, Bali, Indonesië.
Gisteren hebben we een wandeltocht gemaakt. Eentje uit de Lonely Planet die ons door mooie straatjes via de rijstvelden en een kunstenaarsdorpje in een uur of drie rond Ubud zou leiden. Er zaten best leuke stukjes tussen, maar over het algemeen... Nee, vooral veel langs de weg lopen en brommers/ auto's ontwijken en aangezien we blijkbaar geen oog voor 'echte kunst' hebben vonden we die doeken met strepen en klodders verf ook niet indrukwekkend. Daar hebben we er thuis nog een paar van liggen die de meiden op de kleuterschool hebben gemaakt. Maar zoals gezegd, wij hebben er natuurlijk ook helemaal geen verstand van.
's Avonds zijn we naar een van de dansvoorstellingen hier geweest waar professionele Balinese dansers en een orkest ons een staaltje van hun kunnen lieten zien. De meiden en vooral Floortje vonden het erg mooi om te zien hoe bewegelijk en soepel de dames en heren op de traditionele muziek dansten. Allemaal natuurlijk in de mooiste kleren met glimmende sieraden. Iets wat je als je toch op Bali bent natuurlijk een keer gezien moet hebben.



Vandaag houden we nog een rustdagje waarbij Kathy en Wendy een heerlijke honing/lemon massage hebben genomen gevolgd door een bloemenbad en Floortje en Marty het zwembad hebben leeg gesprongen. Morgen gaan we dan echt aan het laatste deel van de reis beginnen. We gaan het net als vijftien jaar geleden afsluiten op de mooie eilanden van Lombok, de Gili Islands. De laatste reis naar een nieuw plekje, daar willen we dan blijven tot de klok echt het laatste uur heeft geslagen. De laatste twee dagen moeten we via Bali en Bangkok terug naar huis reizen dus die tellen niet echt mee. Aan de ene kant kijken we er wel een beetje tegenop want we willen alle vier nog lang niet naar huis maar we gaan er wel een mooie afsluiting van een onvergetelijke reis van maken.


Huwelijksschip
Vrijdag 9 juli 2010. Gili Trawangan, Lombok, Indonesië.
Wow! Gili Trawangan was toen wij er waren een eiland dat net ontwikkeld werd en alleen rond de pier was wat bedrijvigheid in de vorm van een guesthouse en een restaurantje maar in vijftien jaar is dat wel veranderd! Toen we aankwamen met de fastboat zagen we bij aankomst al een enorme oranje vlag boven de weg hangen met HOLLAND! De hele strip rond de pier is een lange rij met hotels, guesthouses, terrassen en zelfs een Irish Pub! Niet meer te vergelijken. Wat gelukkig wel hetzelfde is gebleven, is het feit dat er nog steeds geen enkel motorvoertuig op het eiland is toegelaten. Zo heb je wel de luxe en het gemak van veel keuze maar blijft toch nog steeds de 'oude' eilandsfeer bewaard. De prijzen zijn echter ook in die vijftien jaar vijftien keer over de kop gegaan. Nu bij de start van het hoogseizoen aan de hoofdweg, direct aan de kust een vierpersoonskamer met airco, zoet water hot/cold shower en zwembad is gewoon minimaal een miljoen roepia (lees 100 Euro) per nacht. Wij sliepen toen voor acht Euro per nacht (in een weliswaar kleine kamer voor z'n tweeën zonder zwembad want dat bestond toen nog niet hier).
Maar goed, na wat rondzoeken vonden we aan de noordkant van het eiland (waar toen alleen nog maar één eetstalletje stond) een betaalbare plek bij Lutwala guesthouse. We kunnen alleen niet tot het einde hier verblijven want na het eind van de eerste week is het volgeboekt. Hier is het echt heel rustig en relaxt. We hebben besloten om hier toch een paar dagen te blijven en dan een andere kamer meer in het centrum te zoeken.
De dagen bestaan hier nu voornamelijk uit zon, zee, strand en duiken en dat is prima zo. We hoeven niet meer tempels, watervallen en authentieke dorpjes. De laatste twee weken gaan we gewoon net als 'normale' mensen vakantie houden en genieten van de tropische omgeving. We hebben fietsen gehuurd en daarmee verplaatsen we ons en zoeken de mooiste plekjes op. Bij vloed om te snorkelen tussen de vissen en bij eb om onder de stenen op zoek te gaan naar prachtig gekleurde krabben, zeesterren, heremietkreefjes en wat al niet meer.


Natuurlijk hebben we het nu regelmatig over het feit dat we ál vijftien jaar getrouwd zijn en wat we in al die tijd allemaal wel niet hebben meegemaakt en van elkaar hebben moeten 'doorstaan'. Vanmiddag zaten we op het strand in de schaduw van een boom toen er een lokaal zeilscheepje voorbij kwam met zijn typisch driehoekig zeil op zijn kop. Terwijl we er samen naar zitten te kijken zucht Wendy zachtjes voor zich uit: 'Tsja, vijftien jaar... Maar ik ben er nog steeds niet uit of ik toen in een mooi huwelijksbootje ben gestapt of dat ik toen het schip ben in gegaan...?'


Eentje nog…
Donderdag 15 juli 2010. Gili Trawangan, Lombok, Indonesië.
De afgelopen dagen zijn voorbij gegleden in een rust van uitslapen, ontbijten, zwemmen, strand, weer eten en 's avonds een video kijken of lekker lezen. Het is gewoon vakantie nu. Veel bijzonders hebben we dan ook niet beleefd of te vertellen. We hebben er ook geen zin meer in om nog heel actief te worden. Een snorkeltrip van een hele dag rond de eilanden? Pff, weer een hele dag op een boot en na drie keer snorkelen hebben we het wel weer gehad. Een uitstapje naar een uitzichtpunt waar de zonsondergang zo mooi is? Dat is een eind de berg op en we hebben al zoveel mooie zonsondergangen en -opkomsten gezien. Gelukkig beseffen we ons wel dat het heel verwend en blasé is dat we dat denken. Maar een vakantie van drie weken waarin je alles gedaan en gezien wil hebben is toch echt heel anders dan diezelfde drie weken maar dan aan het eind van meer dan een half jaar reizen.



Niet dat we helemaal niks doen. Kathy en ik hebben er al weer drie duiken op zitten en die waren weer heerlijk en mooi. Niet dat we nu zoveel zien dat we nog niet eerder tegenkwamen maar een hawsbill turtle die we van tien centimeter afstand op twaalf meter diepte tegenkomen blijft een ervaring om kippenvel van te krijgen. Ook de moray eel (een zeeslang, familie van onze paling) van acht centimeter dik die, met zijn dubbel getande bek open, zijn hol verdedigt verveelt nooit. Floortje en Wendy gaan tijdens onze duiken met z'n tweeën naar een zwembad of shoppen wat langs de strandweg en hebben het daarbij ook prima naar hun zin. Het zijn hun moeder/dochter ochtenden.
Gili Trawangan hebben we wel weer wat beter leren kennen. Het is een eiland van tegenstellingen geworden. Aan de ene kant heb je langs de kustweg restaurants en bars waar ze zonder met hun ogen te knipperen 21% tax bovenop je (voor Aziatische begrippen toch al dure) rekening gooien. Tien meter verder heb je dan een warung (lokaal eettentje) zitten waar je voor tien Euro met z'n allen kan eten en drinken. Natuurlijk staat bij de eerste wel 'steak mignon' op de menukaart en staan bij de tweede alleen een paar rijst- en noodlegerechten op een gerafeld A4-tje. We houden het dan ook goed in de gaten voor we ergens gaan zitten en wisselen lokale eetstallen af met af en toe een verwendinertje.
Wat helemaal fout is, is dat we een strandtent hebben gevonden waar ze vlak voor de zonsondergang tijdens happy hour hele lekkere mojito's mixen. 'Twee voor de prijs van één' met alleen ligbanken langs het strand. Op een of andere manier komen we aan het eind van de middag steeds in de buurt daarvan en, ach... het is nu toch vakantie voor ons? En die kussens liggen erg lekker dus kom op, we gaan er eentje halen...


Alleen door elkaar
Maandag 19 juli 2010. Sanur, Bali, Indonesië.
We zijn vandaag terug gekomen op Bali. Dat wil dus zeggen dat we de Gili eilanden nu toch echt hebben verlaten. Vanmorgen stonden we op het strand met ons hele hebben en houwen te wachten op de boot die ons weer naar Bali zou brengen. Dan is het einde en het afscheid wel heel definitief. De dagen op het eiland hebben we echt genoten en het was voor ons dan ook een perfecte laatste bestemming.
Vijftien jaar geleden heeft het virus toegeslagen op onze eerste backpackreis met z'n tweeën door Indonesië. Daar is dan ook de kiem gelegd voor het avontuur dat we nu met z'n vieren hebben beleefd. Vijftien jaar geleden eindigde onze reis met de Gili eilanden, het is dan ook wel toepasselijk dat we deze reis ook op hetzelfde eiland hebben afgesloten. We zijn het reizen nog echt niet moe en als ze morgen zeggen: 'Je kan nog drie maanden verder gaan reizen', doen we het meteen. Dat is niet het geval en we willen de famillie thuis ook eigenlijk wel weer eens in levende lijve zien dus het is goed zo.
We hadden de droom om lange tijd met het hele gezin te gaan reizen en dat hebben we gedaan. Met z'n vieren hebben we dingen samen beleefd die ons allemaal nog de rest van ons gezamenlijke leven bij zullen blijven. Uitspraken als: 'Sabai di pi mai lao', 'moei pi bai... boern!', 'nama saja Floortje, saja tujuh tahoen', 'You're so fuckin lucky', 'Chuc mung nam moi', 'mot hai ba... Yooo!' en 'Wat maakt ons sterk?, téamwerk', 'Je weet het maar nooit!', 'Hoe geeft dat nou?' of 'Hoe lang duurt het? Oh, tel er dan nog maar twee uur bij' zijn dingen die we nog jaren tegen elkaar blijven zeggen.
Voor we weg gingen hebben we gezegd dat we aan drie doelstellingen invulling wilden geven: Een band smeden voor het leven door een gezamenlijke unieke ervaring als gezin.  Zowel onszelf als de meiden een kans geven om andere culturen te '(be)leven. Reflectie op onszelf als persoon en als professional om in beiden nog verder te kunnen groeien. Terugkijkend, hebben we ze alledrie inderdaad ingevuld en meer dan dat! De missie is dus geslaagd. Onderstaand gedicht van Wendy zegt eigenlijk alles.

Wij zijn

Wij zijn aarde, lucht, vuur en water.
Zonder één kunnen we niet leven.
Wij zijn de wortel, stam, takken en blad.
Zonder één kunnen we niet groeien.
Wij zijn de lijst, het glas, spiegelfolie en onszelf.
Zonder één kunnen we onszelf niet zien.
Wij zijn gestructureerd, impulsief, bedachtzaam en spontaan.
Zonder één doen we niet wat we kunnen.
Wij zijn de ogen, oren, neus en mond.
Zonder één kunnen we niet intens ervaren.
Wij zijn Noord, Zuid, Oost en West.
Zonder één zijn we stuurloos.
Alleen door elkaar was deze reis mogelijk.
Alleen door elkaar zagen we, proefden we, beleefden we,
Alleen door elkaar ervaarden we, ondervonden we en leerden we.
Alleen door elkaar kwamen we waar we zijn geweest.
Alleen door elkaar is deze reis prachtig geworden.
Wij zijn de droom, de realiteit, het verleden en de toekomst.
Alleen met elkaar kunnen we dit nogmaals doen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten